Actueel

(Levens)testamenten en huwelijkse voorwaarden belangrijk voor continuïteit onderneming
30-12-2024

Als ondernemer bent u dag en nacht bezig met uw bedrijf, bezig met uw product of dienst. Ondernemen is ook vooruitzien, en dat niet alleen over uw product of dienst, maar ook over de continuïteit van uw bedrijf. Dat is niet alleen van belang in verband met mogelijk overlijden, maar ook met het niet meer kunnen functioneren vanwege een ongeval of ziekte. In een testament in combinatie met een levenstestament kunt u ook op deze vlakken vooruitziend ondernemer zijn. Tijdig zaken vastleggen over vermogensoverdracht is het devies.

Meestal wordt er pas nagedacht over nalatenschap als een ondernemer zijn of haar bedrijf gaat verkopen of overdragen. Dan moeten in korte tijd mogelijke keuzes voor testamenten, huwelijkse voorwaarden, schenkingen en nalatenschap tegen elkaar worden afgewogen. Zorgvuldigheid is onder tijdsdruk ver te zoeken en daarmee is de financiële toekomst zowel privé als zakelijk niet optimaal geregeld.

In de praktijk blijkt dat ondernemers rond hun zestigste een goedlopend bedrijf en een goed vermogen hebben opgebouwd. Terwijl testamenten en huwelijkse voorwaarden soms wel twintig tot veertig jaar oud zijn en op een heel andere situatie toegesneden. Bovendien zijn de fiscale regels nogal eens veranderd. Daar bovenop komt nog de vaak veranderde gezinssamenstelling. Het zijn stuk voor stuk argumenten om jaren daarvoor al na te denken over hoe het verder moet met de onderneming (verkoop/overdracht) en met de privé situatie: verdeling van vermogen, actualisering van testamenten, het opstellen van levenstestamenten, regelingen voor kinderen en kleinkinderen. Daarbij komt ook de vraag op uw bord of u wilt schenken (bij leven) of nalaten (verdeling pas na overlijden). Schenken bijvoorbeeld kan gunstiger voor u en voor de begunstigden uitpakken in verband met de jaarlijkse schenkings-vrijstelling en lage belastingtarieven. Dat scheelt uw erfgenamen een flink deel op de erfbelasting.

Bedrijfsoverdracht

Veel bedrijven zijn familiebedrijf. Bedrijfsoverdracht binnen de familie maakt het voorgaande extra complex. Nog een reden om vroeg te beginnen met nadenken en keuzes maken. Het gaat daarbij ook om het betrekken van de kinderen die niet de bedrijfsopvolger zijn.

Wat moet er gebeuren als u langdurig ziek wordt of zelfs wilsonbekwaam? Ook dat vraagt tijdige regeling en vastlegging van uw wensen en afspraken met betrokkenen.

Ons advies: Overweeg elke vijf jaar of de vastgelegde wensen en afspraken nog passen bij uw mogelijk veranderde situatie en toekomstplannen. Wilt u als ondernemer meer weten over bedrijfsoverdracht en nalatenschapsregelingen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Erfgenamen krijgen geen inzage in herroepen testament
30-12-2024

Soms verwachten mensen – of menen ze te weten – dat zij in het testament van ouders, broer, zus, oom of tante als erfgenaam zijn vermeld. Zij komen maar al te vaak van een koude kermis thuis.

De verwachting is niet altijd onterecht, zeker niet als de betreffende persoon ooit heeft laten weten dat zij (een deel van) de erfenis zullen krijgen. Met herroeping van een testament bij de notaris is dat weer zonder problemen teniet te doen.

Voor wie de verwachting niet uitkomt, is dat nogal eens reden om het laatste testament nietig te laten verklaren en inzage te eisen in het herroepen testament. Elke notaris zal een dergelijk verzoek weigeren en vindt de rechter achter zich.

De vrijheid om een testament te maken is in ons land een groot goed. Alles wat een notaris daarover te horen krijgt, valt onder diens geheimhoudingsplicht, zodat degene die een testament opmaakt er ook van mag uitgaan dat zijn of haar afwegingen niet aan derden worden doorgegeven.

De notaris mag alleen een uittreksel van het laatst gemaakte testament geven aan mensen die voor dat specifieke deel rechten ontlenen aan dat testament.

Wilt u meer weten over het opmaken of herroepen van een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Periodiek verrekenbeding zonder jaarlijkse aandacht heeft geen betekenis
23-12-2024

Een periodiek verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden bevat afspraken tussen partners om het overgespaarde inkomen periodiek met elkaar de verrekenen, vrijwel altijd jaarlijks. Wordt er niet jaarlijks verrekend, dan zijn bij een echtscheiding of overlijden de rapen gaar. De financiële nadelige gevolgen zijn dan niet te overzien.

Rechters hebben zich al talloze keren uitgesproken in zaken waarin niet jaarlijks was verrekend. De lijn in die uitspraken is dat het vermogen moet worden verdeeld op een manier alsof partners in gemeen-schap van goederen waren getrouwd. Desondanks blijkt in de praktijk dat de jaarlijkse verrekening in veel huwelijken nooit wordt uitgevoerd.

Uit de rechtspraak blijkt dat het jaarlijks goed verrekenen van overgespaard inkomen heel nauw luistert. Als u daar tegenop ziet of het niet kunt nakomen, neem dan contact met ons op om beter uitvoerbare alternatieven te bespreken en vast te leggen.

Periodieke giften in schenkingsakte hebben einde looptijd
23-12-2024

Let op met het doen van giften na afloop van de looptijd van in schenkingsakten vastgelegde periodieke giften. Die giften worden dan niet meer gedaan op basis van de schenkingsakte gedaan. Ze voldoen daarmee niet meer aan de voorwaarden voor aftrek als periodieke gift

In een schenkingsakte worden periodieke (meestal jaarlijkse) giften overeengekomen met een ontvangende persoon of instelling voor een bepaalde periode, meestal vijf jaar. Als u na die periode de giften als vanouds blijft maken zonder daarvoor een nieuwe schenkingsakte te laten opstellen, zijn die giften niet meer aftrekbaar van de inkomstenbelasting.

Periodieke giften komen in aanmerking voor belastingaftrek als zij gebaseerd zijn op een in een notariële of onderhandse akte van schenking aangegane verplichting om jaarlijkse uitkeringen te doen gedurende vijf jaar of meer. Pas als daarna opnieuw een nieuwe schenkingsakte wordt opgemaakt, komen de giften opnieuw in aanmerking voor belastingaftrek.

Wilt u meer weten over aftrekbare periodieke giften? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Bescherm privévermogen tegen mogelijk faillissement
16-12-2024

De grootste angst van de ondernemer is vaak een faillissement, ondanks dat de kans op een faillissement helemaal niet zo groot is, blijkt uit de praktijk. Zowel de wijze waarop u uw bedrijf hebt vormgegeven, de wijze waarop u uw privérelatie hebt vormgegeven als de wijze waarop u verzekerd bent zijn van belang voor de inschatting van het risico van het kwijtraken van uw gehele vermogen bij faillissement.

Als u onderneemt in een vennootschap onder firma of eenmanszaak dan kunnen schulden worden verhaald op uw gehele vermogen. Als u dat risico wilt vermijden kunt u overwegen te gaan ondernemen in bijvoorbeeld een besloten vennootschap. Dan ligt in principe het risico bij de besloten vennootschap ligt en niet bij uzelf. Hierbij geldt wel dat het fiscaal soms aantrekkelijker is om te ondernemen in een vennootschap onder firma. U zult dan een belangenafweging moeten maken tussen fiscale optimalisatie en risico afdekking.

Als u bent getrouwd in gemeenschap van goederen is er meer verhaalsmogelijkheid dan wanneer u niet getrouwd bent of huwelijkse voorwaarden hebt gemaakt. Wat wel gebeurt is dat er soms vermogensbestanddelen op naam van de partner worden gezet om daarmee te voorkomen dat die vermogensbestanddelen in een faillissement worden meegezogen. Realiseer u dan wel dat echtscheiding of uit elkaar gaan vaak een veel groter risico is dan een faillissement.

Als u een risico hebt verzekerd, dan is dat risico afgedekt en kunt u door dat risico niet meer in de gevarenzone komen. Wat u wel en wat je niet verzekert is wederom een kwestie van risico analyse, het verzekeren van dingen die toch niet gebeuren is redelijk zinloos. Maar een groot risico niet verzekeren is zeker niet handig.

Laat u voldoende voorlichten en probeer mogelijke risico's zo adequaat mogelijk in te schatten. Wilt u er meer over weten? Bel ons voor een afspraak.

30-dagenclausule essentieel bij overlijden ouders kort na elkaar
16-12-2024

De meeste testamenten hebben een zogenaamde 30-dagenclausule. Met die clausule wordt voorkomen dat, wanneer ouders binnen 30 dagen na elkaar overlijden, er meerdere keren erfbelasting moet worden betaald. Met de clausule hoeft er maar één meer erfbelasting te worden afgedragen.

Met een 30-dagenclausule regelt u dat wanneer uw partner binnen 30 dagen na u komt te overlijden, de erfenis direct doorgaat naar de erfgenaam van uw partner. Deze clausule hoeft niet uitdrukkelijk te worden opgenomen in het testament, omdat de wet al bepaalt dat dit automatisch zo geldt. Dat wordt ander ingeval van samengestelde gezinnen. U loopt dan het risico dat het erfdeel van de eerstoverleden partner niet naar zijn of haar eigen kinderen gaat, maar naar de stiefkinderen.

In dat geval geldt ook de wettelijke regel dat een erfgenaam geen erfbelasting hoeft te betalen bij overlijden binnen 30 dagen na de erflater.

Wilt u meer weten over de 30-dagenclausule en de in dat geval te betalen erfbelasting? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Bescherming in BV groter dan in eenmanszaak
09-12-2024

De laatste jaren valt op dat steeds meer ondernemers de overstap maken van een eenmanszaak naar de BV. Naast de vele voordelen van de BV kleven en er voor kleine ondernemers ook wel nadelen aan de rechtsvorm.

Buiten kijf staat dat de BV u in privé beter beschermt tegen aansprakelijkheid doordat privé- en zakelijk vermogen van elkaar gescheiden wordt. Leveranciers en dienstverleners die producten en diensten aan de onderneming leveren, kunnen zich echter wel op de overstappende ondernemer in privé verhalen voor schulden die betrekking hebben op afspraken en contracten die vóór de overstap zijn aangegaan. Als de BV die verplichting netjes nakomt, is er uiteraard niets aan de hand. Overweegt u de overstap te maken, realiseer u dan dat de BV niet uw privé aansprakelijkheid voor bestaande vorderingen wegneemt.

Voorkom ook dat u, wanneer u faillissement vreest en om die reden overstapt, nog even snel wat onderdelen uit de activa voor een te lage prijs van de hand doet en daarmee uw schuldeisers tekort doet. De curator zal u dan aanspreken op een zogenaamde paulianeuze handeling (kwade trouw). Voorkomt u dergelijke handelingen, dan leidt het in slechte tijden overstappen naar de BV niet tot een paulianeuze handeling

Voor leveranciers en dienstverleners is het net als voorheen ook in deze situatie zaak om de solvabiliteit van hun klanten na te gaan. Daarmee kunnen zij zichzelf meer zekerheid verschaffen. Instrumenten die zij daartoe hebben zijn onder meer het vragen van een voorschot, eigendomsvoorbehoud op geleverde goederen of factoring.

Wilt u meer weten over de overstap van eenmanszaak naar BV? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Nog steeds maatschappelijk draagvlak voor legitieme portie
09-12-2024

Vorig jaar heeft het kabinet besloten tot nader onderzoek te laten verrichten naar het bestaansrecht van de legitieme portie. Het onderzoek is uitgevoerd door wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen. De centrale vraag was of de legitieme portie voor kinderen jonger dan 21 jaar nog op draagvlak in de samenleving kan rekenen.

Uit het onderzoek blijkt dat 19% van de Nederlandse bevolking in alle gevallen tegen de legitieme portie is. Een percentage van 40%. Een percentage van eveneens 40% is in sommige in de enquête omschreven gevallen voor en in andere tegen. Dat betekent dat het grootste deel van de bevolking waarde hecht aan de legitieme portie, maar dat daarbinnen een grote groep vindt dat de legitieme portie niet in alle gevallen zou moeten gelden.

Vermeend gebrek aan draagvlak

De aanleiding voor het onderzoek was juist een vermeend gebrek aan maatschappelijk draagvlak Het tegengestelde is waar. De overgrote meerderheid (80%) in het onderzoek steunt algehele afschaffing niet, alleen in diverse gevallen bestaat er meer weerstand tegen de legitieme portie.

De groep die bepaalde onderdelen wel of niet willen afschaffen is zodanig verdeeld dat er geen breed draagvlak bestaat om het mogelijk te maken in specifieke gevallen de legitieme portie aan kinderen te ontzeggen.

Literatuur

Uit de sociaalwetenschappelijke literatuur blijkt voor afschaffing van de legitieme portie soms wordt gesteld dat familiebanden losser zouden zijn geworden vanwege een individualistischer maatschappij. Daar blijkt echter geen bewijs te vinden in sociologisch onderzoek. Familienetwerken zijn ingewikkelder geworden, maar de onderlinge verbondenheid neemt niet af. Ook in andere landen blijkt de familieband een belangrijke reden voor het behoud van de legitieme portie.

Wilt u meer weten over de legitieme portie? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Ideeën voor sociaal notariaat verder uitwerken
02-12-2024

Het instellen van een sociaal notariaat kan een oplossing zijn voor de toegankelijkheid va ven de notaris voor mensen met een krappe beurs. Notariële dienstverlening blijkt niet voor iedereen betaal baar te zijn, terwijl er wel een grote behoefte naar is. Dat concludeert het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum) in een onlangs verschenen rapport.

Met een sociaal notariaat kunnen in de toekomst problemen en daarmee ook toekomstige kosten worden voorkomen voor mensen met een kleine beurs. Het is ook belangrijk voor hulp bij de afwikkeling van ingewikkelde nalatenschappen. Het is echter de vraag of het notariaat deze taak aankan als de vraag naar diensten door een sociaal notariaat gaat toenemen. Ook de kosten zijn een mogelijke hindernis. Het WODC heeft op dat punt voorstellen gedaan:

  • het wijzigen van het artikel in de Notariswet waarin het verlenen van diensten aan minder draagkrachtige mensen is geregeld, zodat dat artikel beter aansluit op de behoeften van de doelgroep;
  • het toevoegen van de notaris aan het stelsel voor gefinancierde rechtsbijstand;
  • het opnemen van notariële diensten in een rechtsbijstandsverzekering of andere producten;
  • het verdelen van de kosten over notariskantoren via een fonds of andere financieringsvorm;
  • een financiering vanuit de overheid via bijzondere bijstand van de gemeente, en
  • een combinatie van financiering door de overheid en het notariaat.

Gefinancierde rechtsbijstand

De beroepsorganisatie van notarissen KNB vindt het instellen van een sociaal notariaat met dienstverlening tegen gereduceerde kosten een rechtvaardige oplossing, maar dat het ook nadelen heeft. Sociaal notariaat is volgens de KNB mogelijk als wordt aangesloten bij het systeem van gefinancierde rechtsbijstand. Notarissen doen daarin dan mee op vrijwillige basis en ontvangen naast de eigen bijdrage van de rechtzoekende een vergoeding van de overheid. Bij ingewikkelde zaken kan mogelijk worden aangesloten bij de extra-urenregeling waarbij de notaris op basis van een vooraf ingediende begroting een hogere vergoeding kan krijgen. Dan worden naast de financiering van notariële diensten ook bijkomende kosten vergoed, zoals de kosten voor een tolk, vertalingen van een akte of het inschakelen van een arts bij toetsing van wilsbekwaamheid.

De Tweede Kamer heeft de regering gevraagd om met het WODC-rapport als basis en in overleg met de KNB scenario’s uit te werken voor de oprichting van een sociaal notariaat en in kaart te brengen wat de kosten hiervan zullen zijn.

Behoorlijk bestuur bij verkoop pand of grond van overheid
02-12-2024

Als een overheidslichaam (onder meer gemeente, provincie, waterschap) een pand of en stuk grond wil verkopen, moeten alle mogelijke geïnteresseerden de kans krijgen om mee te dingen naar deze onroerende zaak. De Hoge Raad heeft daarover in 2021 een duidelijk standpunt ingenomen. In de praktijk is de vraag gerezen of dit alleen geldt na de uitspraak van de Hoger Raad of dat ook eerdere gevallen kunnen worden beoordeeld of de regels zijn nageleefd.

De Hoger Raad stelt dat regels zijn gebaseerd op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Nergens is gesteld dat die regels pas gelden vanaf de datum van het betreffende arrest of dat schending van die regels geen gevolgen zouden moeten hebben als die vóór het arrest heeft plaatsgevonden. regels zijn dus ook van toepassing op handelen van een overheidslichaam dat reeds vóór het arrest heeft plaatsgevonden.

Geen nietigheid of vernietigbaarheid

Echter, als een overheidslichaam handelt in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, levert dat nog geen strijd op met een dwingende wetsbepaling. Met de regels wordt ook niet beoogd om de geldigheid van daarmee strijdige rechtshandelingen nietig te laten verklaren of met vernietigbaarheid te treffen. Het overheidslichaam handelt dan in principe onrechtmatig tegenover een (mogelijk) gegadigde die bij die verkoop ten onrechte geen gelijke kans heeft gekregen. Daarmee wordt het overheidslichaam schadeplichtig ten opzichte van die gegadigde.

Echter, zolang de levering nog niet heeft plaatsgevonden (de leveringsakte nog niet is ondertekend), kan er aanleiding bestaan voor een verbod tot levering.

Heeft u vagen over het kopen van een onroerend zaak van een overheidslichaam? Bel ons voor het maken van een afspraak.

WODC-rapport bewijst maatschappelijke behoefte notariële dienstverlening
25-11-2024

Er is nog steeds een brede maatschappelijke behoefte aan notariële dienstverlening. Alleen weet nog niet iedereen de weg naar de notaris goed te vinden. Dat blijkt uit het onderzoek 'Een sociaal notariaat? Toegankelijkheid notariële dienstverlening voor burgers en kleine bedrijven' van het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum).

De KNB is blij met de uitkomsten. Het is een degelijk en verhelderend onderzoek, waaruit een aantal financiële en niet-financiële knelpunten naar voren komt. Het gaat om zaken als begrijpelijkheid, bereikbaarheid en betaalbaarheid van notariële dienstverlening.

Knelpunten

De KNB herkent deze knelpunten. Verbetering van begrijpelijkheid en bereikbaarheid horen daarom ook tot de doelen van haar meerjarenproject 'Toegang tot het notariële recht voor iedereen' dat eind 2022 is gestart. Een van de aanbevelingen die het WODC doet is het vergroten van de samenwerking met andere partijen in de eerstelijns juridische hulpverlening. De KNB onderschrijft dat een structurele samenwerking met andere hulpverleners, zoals het Juridisch Loket, schuldhulpverlening, sociaal raadslieden of rechtswinkels van groot belang is om alle doelgroepen te bereiken. Zo wordt ook bij die andere hulpverleners de kennis van het notariële werkveld vergroot. De verwachting is dat een notariële hulpvraag zo eerder wordt herkend en tijdig bij een notaris terechtkomt.

Sociaal notariaat

De onderzoekers stellen vast dat het instellen van een sociaal notariaat een oplossing kan zijn voor de financiële toegankelijkheid van de notaris voor mensen met een krappe beurs. Met sociaal notariaat bedoelen zij notariële dienstverlening tegen gereduceerd tarief. Het spreekt voor zich dat het instellen een sociaal notariaat niet alleen maar voordelen heeft. Ook al heeft het mogelijk maken van een notariële dienstverlening tegen gereduceerd tarief (een 'sociaal notariaat') ook nadelen, volgens de KNB is dat toch de beste en meest rechtvaardige oplossing. De beroepsorganisatie verwacht dat sociale dienstverlening altijd wordt aangeboden naast de reguliere dienstverlening tegen normale tarieven. Dat is wellicht een verschil met de sociale advocatuur.

Gefinancierde rechtsbijstand

Bij een sociaal notariaat hoort wat de KNB betreft aansluiting bij het systeem van gefinancierde rechtsbijstand. Dat scenario biedt ook de beste kansen op structurele verbinding met de andere hulpverleners. En dus ook de beste kans op daadwerkelijk bereiken van de mensen die notariële hulp nodig hebben.

Lacunes in wet- en regelgeving

De onderzoekers bepleiten tot slot het invullen van enkele lacunes in de bestaande wet- en regelgeving. Dat zou ervoor kunnen zorgen dat zaken eenvoudiger en (soms) zonder tussenkomst van een notaris geregeld kunnen worden. Zij denken daarbij aan de onderwerpen samenwonen, de afhandeling van nalatenschappen en het levenstestament.

Stijging aantal gepasseerde akten duurt voort
25-11-2024

Notarissen passeerden in oktober 14 procent meer akten dan in dezelfde maand vorig jaar. Vooral het aantal hypotheek- en overdrachtsakten steeg flink, met respectievelijk 24 en 19 procent. Daarmee zet de eerder dit jaar ingezette trend door.

Een andere opvallende stijger is het aantal akten voor de oprichting van bv's. Dat steeg in oktober met 13 procent ten opzichte van oktober vorig jaar. Dat blijkt uit de maandelijkse factsheet. Ook andere soorten akten laten een stijging zien: samenlevingscontract (11 procent), levenstestament (9 procent) en testament (9 procent).

1,5 miljoen akten

Het notariaat passeerde dit jaar tot eind oktober bijna 1,5 miljoen akten. Dat is een stijging van 7 procent ten opzichte van de eerste 10 maanden van vorig jaar. Op maart en juni na steeg het aantal gepasseerde akten elke maand in vergelijking met dezelfde maand in 2023.

KNB roept op tot versnelde digitalise-ring van notariële akten
18-11-2024

De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft Tweede Kamerleden gevraagd verdere digitalisering van no-tariële akten onder de aandacht te brengen van David van Weel, de minister van Justitie en Veiligheid (J&V). Dit versterkt de toegang tot het notariaat en het recht, zoals ook staat in de begroting voor 2025 van het ministerie van J&V. De KNB is hier technisch klaar voor.

Begin dit jaar is de digitale oprichtingsakte voor bv's geïntroduceerd. Dit was een belangrijke stap, met de toezegging van de minister voor Rechtsbescherming om meer typen notariële akten digitaal beschikbaar te maken. De digitale hypotheek- en leveringsakte zou daarbij de volgende prioriteit zijn. Het proces hiernaartoe ligt echter al geruime tijd stil, terwijl de KNB technisch klaar is voor de verdere door-ontwikkeling van de digitalisering. De KNB heeft Tweede Kamerleden gevraagd de minister te vragen naar de stand van zaken.

Wijziging Wna

Een wijziging van de Wet op het notarisambt (Wna) kan het mogelijk maken om álle akten digitaal te passeren zonder tussenkomst van de Tweede Kamer voor elke afzonderlijke akte. De KNB heeft Tweede Kamerleden daarom ook gevraagd dit idee aan de minister voor te leggen.

Toenemende zorgen over woonlasten
18-11-2024

Bijna de helft van de woningeigenaren met een hypotheek verwacht de komende twaalf maanden moeite te hebben met het betalen van de woonlasten. Dit blijkt uit de nieuwste Woonlastenmonitor van NHG. De Tweede Kamer wil een langere looptijd voor hypotheken.

Woningeigenaren verwachten komend jaar in meer of mindere mate moeite te krijgen met essentiële kosten voor hypotheek, energie, verzekeringen en woningonderhoud.

Nationale Hypotheek Garantie (NHG) startte eerder dit jaar de pilot Woonlastenmonitor om de overheid en financiële sector bewuster te maken van de financiële situatie en zorgen onder woningeigenaren. Die zorgen onder woningeigenaren zijn nog altijd groot. Slechts 52% verwacht helemaal geen moeite te krijgen met het betalen van de woonlasten. Bijna één op de twee (45%) verwacht de komende twaalf maanden weinig tot een beetje moeite te krijgen met het betalen van de woonlasten. 115.000 woningeigenaren (3%) vrezen zelfs voor grote betalingsproblemen.

Hoewel er momenteel weinig sprake is van betalingsachterstanden, nemen woningeigenaren wel maatregelen om hun woonlasten te kunnen dragen. Uit onderzoek blijkt dat bijna een kwart (23%) van woningeigenaren meer is gaan werken, een stijging van 7% ten opzichte van de vorige meting. Ook bespaart ruim de helft (56%) op uitgaven, waarvan het meest op boodschappen, gevolgd door horeca en uitjes en energiekosten.

Kamer: meer hypotheken met langere looptijd

Om de maandlasten voor huizenkopers te verlagen, moet minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting) bij banken erop aandringen dat zij hypotheken met een langere looptijd gaan verstrekken. Die oproep deed de Tweede Kamer vorige week aan de BBB-bewindsvrouw.

Onder aanvoering van de VVD vraagt de Kamer de minister in gesprek te gaan met de financiële sector. Zij moet erop aandringen dat de sector langer lopende hypotheken gaan verstrekken. VVD-Kamerlid Peter de Groot denkt aan hypotheken van 40 jaar voor starters en 35 jaar voor ’middengroepen tot 35 jaar’. Zijn oproep aan Keijzer kreeg steun van in ieder geval PvdA/GL en PVV.

De Groot denkt dat langer lopende hypotheken kunnen helpen om een koophuis bereikbaar te maken voor starters. “Het kan voor een starter zo’n € 200 per maand in de portemonnee schelen.”

In 2025 10% meer woningen binnen NHG-grens

Van de ruim 42.000 beschikbare woningen op Funda valt volgens de Van Bruggen Adviesgroep op dit moment 15.600 woningen binnen de NHG-grens van € 435.000. Het gaat dan om 37% van de beschikbare woningen die te koop staan op de site. Als de NHG-grens per 1 januari 2025 stijgt naar €450.000, dan neemt het aantal woningen dat binnen de NHG-grens valt toe naar bijna 17.300. Dat is ruim 41% van alle te koop staande, beschikbare woningen.

(Bron: Vastgoedactueel)

Laagste groei aantal bedrijfsvestigingen in 10 jaar
11-11-2024

In het derde kwartaal van 2024 werden er, in vergelijking met hetzelfde kwartaal vorig jaar, opnieuw minder startende vestigingen ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KVK). Het aantal starters daalt al vijf kwartalen op rij in vergelijking met hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Het aantal stoppende vestigingen blijft stijgen. Met een toename van 2,6% van het aantal vestigingen ziet KVK hiermee het laagste groeisaldo in de afgelopen tien jaar. Per saldo zijn er dus nog steeds meer starters dan stoppers

38% meer faillissementen

Het aantal starters bedroeg in het derde kwartaal 59.105, dat is een afname van 7,8% ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar, toen het er 64.071 waren. Het aantal stoppers nam met 15% toe (34.087 in Q3 2024) en het aantal faillissementen steeg met 38% (1.151 in Q3 2024).

In totaal stonden er eind september 2.5814.422 vestigingen ingeschreven in het Handelsregister. Per saldo neemt het aantal vestigingen nog steeds toe, maar met een stijging van 2,6% ten opzichte van het derde kwartaal vorig jaar, is dit het laagste groeisaldo in de afgelopen tien jaar.

Mogelijke verklaringen hiervoor zijn nieuwe maatregelen vanuit de overheid, zoals het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) en de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zzp’ers. De aankondigingen van dergelijke maatregelen zorgen voor meer terughoudendheid bij het starten als ondernemer.

Ook zijn er zijn de afgelopen jaren al heel veel bedrijven bijgekomen waardoor mogelijk een verzadiging in het bedrijvenlandschap optreedt. De Nederlandse economie komt dan aan de grens van hoeveel ruimte er is voor (nieuwe) bedrijven. Na een periode met veel nieuwe starters, breekt het punt aan waarin sommige van deze ondernemingen omvallen of overgenomen worden. Je ziet dan dat ondernemingen waarbij het goed gaat, steeds verder groeien. Zij drukken anderen weg of nemen ze over. Het lijkt erop dat de Nederlandse economie in zo’n consolidatiefase komt. Het patroon van minder starters en meer stoppers en faillissementen past hier volgens Joris Knoben, hoogleraar Strategie en Ondernemerschap bij Tilburg University, helemaal bij.

Persoonlijke dienstverlening

Een van de populairste sectoren om een bedrijf te starten is de Persoonlijke dienstverlening, waaronder bijvoorbeeld kappers, schoonheids- en nagelsalons vallen. Tegelijkertijd zijn hier met een toename van 23% ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar ook veel stoppers. Knoben: “Een reden hiervoor kan zijn dat persoonlijke dienstverlening een sector is waarbinnen relatief makkelijk geëxperimenteerd kan worden. Nieuwe ondernemingen en businessmodellen zijn redelijk laagdrempelig om op te starten om te bekijken of het voldoende succesvol is. Dat zorgt ervoor dat binnen deze groep ook weer veel ondernemingen stoppen en er dus veel dynamiek plaatsvindt.”

Bank moet ook ouder levenstestament accepteren
11-11-2024

Sommige instanties, zoals banken, weigeren soms een levenstestament te accepteren. De betrokkenen krijgen dan bijvoorbeeld te horen dat het te oud zou zijn. Dat mag niet, oordeelt de rechtbank Midden-Nederland nu. Een levenstestament is een volledig rechtsgeldig document dat nageleefd en gerespecteerd dient te worden.

In de betreffende rechtszaak wilden familieleden van een vrouw met een levenstestament bewindvoering en mentorschap aanvragen. Dit omdat zij tegen problemen aanlopen bij instanties. Een bank vond het levenstestament bijvoorbeeld te oud. De rechter wees hun verzoek af: instanties zoals banken moet zich aan het levenstestament houden.

Geregistreerd

In het levenstestament is door de vrouw expliciet aangegeven dat dit is opgesteld om te voorkomen dat beschermingsbewind of mentorschap wordt uitgesproken. Verder heeft zij in het levenstestament aanwijzingen opgenomen voor de uitvoering van de volmacht. Tot slot blijkt uit het levenstestament dat de akte geregistreerd is in het Centraal Levenstestamentenregister.

BV populaire rechtsvorm voor ondernemer
04-11-2024

Het is vrij eenvoudig om een BV op te richten. Er is geen kapitaalstorting of storting in natura nodig. Aandeelhouders hebben flexibele rechten in zaken als stemrecht, blokkering en winstuitkering uit het handelen met de eigen besloten vennootschap.

De BV is voor veel ondernemers bereikbaar. Onderneemt u nog niet in een BV? Als eenmanszaak, vennootschap onder firma of maatschap loopt u in privé grote risico's. U bent ook in privé aansprakelijk voor de schulden in uw onderneming. U kunt nu snel en redelijk eenvoudig de privé-aansprakelijkheid buiten sluiten. Immers wordt de besloten vennootschap dan aansprakelijk en niet u in privé!

Vooral als u uw onderneming nu in de vorm van een maatschap voert, is de flexibele besloten vennootschap zeker qua aansprakelijkheden een goed alternatief.

Voordelen BV

  1. Er is geen minimumkapitaal nodig.
  2. De crediteurenbescherming is gebaseerd op een uitkeringstest in combinatie met aansprakelijkheidssancties voor bestuurders en aandeelhouders.
  3. Aandeelhouders kunnen 'eigen' bestuurders benoemen.
  4. Er bestaat geen wettelijk verplichte blokkering van de overdraagbaarheid van aandelen, aandelen zijn, desgewenst en als dat in de statuten mogelijk is gemaakt, vrij overdraagbaar.
  5. Er zijn ruime mogelijkheden om besluitvorming buiten de algemene vergadering te laten plaatsvinden.
  6. De vennootschap kan stemrechtloze of winstrechtloze aandelen invoeren.
  7. In de statuten kan een regeling worden opgenomen over flexibele verdeling van het stemrecht.
  8. Er is een adequate wettelijke geschillenregeling.
  9. Beschikt uw BV over statuten die voor 1 oktober 2012 zijn opgesteld? Dan kunnen die statuten in tegenspraak zijn met de nieuwe wetgeving. U profiteert dan niet zonder meer van de nieuwe wetgeving omdat bestaande statuten dan blijven gelden. Wilt u wel de voordelen van de nieuwe wetgeving toepassen, dan moet u de statuten laten aanpassen.

Wilt u meer weten over het oprichten van een BV? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Testamenten verjaren niet
04-11-2024

Soms worden notarissen geconfronteerd met zeldzame vragen. Bijvoorbeeld, kan een testament verjaren? De vraag is dan gerelateerd aan het feit dat een testament er al jaren ligt en nabestaanden zich afvragen over het wel echt of nog geldig is.

Het antwoord kan kort zijn. Testamenten verjaren nooit, ze worden altijd bewaard in de archieven van de notaris. Zodra er een nieuw testament is gemaakt ter vervanging van de voorgaand, blijft de oude versie nog steeds in het archief.

Alle testamenten in Nederland zijn geregistreerd in het Centraal Testamenten Register (CTR) in Den Haag. Dat gaat terug tot 1890. Uit de CTR-gegevens blijkt of er een testament is opgemaakt, wanneer dat is gebeurd en bij welke notaris dat is gebeurd. Het CTR bevat zelf geen testamenten, die blijven in het archief van de notaris. Als de notaris zijn werkzaamheden beëindigd worden alle door hem of haar en hun voorgangers overgedragen aan hun opvolger of – bij gebrek aan een opvolger – toegewezen aan een andere notaris.

Wat er in het testament staat, is alleen bekend bij degene die het heeft laten opstellen en eventueel bij een persoon die hij of zijn in vertrouwen heeft genomen. Na het overlijden van degene die het testament heeft laten opstellen mogen alleen wettelijke erfgenamen en personen die in het testament zijn aangewezen als erfgenaam, het testament inzien. Wie een legaat heeft ontvangen of onterfd is heeft alleen recht op inzage van een beperkt deel van het testament en krijgen daarvan een uittreksel van de notaris. Dat uittreksel wordt ook aan de Belastingdienst gestuurd.

Wilt u meer weten over testamenten? Bel ons voor het maken van een afspraak..

Beloningen voor curatoren, bewindvoerders en mentoren 2025
28-10-2024

Curatoren, bewindvoerders en mentoren ontvangen een beloning voor hun werk als wettelijk vertegenwoordiger op basis van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.

Op grond van deze regeling worden de beloningen elk jaar geïndexeerd. Het percentage voor 2025 bedraagt 6,2583%. De beloningen voor 2025 worden met dit percentage geïndexeerd. Dit is volgens de Regeling indexering beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren 2025.

Indexeringspercentage

Voor de berekening van het indexeringspercentage wordt een bepaalde formule uit het Besluit vergoeding bewindvoerders schuldsanering gehanteerd. Dat staat in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.

De formule wordt berekend aan de hand van cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (het CBS) jaarlijks bekend maakt. Voor het indexeringspercentage wordt teruggekeken naar het 2e jaar voorafgaand aan het jaar waarin de indexering zal gaan gelden. Het indexeringspercentage voor 2025 wordt daarom bepaald aan de hand van de cijfers over 2023. In de indexering voor 2025 wordt dus geen rekening gehouden met de inflatie van de afgelopen maanden.

Wilt u meer weten over het werk van curatoren, bewindvoerders of mentoren? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Bovengrens NHG stijgt naar € 450.000
28-10-2024

De Nationale Hypotheek Garantie grens (NHG-grens) voor 2025 is vastgesteld op € 450.000. De grens voor een hypotheek met aanvullende energiebesparende voorzieningen wordt 6% hoger, namelijk € 477.000. Ook daalt de eenmalige premie voor het afsluiten van een hypotheek met NHG naar 0,4%. Door deze veranderingen kunnen meer huizenkopers een hypotheek met NHG afsluiten.

De NHG-grens wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. Dit gebeurt volgens een afgesproken methode waarin de ontwikkeling van huizenprijzen meegenomen wordt.

Premie voor afsluiten NHG verlaagd

De verlaging van de afsluitpremie van 0,6% in 2024 naar 0.4% per 2025 is goed nieuws voor bijvoorbeeld starters en middeninkomens. Bij een hypotheek van € 450.000 betalen zij vanaf volgend jaar geen € 2.700, maar € 1.800 aan premie om gebruik te maken van het NHG-vangnet. Dat is een besparing van € 900 bruto.

Betaalbaarheidsgrens

Het kabinet wil zo snel mogelijk naar een productie van 100.000 woningen per jaar, waarvan twee derde betaalbaar. De grens voor betaalbare koopwoningen wordt, net als vorig jaar, geïndexeerd volgens de consumentenprijsindex (CPI). Voor 2025 komt de bovengrens voor betaalbare koop op € 405.000. In 2024 is deze grens € 390.000.

Betere bescherming

NHG helpt huizenkopers aan toegang tot een verantwoorde hypotheek bij de aankoop van een woning. Zij lopen met een hypotheek met NHG minder risico’s en betalen vaak van een lagere rente. Ook biedt de NHG een vangnet voor huishoudens die te maken krijgen met persoonlijke omstandigheden zoals relatiebeëindiging of arbeidsongeschiktheid.

Wilt u meer weten over het afsluiten van een hypotheek? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Stichting zonder bestuursleden, wat nu?
21-10-2024

Een stichtingsbestuur dat vooral bezig is met het realiseren van de doelstellingen van hun organisatie, maar de statuten niet in de gaten houdt, kan zo maar zonder bestuur komen te zitten. Dat gebeurt als bijvoorbeeld de maximale bestuursperiode is overschreden of bestuurders nooit rechtsgeldig blijken te zijn benoemd.

Als er om een van die redenen of een combinatie daarvan ineens geen rechtsgeldig bestuur meer blijkt te zijn, ontstaan de problemen als in de statuten staat dat het bestuur nieuwe bestuurders benoemt. Dan kunnen er binnen de stichting geen nieuwe bestuurders worden aangewezen. De rechtbank biedt dan uitkomst en benoemt daarom op verzoek van de onterecht (nog) zittende bestuurders nieuwe bestuursleden.

De wet voorziet gelukkig in dergelijke situaties en bepaalt dat wanneer er geen statutair bedoeld bestuur meer is, de rechtbank op verzoek van belanghebbenden of het openbaar ministerie nieuwe bestuursleden mag benoemen. De rechtbank zal in dergelijke situaties altijd kijken naar de bestaande statuten van de stichting.

Wilt u meer weten over statutaire mogelijkheden in een stichting? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Leg erfenis eerste ouder vast
21-10-2024

Veel mensen maken zich zorgen over de erfbelasting. Zij zijn bang, dat van hun spaargeld niets overblijft voor de kinderen omdat alles naar de belastingdienst gaat. Hoe zit dat eigenlijk?

Heeft u als echtgenoten geen testament gemaakt, dan gaat de erfenis van de echtgenoot die als eerst overlijdt, in eerste instantie volledig over op de langstlevende van u beiden. Dit heet de ‘wettelijke verdeling’. Uw kinderen zijn wel erfgenaam, maar hebben geen recht op spullen. Zij krijgen uitsluitend een vordering in geld op de langstlevende ouder voor het bedrag van hun erfdeel. Volgens de hoofdregel kunnen de kinderen deze vordering pas na het overlijden van de langstlevende ouder opeisen. Het gevaar dat hierdoor dreigt, is dat de vorderingen vergeten worden. Dat kan later érg vervelende gevolgen hebben!

Voorkom een ‘onzichtbare erfenis’

Voor de heffing van inkomstenbelasting is het erfdeel van de kinderen als het ware ‘onzichtbaar’.

De kinderen hoeven de vordering die zij hebben op de langstlevende ouder niet als vermogen op te geven in Box 3. Voor de heffing van inkomstenbelasting wordt gedaan alsof het vermogen nog bij de langstlevende ouder zit.

Toch is het belangrijk, dat het bedrag van de vordering van de kinderen op hun ouder wordt uitgerekend en in de administratie wordt bewaard! Gebeurt dit niet, dan kan dit bij het overlijden van de tweede ouder grote gevolgen hebben. Bijvoorbeeld als de langstlevende ouder een nieuwe partner of kinderen krijgt, maar ook voor de heffing van belasting over de erfenis van de ouder die als laatste overlijdt.

Vastleggen

Het is dus verstandig na overlijden van een echtgenoot of partner vast te leggen, op welk bedrag de kinderen recht hebben. Doe dit tijdig!

Als de vorderingen van de kinderen pas later worden uitgerekend, zijn vaak niet alle gegevens meer beschikbaar. Dit maakt de afwikkeling van de nalatenschap van de tweede ouder ingewikkelder en duurder. En als de erfgenamen van de eerst overledene niet dezelfde personen zijn als de erfgenamen van de laatst overledene, voorkomt een duidelijke vastlegging van de vorderingen van de kinderen veel problemen!

Zwart op wit bij de notaris

Neem dus contact op met uw notaris, als u vragen heeft over de waarde van de erfdelen van uw kinderen. Ook als kind kunt u vragen om het vastleggen van de waarde van uw erfdeel.

Bedrijfsopvolgingsregeling gaat veranderen
14-10-2024

Krijgt u een bedrijf in een erfenis of door een schenking? Dan betaalt u daar erf- of schenkbelasting over. Hoeveel belasting u betaalt, hangt af van de waarde van de onderneming. U kunt een vrijstelling gebruiken: de Bedrijfopvolgingsregeling (BOR).

U mag gebruikmaken van de BOR als u voldoet aan drie voorwaarden:

  • Er moet een actief bedrijf zijn (niet alleen maar beleggingen).
  • De oude eigenaar moet minimaal vijf jaar eigenaar zijn geweest voor de schenking. Bij overlijden is dit één jaar. Dat wordt de beziteis genoemd.
  • U moet minimaal vijf jaar doorgaan nadat u het bedrijf hebt gekregen. De aandelen mag u in die periode ook niet verkopen.

Vrijstelling

Voldoet u aan deze eisen? Dan kunt u gebruikmaken van de BOR. Dat betekent dat u een vrijstelling krijgt van 100% als de waarde van het bedrijf € 1.325.253 of lager is. Is het bedrijf meer waard? Dan krijgt u een vrijstelling van 83% voor de waarde boven dat bedrag.

Op Prinsjesdag stelde het kabinet voor om de voortzettingseis in 2025 te verlagen van 5 naar 3 jaar. Daardoor mag u onder meer uw bedrijf al 3 jaar na de schenking of overerving verkopen.

In een wetsvoorstel staan meer wijzigingen voor de BOR vanaf 2026.

Nog geen ingangsdatum

Het staat nog niet vast of en wanneer de wijzigingen ingaan. Een wet of wetswijziging moet eerst goedgekeurd worden door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. De wet of wetswijziging geldt pas als die in het Staatsblad of de Staatscourant is gepubliceerd. Een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of ministeriële regeling geldt ook pas na publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant.

Wilt u meer weten over de bedrijfsopvolgingsregeling? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Toestemming nodig voor verwerping van nalatenschap
14-10-2024

Jammer genoeg komt het nog vaak voor dat een echtscheiding tot een fors verschil van mening resulteert over de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap. Een van de geschilpunten kan bijvoorbeeld de nalatenschap van een van de ouders zijn,

In een bijzonder geval had de echtgenote de nalatenschap van haar moeder verwordpen ten gunste van haar zus . Haar echtgenoot ging daar in de scheidingsprocedure tegenin. Hij wees op de in de wet geregelde noodzaak dat hij voor een rechtsgeldige verwerping toestemming had moeten verlenen. Om die reden roept hij alsnog de vernietiging van de verwerping in zodat het verworpen erfdeel in de verdeling moet worden betrokken.

Toestemming

Het Hof overweegt in hoger beroep dat voor verwerping van een nalatenschap inderdaad de toestemming van de andere echtgenoot noodzakelijk is. Hij blijkt echter in het geheel niet onderbouwd dat hij niet wist dat zijn echtgenote haar aandeel in de nalatenschap had verworpen ten gunste van haar zus. Volgens het Hof blijkt juist uit de stukken dat hij daar destijds wel van op de hoogte moet zijn geweest. Bovendien bleek binnen het huwelijk gebruikelijk te zijn dat familieleden financieel werden ondersteund. Omdat de echtgenoot ook nog eens niet binnen de daarvoor gestelde termijn van drie jaren na de schenking een beroep deed op het ontbreken van zijn toestemming daarvoor, betekent dat de vordering is verjaard.

Zijn verzoek tot vernietiging van de verwerping afgewezen. Wilt u meer weten over verwerping van een nalatenschap? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Ontbinding koopovereenkomst moet zorgvuldig worden gedaan
07-10-2024

Financieringsvoorbehoud en bankgarantie/warborgsom zijn elementen in de koopovereenkomst waarmee niet lichtzinnig kan worden omgegaan. Dat overkwam een verkopende partij die meende dat de koper zich niet op de juiste manier op het financieringsvoorbehoud had beroepen, en dus ook de waarborgsom niet had betaald.

Dergelijke situaties belanden doorgaan bij de rechter, in dit geval in hoger beroep bij het Hof Amsterdam. De vraag is of de verkoper de koopovereenkomst op de juiste wijze heeft ontbonden en of de koper de contractuele boete (de waarborgsom) moet betalen. De verkoper baseert zich op een brief van de makelaar waarin staat dat de verkoper zich het recht voorbehoudt de waarborgsom te vorderen.

Voor een correcte ingebrekestelling moet een dergelijke brief vermelden dat de koper de verplichting tot het stellen van zekerheid niet is nagekomen. Tegelijkertijd moet worden aangegeven dat de koper een termijn van ten minste 8 dagen wordt gegeven om alsnog aan die verplichting te voldoen. Als dit niet is gebeurd, kan een dergelijke brief niet worden beschouwd als een ingebrekestelling

In de wet staat dat een ingebrekestelling moet worden gezien als een schriftelijke aanmaning waarbij een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld. Ook makelaarsorganisatie stelt dat de ingebrekestelling in een schriftelijk stuk moet worden kenbaar gemaakt, met daarin de officiële mededeling dat de koper zijn verplichtingen niet nakomt en dat de betrokkenen wordt gesommeerd om alsnog binnen acht dagen de verplichting na te komen.

In de betreffende zaak was de koper niet correct in gebreke gesteld voor het niet-tijdig stellen van zekerheid door een waarborgsom of bankgarantie. Daarmee heeft de ontbinding van de koopovereenkomst geen effect heeft gesorteerd en is de koper geen boete verschuldigd.

Wilt u meer weten over het maken van een financieringsvoorbehoud of het ontbinden van een koopovereenkomst? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Statutenwijziging zonder quorum soms mogelijk
07-10-2024

Statuten van verenigingen geven vaak aan dat een wijziging van de statuten alleen mogelijk is als die worden besloten door de algemene vergadering waarbij minstens tweederde van alle leden aanwezig of vertegenwoordigd is en in die vergadering weer minstens tweederde van de aanwezigen instemt met de wijziging.

Soms loopt het anders. Zoals in een vereniging onder een koepelorganisatie valt en die organisatie nieuwe modelstatuten vaststelt en de aangesloten verenigingen verplicht om die vóór 1 januari van het volgende jaar te verwerken in hun statuten. Als een vereniging al twee keer een algemene vergadering met de statutenwijziging als agendapunt heeft gehouden zonder dat daarin het vereiste quorum werd bereikt, wordt gekeken naar alternatieven.

Het bestuur kan vervolgens proberen op basis van een ander wetsartikel te besluiten tot een statutenwijziging. Om dat succesvol af te ronden, moeten alle leden op dat voornemen reageren. Als dat niet wordt bereikt, is ook deze weg onbegaanbaar.

Daarop rest niets anders dat de rechtbank te vragen ontheffing te verlenen van het quorumvereiste in de statuten. Anders dan bij stichtingen is dat bij verenigingen wel mogelijk, mits ongewijzigde handhaving zou leiden tot gevolgen die bij oprichting redelijkerwijs niet kunnen zijn gewild. Als de rechtbank daarin meegaat, geeft Gezien het ontheffing van het in de statuten vereiste quorum voor de volgende ledenvergadering, zodat ongeacht het aantal aanwezige leden toch tot de vereiste statutenwijziging kan worden besloten.

Wilt u meer weten over statutenwijziging of het vereiste quorum in uw verenging? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Ongelijke erfbelasting voor erkende en niet-erkende kinderen is discriminerend
30-09-2024

Niet-erkende kinderen zouden gelijk moeten zijn aan juridisch erkende kinderen als het om erfbelasting gaat. Mits er sprake is van een nauwe band ('family life') tussen vader en kind. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld. Een kind dat door zijn vader juridisch erkend is, betaalt minder erfbelasting dan een niet-erkend kind. Dat is discriminatie, oordeelt de Hoge Raad.

De Hoge Raad kwam tot dit oordeel naar aanleiding van een door een niet-erkende zoon aangebrachte zaak. Zijn biologische vader overleed in 2017. De man had echter zijn zoon nooit erkend. De zoon was wel tot erfgenaam benoemd in het testament van de man. De niet-erkende zoon moest meer belasting betalen over de erfenis dan wanneer hij wel was erkend. Ook was er sprake van een lagere vrijstellingsgrens, waardoor hij over een groter deel belasting moest betalen. Om dat onderscheid te mogen maken, moeten er volgens het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens heel zwaarwegende redenen zijn. Die zijn er niet volgens de Hoge Raad.

Wetgever aan zet

Maatschappelijke ontwikkelingen rond meerouderschap, meeroudergezag en draagmoederschap vragen om keuzes op rechtspolitiek terrein. Het is aan de wetgever om dergelijke keuzes te maken. Daarom kan de Hoge Raad kan niet zelf de fiscale regels aanpassen. De aanslag erfbelasting blijft staan.

Rechten en plichten verbonden aan legaten
30-09-2024

Als je iets wilt nalaten aan een bepaald persoon dan kan dat door een legaat op te nemen in een testament. Het kan bijvoorbeeld gaan om het nalaten van geld, onroerend goed, kunstwerken, een verzameling, een huisdier, of andere waardevolle bezittingen. Bij het legateren van een bedrag kan dat een vast bedrag zijn of een variabel geldbedrag waarvan de exacte grootte nog moet worden vastgesteld. Bijvoorbeeld 10% van de nalatenschap.

Legaten kunnen zowel aan natuurlijke personen (zoals familieleden of vrienden) als aan rechtspersonen (zoals stichtingen of verenigingen) worden toegekend. Een legaat komt ten laste van de gezamenlijke erfgenamen, tenzij in het testament is bepaald dat de verplichting rust op een bepaalde erfgenaam of legataris. Legaten worden als eerste uit de erfenis betaald voordat de rest van de bezittingen worden verdeeld onder de erfgenamen. Een erfgenaam kan ook tevens legataris zijn.

Waar moet een legataris rekening mee houden?

In ieder geval heeft de legataris het recht om het legaat te aanvaarden of te weigeren. Met de aanvaarding ontstaat het recht op afgifte van het goed of uitkering van het bedrag. Een legaat van een geldsom wordt zes maanden na het overlijden opeisbaar, tenzij in het testament anders is bepaald. Voor andere legaten geldt dat de afgifte of vordering in beginsel direct opeisbaar is. De termijn voor opeisbaarheid van een bedrag is overigens geen fatale termijn. Als uitbetaling van het bedrag niet gebeurd dient een ingebrekestelling te worden gedaan voordat sprake is van een verzuimsituatie.

Ook een legataris moet er rekening mee houden dat hij, net als een erfgenaam, mogelijk erfbelasting moet betalen over hetgeen is geërfd. In het testament kan bepaald zijn dat de erfbelasting niet voor rekening van de legataris moet komen, maar dat de erfgenamen de belasting betalen.

Het kan ook voorkomen dat het gelegateerde goed er niet meer is. Misschien is het al voor het overlijden weggegeven, verkocht of vergaan. Degene die het testament heeft opgesteld, mag zolang hij of zij nog leeft zelf beslissen of het betreffende goed alvast aan een ander wordt gegeven of bijvoorbeeld wordt verkocht. In dat geval is het legaat vervallen en krijgt de legataris niets, er is dus geen sprake van dat er bijvoorbeeld een vervangende waarde moet worden gegeven.

Ook is het mogelijk dat uit het testament is af te leiden dat de testateur het legaat niettemin heeft gewild. De erfgenamen zullen zich dan moeten inspannen om het goed te verwerven. Als dat dat niet lukt of slechts tegen een onevenredig grote opoffering zullen de erfgenamen de waarde van het gelegateerde goed toch moeten uitkeren.

Plaatsvervulling

Het kan ook zo zijn dat het legaat er nog wel is, maar dat degene aan wie is gelegateerd bijvoorbeeld niet meer in leven is. In dat geval hoort het gelegateerde bij de nalatenschap en komt het aan de erfgenamen toe.

De mogelijke uitzondering daarop is dat in het testament is bepaald dat het een legaat met plaatsvervulling is. Plaatsvervulling houdt in dat iemand de plaats opvult van een legataris die er niet meer is of die niet meer kan erven. Er zijn meerdere situaties waarin er plaatsvervulling mogelijk, afhankelijk van wat er in het testament is bepaald kan plaatsvervulling plaats hebben wanneer een legataris is overleden, maar ook wanneer een legataris onwaardig is of het legaat verwerpt.

Tenslotte kan aan de rechter worden verzocht een legaat te wijzigen of geheel of gedeeltelijk op te heffen op grond van onvoorziene omstandigheden. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid kan de ongewijzigde instandhouding van het legaat niet verwacht kan worden. Het moet wel gaan om onvoorziene omstandigheden die zich na het overlijden van erflater hebben voorgedaan. Bij de wijziging of opheffing kijkt de rechter zoveel als mogelijk naar de bedoeling van de testateur.

Wilt u dat wij u helpen bij het opstellen van een bij u passend testament? Bel ons voor het maken van een afspraak waarin de mogelijkheden en de beperkingen nader kunnen worden besproken.

Mandelige eigendom is eigendom voor bijzondere situaties
23-09-2024

Elke Nederlander wordt geacht de wet te kennen. Echter, talloze regelingen uit het Burgerlijk Wetboek blijven voor de niet-jurist abracadabra, de regeling rond mandelige eigendom is er zo een. Het begrip eigendom kent een aantal varianten zoals volle eigendom, bloot eigendom, vruchtgebruik, recht van opstal, voorwaardelijke eigendom, etc.etc. Het begrip mandelige eigendom staat voor mede-eigendom bestemd voor bijzondere situaties.

Pas sinds de invoering van het nieuw Burgerlijk Wetboek wordt er veel gebruik gemaakt van mandelige eigendom. Dit komt vaak voor in relatie tot nieuwbouwprojecten. In een (nieuwe) woonwijk is bijna altijd sprake van voorzieningen die bestemd zijn voor gezamenlijk gebruik. Denk hierbij aan een toegangsweg tot een groep woningen, aan parkeerplaatsen bestemd voor bezoekers van een wijkje, of een achterpad/brandgang die achter meerdere woningen langsloopt. In een dergelijke situatie is het van belang om de verhoudingen (rechten en plichten) tussen alle mede-gebruikers goed vast te leggen. Hoe beter een en ander geregeld is, hoe kleiner de kans is dat er later juridische problemen ontstaan. De rijdende rechter heeft het al druk genoeg ….

Voorheen werden dergelijke verhoudingen geregeld door middel van erfdienstbaarheden waarbij een eigenaar van een woning verplicht werd om bijvoorbeeld overpad te verlenen aan andere eigenaren. In geval van toeritten en algemene parkeerplaatsen was de gemeente vaak bereid om eigenaar te blijven en om voor het onderhoud te zorgen. Echter in deze tijd van overheidsbezuinigingen is de gemeente dit soort grond liever kwijt dan rijk en moet de burger het zelf regelen.

Als u tegenwoordig een nieuwbouwhuis of een recent opgeleverd huis koopt, dan koopt u – naast de eigendom van uw perceel grond met daarop de eigen woning – vaak ook een aandeel in een mandelig perceel. Dit is een mede-eigendom die onlosmakelijk verbonden is aan de eigendom van de woning. Dit gaat dus vaak over de toegangsweg, parkeerplaatsen voor algemeen gebruik en een achterpad/brandgang. In de wet is vervolgens geregeld dat de mandelige eigenaren verplicht zijn een bijdrage te leveren in het onderhoud van het mandelige terrein. Aangezien niet iedereen met een wetboek onder zijn kussen slaapt zijn de regelingen rond de mandeligheid opgenomen in uw koopakte en eigendomsakte.

Mandelige eigendom is vergelijkbaar met een vereniging van eigenaren bij een appartementencomplex. Ook hier zijn uw rechten en plichten bij wet geregeld om problemen zo veel mogelijk te voorkomen.

Hoe goed een juridische regeling ook is, er kunnen altijd vragen rijzen of problemen ontstaan, neem in dit geval gerust contact op met ons kantoor. Als specialisten op het gebied van juridische, mandelige eigendommen en alles wat daarbij komt kijken zijn we u graag van dienst met beantwoorden van uw vragen of het oplossen van problemen.

Faciliteit voor overlijdensdividend geldt niet voor turboverdeling
23-09-2024

In de Wet Inkomstenbelasting is het sinds 2001 mogelijk dat een vennootschap dividend uitkeert zonder dat daarover inkomstenbelasting wordt geheven. De Kennisgroep aanmerkelijk belang van de belastingdienst heeft een standpunt ingenomen met betrekking tot de vraag of deze faciliteit ook kan worden toegepast op reguliere voordelen uit aandelen die door middel van een zogenoemde turboverdeling aan de nalatenschap zijn toegedeeld.

Vanuit de praktijk is aan de Belastingdienst de vraag voorgelegd of deze faciliteit voor overlijdensdividend ook geldt voor reguliere voordelen uit aandelen die door middel van een zogenoemde turboverdeling aan de nalatenschap zijn toegedeeld. De Kennisgroep heeft deze vraag negatief beantwoord. De faciliteit moet worden beperkt tot de (onverdeelde) helft van de aandelen waartoe de erflater gerechtigd was via de huwelijksgemeenschap.

Voorbeeld

De belastingdienst komt met het volgende voorbeeld:

M (man) en V (vrouw) zijn gehuwd in gemeenschap van goederen waartoe alle aandelen in een Besloten Vennootschap behoren. M heeft zijn zoon tot enig erfgenaam benoemd en aan V het vruchtgebruik van zijn nalatenschap gelegateerd.

Voordat het legaat wordt afgegeven, worden alle aandelen aan de nalatenschap toegedeeld. M was door de huwelijksgoederengemeenschap gerechtigd tot de helft van de aandelen. Omdat de andere helft van de aandelen waartoe V gerechtigd was niet door de zoon op basis van erfrecht worden verkregen en ook bij M voor deze helft geen inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking is genomen, is de faciliteit voor de zoon niet op deze helft van toepassing.

De faciliteit voor de zoon is beperkt tot de helft van de aandelen waartoe M gerechtigd was in de huwelijksgemeenschap. Dat daarentegen voor de doorschuifregeling in diezelfde wet is bepaald dat voor deze aandelen wel geldt dat deze op basis van erfrecht zijn verkregen en dat V als erflater wordt aangemerkt, doet hier niet aan af.

Bovendien is tijdens de parlementaire behandeling opgemerkt dat de faciliteit bezien moet worden in het licht van het onvoorziene karakter van het moment van overlijden en dat de faciliteit niet van toepassing is op rechtshandelingen die welbewust en planmatig plaatsvinden. Volgens de kennisgroep kwalificeert de turboverdeling als een dergelijke rechtshandeling.

Wilt u meer weten over de faciliteit voor overlijdensdividend? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Rente op onzakelijke lening volgens vuistregel vaststellen
11-09-2024

De kennisgroep deelnemingsvrijstelling van de belastingdienst heeft een antwoord op de vraag geformuleerd of nagekomen rente in aanmerking moet worden genomen bij het bepalen van de fiscale winst op grond van de onzakelijke lening jurisprudentie. In een wat bijzondere casus had een vennootschap aan een deelneming in 2011 een onzakelijke lening verstrekt. De lening was verstrekt tegen een rente van 5% per jaar, welke rente ook nog eens werd schuldig gebleven. De rente was aan het eind van elk jaar verschuldigd.

De rente op een onzakelijke lening diende in 2011 fiscaal te worden vastgesteld op de 'vuistregel' rente op basis van een arrest uit 2011 en bedraagt 3% per jaar. De vraag in dat arrest is overigens wanneer er sprake is van een geldlening wanneer sprake is van een kapitaalstorting. In principe is daarbij de civielrechtelijk vorm beslissend tenzij er sprake is van een zogenoemde ‘schijnlening’, een ‘deelnemerschapslening of een ‘bodemlozeputlening’.

Afgewaardeerd

Vervolgens wordt in 2018 de onzakelijke lening afgewaardeerd naar nihil. Een verlies op een onzakelijke lening mag volgens diezelfde jurisprudentie overigens niet in mindering worden gebracht op de winst van de vennootschap.

In 2013 doet op basis van een in 2013 gewezen arrest de WEV (waarde economisch verkeer) rente haar intrede. In 2018 en de daaropvolgende jaren bedraagt de WEV rente 1% per jaar.

In 2022 maakt de deelneming winst en vergoed alsnog de achterstallige rente.

Vuistregelrente

Door de belastingplichtige is in de jaren 2018 tot en met 2021 de WEV-rente (1%) in aanmerking genomen bij het bepalen van de fiscale winst. De belastingplichtige ontvangt in het jaar 2022 alsnog de vuistregelrente. Deze rente – minus de eerder in aanmerking genomen WEV-rente ¬¬– moet op grond van de onzakelijke lening jurisprudentie in aanmerking genomen worden bij het vaststellen van de winst van belastingplichtige.

In lijn met jurisprudentie over de onzakelijke lening en om te komen tot een juiste vaststelling van de belastbare totale winst dient bij de bepaling van de winst bij zowel de crediteur als bij de debiteur deze vuistregelrente (alsnog) in aanmerking te worden genomen.

Wilt u meer weten over de vuistregelrente? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Ongelijke erfbelasting voor erkende en niet-erkende kinderen is discriminerend
11-09-2024

Niet-erkende kinderen zouden gelijk moeten zijn aan juridisch erkende kinderen als het om erfbelasting gaat. Mits er sprake is van een nauwe band ('family life') tussen vader en kind. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld. Een kind dat door zijn vader juridisch erkend is, betaalt minder erfbelasting dan een niet-erkend kind. Dat is discriminatie, oordeelt de Hoge Raad.

De Hoge Raad kwam tot dit oordeel naar aanleiding van een door een niet-erkende zoon aangebrachte zaak. Zijn biologische vader overleed in 2017. De man had echter zijn zoon nooit erkend. De zoon was wel tot erfgenaam benoemd in het testament van de man. De niet-erkende zoon moest meer belasting betalen over de erfenis dan wanneer hij wel was erkend. Ook was er sprake van een lagere vrijstellingsgrens, waardoor hij over een groter deel belasting moest betalen. Om dat onderscheid te mogen maken, moeten er volgens het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens heel zwaarwegende redenen zijn. Die zijn er niet volgens de Hoge Raad.

Wetgever aan zet

Maatschappelijke ontwikkelingen rond meerouderschap, meeroudergezag en draagmoederschap vragen om keuzes op rechtspolitiek terrein. Het is aan de wetgever om dergelijke keuzes te maken. Daarom kan de Hoge Raad kan niet zelf de fiscale regels aanpassen. De aanslag erfbelasting blijft staan.

Inhoud van notarieel samenlevingscontract van belang voor inkomstenbelasting
09-09-2024

Als je gaat samenwonen of al samenwoont kan dat van invloed zijn op diverse belastingen die je moet gaan betalen, waaronder de inkomstenbelasting,. Voor de bepaling van de te betalen belasting zal allereerst moeten worden gekeken of je fiscaal partners van elkaar bent.

Voor de inkomstenbelasting geldt een aantal eisen. In ieder geval dienen de partners op hetzelfde adres ingeschreven te staan bij de gemeente en voorts betalen de partners over tenminste 90% van hun gezamenlijk inkomen belasting in Nederland. Daarnaast moet worden voldoen aan één van de volgende voorwaarden:

  • beide partners zijn ouder dan 18 jaar en hebben een notarieel samenlevingscontract afgesloten;
  • de partners hebben samen een kind of één van de partners heeft een kind van de ander erkend;
  • de partners zijn bij een pensioenfonds aangemeld als pensioenpartners;
  • de partners zijn samen eigenaar van een eigen woning;
  • de partners zijn ouder dan 18 jaar en op het woonadres staat ook een minderjarig kind van een van beiden ingeschreven bij de Basisregistratie Personen (van de gemeente).

Fiscaal partners kunnen door te voldoen aan deze eisen bij de aangifte inkomstenbelasting bepaalde inkomsten en aftrekposten gunstig verdelen.

Rechtsvraag

In dit kader is een rechtsvraag voorgelegd aan een zogenaamde kennisgroep van de belastingdienst. De kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft recentelijk de vraag beantwoord of in een bepaalde situatie sprake kon zijn van fiscaal partnerschap voor de inkomstenbelasting. De situatie betrof een dochter (ouder dan 27 jaar) en haar vader die vanwege zijn mogelijke toekomstige zorgbehoefte willen gaan samenwonen. Zij schrijven zich in op hetzelfde woonadres in de Basisregistratie Personen.

Zij willen allebei wel zoveel mogelijk een zelfstandig leven behouden en zijn een bij de notaris vastgelegde “samenwoonovereenkomst” aangegaan. In deze overeenkomst staat dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren en gedurende de samenwoonperiode een wederzijdse zorgverplichting hebben die niet verder strekt dan de verplichting om over en weer bij te dragen aan de kosten van de huishouding. Daarnaast staan in de overeenkomst ook nog meer afspraken opgenomen zoals over de inboedel, de en/of-rekening, de ontbinding van de overeenkomst en een verblijvingsbeding.

Vader en dochter partners voor Wet IB 2001

Volgens de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst van de Belastingdienst wel. Op grond van artikel 5a lid 1 Algemene Wet Rijksbelastingen (AWR) worden ongehuwd samenwonende meerderjarigen met een notarieel samenlevingscontract die op hetzelfde woonadres in de BRP staan ingeschreven, aangemerkt als fiscaal partner. Als in het notarieel opgemaakte contract in ieder geval is vastgelegd wat de vermogensrechtelijke verhouding is tussen twee personen die een gemeenschappelijke huishouding voeren, is sprake van een notarieel samenlevingscontract als bedoeld in de AWR. In de parlementaire geschiedenis is geen nadere toelichting gegeven op het vereiste van een notarieel samenlevingscontract als bedoeld in artikel 5a lid 1 AWR.

Met een samenlevingscontract kan dus op een informele wijze de vermogensrechtelijke verhouding worden geregeld tussen personen die een gemeenschappelijke huishouding voeren. Daarnaast kunnen hierin aanvullende afspraken worden gemaakt. De wet stelt dus geen speciale regels voor de inhoud van een samenlevingscontract.

Aangezien de wet geen voorwaarden stelt aan de inhoud van een samenlevingscontract maakt het ook niet uit of een overeenkomst wordt aangeduid als samenwoonovereenkomst, samenlevingscontract of samenlevingsovereenkomst. Zolang ten minste de vermogensrechtelijke verhouding tussen twee personen die een gezamenlijke huishouding voeren is opgenomen in de overeenkomst, is een samenwoonovereenkomst gelijk te stellen aan het samenlevingscontract.

Wilt u dat wij u helpen bij het opstellen van uw samenlevingscontract? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Appartement kopen vergt extra oplettendheid
09-09-2024

Bij huizenkopers blijkt vaak onduidelijkheid te bestaan over wat nu het verschil is tussen een grondgebonden woning of een appartement. Bij een grondgebonden woning koopt u eigenlijk een perceel grond waarbij u automatisch eigenaar wordt van alles wat op en in die grond aanwezig is. Dat kan zijn een woning, maar ook bijgebouwen en beplanting gaan automatisch mee. Bij een appartement gaat dat anders.

Van een appartement (of een appartementsrecht zoals de wet zegt) is sprake als er woningen en/of bedrijfsruimten boven/onder elkaar gelegen zijn met de bedoeling dat er verschillende eigenaren kunnen zijn. In dat geval moet er door de notaris een akte van splitsing worden opgesteld. Daardoor wordt verticaal gesplitste eigendom mogelijk. In de akte worden ook alle rechten en plichten van de appartementseigenaren vastgelegd. Vaak wordt onderschat hoe belangrijk de inhoud van de splitsingsakte is voor het toekomstig woongenot. Door een goede regeling in de splitsing kunnen veel problemen tussen bewoners van een appartementencomplex voorkomen worden.

Bij een gesplitst gebouw is er altijd sprake van een Vereniging van Eigenaren, die "eigenaar" is van de grond en van het casco gebouw. Daarbinnen heeft elke eigenaar recht op het uitsluitend gebruik van zijn eigen woning/appartement. Het lidmaatschap van de VvE is een wettelijke verplichting. U kunt zich daar dus niet aan onttrekken. De VvE regelt bijvoorbeeld het onderhoud van gezamenlijke delen van het gebouw, heeft een collectieve opstalverzekering etc. Een akte van splitsing met bijbehorend reglement kan ook regels voorschrijven over het mogen houden van huisdieren, kleuren van buitenschilderwerk, bespelen van luide muziekinstrumenten etc. etc. Het is dus van groot belang om voor het sluiten van de koop eens goed in de akte van splitsing te kijken (of te laten kijken). Dit voorkomt vervelende verassingen achteraf.

Verplichte reservering voor groot onderhoud

Een verstandige VvE zorgt voor een reservefonds voor het (groot) onderhoud van het hele gebouw, door middel van het heffen van een maandelijkse bijdrage per eigenaar. Dit noemen ze doorgaans de servicekosten. Er zijn helaas nog heel veel VvE 's die niets gespaard hebben. In geval van groot onderhoud is dan elke eigenaar verplicht om in een keer te betalen. Dit kan aardig uit de hand lopen. Als er bijvoorbeeld een gebouw is met 10 eigenaren en er moet een nieuw dak komen van € 100.000,-- of een nieuwe lift, dan moet er ineens € 10.000,- op tafel gelegd worden.

De Rijksoverheid heeft er de laatste jaren een speerpunt van gemaakt om VvE's te activeren en te stimuleren een reservefonds op te bouwen. Elke VvE is verplicht om een maandelijkse bijdrage te heffen en een reservefonds te vormen. De hoogte van het te reserveren bedrag moet dan worden vastgesteld op basis van een meerjaren onderhoudsbegroting of 1/2% van de herbouwwaarde van het appartementencomplex.

De VvE is ook bevoegd om een lening aan te gaan voor het onderhoud van het gebouw. Een andere belangrijke verbetering van de laatste jaren is dat wanneer een lid van de VvE zijn appartement of woning verkoopt, ook zijn deel van de lening automatisch wordt overgedragen aan de nieuwe eigenaar. De oude eigenaar is dan niet meer aansprakelijk voor zijn aandeel in de lening. Het is dus altijd belangrijk om, voor dat u een appartement koopt, te vragen naar de hoogte van het reservefonds. Hierdoor kan het zijn dat een ogenschijnlijk goedkoop appartementje een kat in de zak wordt als er groot onderhoud moet worden gedaan en de spaarpot van de VvE leeg is.

Wij zijn specialist op het gebied van appartementsrecht en alles wat daarmee te maken heeft. Kom gerust voor het tekenen van de koopakte langs met de stukken van de VvE. Wij kijken voor u hoe daar de vlag er bij hangt zo voorkomt u vervelende surprises achteraf.

Turboliquidatie Besloten Vennootschap alleen bij ontbreken van baten
02-09-2024

Het ontbinden van een besloten vennootschap kan praktisch op een aantal manieren worden vormgegeven. Allereerst zal er een besluit tot ontbinding genomen moeten worden. Nadat het besluit tot ontbinding is genomen wordt tot vereffening overgegaan, als blijkt dat er geen baten zijn dan houdt de besloten vennootschap gelijk op te bestaan (turboliquidatie).

Als er wel baten zijn, dan moet er worden vereffend. Er moet dan rekening en verantwoording en een plan van verdeling worden gemaakt. Verder bestaat de verplichting te adverteren dat er een rekening en verantwoording en een plan van verdeling is opgemaakt.

Zijn er onvoldoende baten, dan dient er aangifte tot faillietverklaring te worden gedaan, tenzij alle schuldeisers instemmen met vereffening buiten faillissement.

In een recent gewezen zaak was in de vorm van een turboliquidatie overgegaan tot ontbinding van een besloten vennootschap. De directeur grootaandeelhouder was vergeten dat de besloten vennootschap nog eigenaar was van een onroerende zaak (Kantoor/woning).

In het kader van de verkoop van de onroerende zaak werd aan de rechtbank het verzoek voorgelegd om de besloten vennootschap te doen herleven met het oog op de heropening van de vereffening. Door de turboliquidatie is de besloten vennootschap immers ontbonden en uitgeschreven uit het handelsregister.

Nadat de rechtbank de vereffening heeft heropend, vernietigt het hof de beschikking van de rechtbank, nu uit gepubliceerde jaarrekeningen blijkt dat duidelijk was ten tijde van de turboliquidatie dat de besloten vennootschap nog eigenaar was van die onroerende zaak en dat er om die reden vereffend had moeten worden. De besloten vennootschap is derhalve altijd blijven bestaan en voor heropening van de vereffening is derhalve geen plaats.

Wilt u meer weten over de turboliquidatie van een vennootschap? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Weigerachtige erfgenaam kan afwikkeling nalatenschap niet verhinderen
02-09-2024

Bij beneficiair aanvaarde erfenissen komt het regelmatig voor dat een van de erfgenamen uiteindelijk geen medewerking verleent aan de vereffening. Na beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap door een of meer erfgenamen moet de erfenis als uitgangspunt worden vereffend. Alle erfgenamen zijn samen vereffenaar. Zij moeten de regels van de lichte vereffening volgen. In de lichte vereffening moeten de erfgenamen-vereffenaars het gewone beheer van de nalatenschap voor hun rekening nemen, zoals het onderhoud en behoud van goederen en het opzeggen van de huur en abonnementen.

Wat nu als een van de erfgenamen-vereffenaars geen medewerking verleent aan de vereffening van de nalatenschap? De overige erfgenamen kunnen dan de kantonrechter verzoeken om – in afwijking van de wet – een van hen of hen allen met uitzondering van de dwarsliggende erfgenaam tot vereffenaar te benoemen, zodat zij de nalatenschap kunnen afwikkelen.

Vereffenaars moeten een boedelbeschrijving moeten opstellen en deze ter inzage leggen bij de boedelnotaris of bij de griffie van de kantonrechter. Als een van hen blijft weigeren deze voor akkoord te tekenen, kan de kantonrechter dus worden ingeschakeld. De kantonrechter zal bij zijn besluit overwegen of met de vereffening het belang van de schuldeisers van de nalatenschap wordt gediend. Als de schuldeisers niet kunnen worden betaald vanwege de weigerachtiger erfgenaam, zal de kantonrechter het verzoek honoreren. De overige erfgenamen kunnen dan tot vereffening overgaan.

Wilt u meer weten over vereffening en het afwikkelen van een nalatenschap? Bel ons voor het maken van een afspraak

Startersvrijstelling ook bij tijdelijke bewoning mogelijk
26-08-2024

Het komt voor dat mensen een tijdelijk te bewonen huis kopen in afwachting van de oplevering van hun nieuw te bouwen huis. De vraag is dan of op die tijdelijke koopwoning al dan niet de startersvrijstelling overdrachtsbelasting van toepassing is. Als een koopwoning slechts tijdelijk bewoond wordt, heeft de koper in principe geen recht op een startersvrijstelling. In principe, want er zijn wel mogelijkheden.

Het gaat in dergelijke situaties om de vraag of iemand de woning na de koop anders dan tijdelijk als hoofdverblijf is gaan gebruiken. Uit de parlementaire geschiedenis bij de wetgeving blijkt dat de startersvrijstelling van toepassing is als de woning daadwerkelijk minimaal een half jaar als hoofdverblijf is gebruikt. Als dat het geval is komt de koper in aanmerking voor de startersvrijstelling. Alleen als er sprake is van een evidente misbruiksituatie kan de belastingdienst een naheffing opleggen.

De omstandigheid dat iemand voor bepaalde tijd – de duur van de bouw van de nieuwbouwwoning – in de tussentijdse woning woont, betekent niet automatisch dat hij of zij de woning slechts tijdelijk als hoofdverblijf is gaan gebruiken. Ook het feit dat iemand op het moment van de koop van de woning al een perceel bouwgrond voor een nieuw te bouwen woning heeft gekocht en de intentie heeft om daar in te gaan wonen zodra deze gereed is, rechtvaardigt nog niet de conclusie dat hij of zijn de tussentijdse woning slechts tijdelijk als hoofdverblijf heeft gebruikt. De Rechtbank ziet geen reden de ruimere uitleg van de inspecteur te volgen.

Wilt u meer weten over de startersvrijstelling? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Nieuwe uitlegmodule van Steffie.nl beschikbaar: het levenstestament
19-08-2024

De KNB heeft in samenwerking met Steffie.nl een derde uitlegmodule ontwikkeld. Het onderwerp is deze keer het levenstestament. Een belangrijke reden hiervoor is de behoefte vanuit de achterban van Steffie.nl aan duidelijke informatie over het levenstestament. Denk hierbij niet alleen aan mensen die zelf behoefte hebben aan eenvoudige taal, maar ook om hun naasten en professionals in de zorg.

Al eerder ontwikkelde Steffie.nl animaties met uitleg over wie je erfgenamen zijn en wat je kunt regelen in je testament. Verschillende notariskantoren gebruiken deze uitlegmodules wanneer ze merken dat cliënt behoefte heeft aan extra uitleg. Voordeel van deze modules is dat ze goed aansluiten op visueel ingestelde mensen, het informatiegehalte behapbaar is en dat je gemakkelijk weer terug kunt naar een vorige uitlegsheet.

Relatievormen

Op dit moment werkt de KNB met Steffie.nl aan een vierde uitlegmodule, over relatievormen. Hierin wordt het verschil uitgelegd tussen trouwen, geregistreerd partnerschap en samenwonen, wat je kunt regelen met huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden en het samenlevingscontract. Juist voor mensen die gemakkelijk in een kwetsbare (financiële) positie kunnen belanden, is het extra goed te weten welk bezit en welke schuld van wie is in een relatie. Maar ook hoe dit zit als je uit elkaar gaat of wanneer een van de partners overlijdt. En uiteraard wat de notaris hierin voor hen kan betekenen.

Toegang tot het recht

De samenwerking met Steffie.nl vormt onderdeel van het KNB-programma Toegang tot het (notariële) recht wat als doel heeft te zorgen voor een toegankelijk notariaat voor iedereen. Een concreet voorbeeld hiervan is de samenwerking van lokale notariskantoren met vestigingen van het Juridisch Loket. Verder overlegt KNB met het ministerie van Justitie en Veiligheid en relevante stakeholders over een sociaal notariaat, dat bereikbaar en betaalbaar is voor iedereen.

Wilt u meer weten over het levenstestament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Geldvordering kinderen opeisbaar bij samenwonen van langstlevende ouder
12-08-2024

Langstlevende echtgenoten die na het overlijden van hun partner een relatie met een nieuwe partner aangaan, kunnen daarmee een samenlevingscontract afsluiten. Nogal eens wordt daarin een verblijvensbeding overeengekomen voor langstlevende van hun beiden, waarbij de kinderen uit het eerste huwelijk een geldvordering op die nieuwe partner krijgen. Over de opeisbaarheid wordt meestal afgesproken dat die vordering opeisbaar wordt als de langstlevende gaat samenwonen als ware hij of zij gehuwd.

Wat in situaties van overlijden van een van die partners kan voorkomen is dat er door de langstlevende opnieuw een nieuwe partner wordt gevonden waarmee samengewoond gaat worden. Daarmee is de geldvordering in beginsel opeisbaar geworden.

In een recente casus betoogde de betreffende partner dat de bepaling over de opeisbaarheid van de vordering niet anders kan worden uitgelegd dan dat de erflater en de partner hebben bedoeld te voorkomen dat het aan de kinderen van de erflater uit te keren vermogen van de parnter teniet zou gaan door vermenging met het vermogen van haar nieuwe vriend. Echter, samenwonen leidt niet tot vermenging van inkomens.

De Rechtbank oordeelt dat het enkele argument dat de erflater de partner verzorgd wilde achterlaten onvoldoende onderbouwing biedt van het standpunt van de partner voor haar uitleg. De rechter komt daarom niet toe aan de beoordeling van de vraag of er tijdens de samenleving tussen de partner en haar nieuwe vriend daadwerkelijk vermenging van hun vermogens heeft plaatsgevonden. Er is immers niet gebleken dat dit relevant is voor de beantwoording van de vraag of de vordering van de kinderen op grond van het verblijvingsbeding in de notariële samenlevingsovereenkomst opeisbaar is geworden.

De geldvordering van de kinderen moet dan ook worden uitgekeerd.

Wilt u meer weten over de opeisbaarheid van geldvorderingen van kinderen op een langstlevende ouder of op een nieuwe partner van die ouder? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Stilzwijgend verlengde huurovereenkomst bindend
05-08-2024

Wie een huis vrij van huur verkoopt terwijl die nog door een huurder wordt bewoond, bewandelt een gevaarlijke weg. Onlangs speelde een zaak voor de rechter waarin de verhuurder de woning voor bepaalde tijd heeft verhuurd aan de huurder. De verhuurder heeft de huurder van tevoren gemeld dat het huis is verkocht en dat de huurder de woning moet verlaten. Die weigert.

De huurovereenkomst bleek voor één jaar te zijn aangegaan, de verkoop vond twee jaar na ingang van de huurovereenkomst plaats. De verhuurder heeft verzuimd om vóór het verstrijken van de bepaalde tijd (één jaar) schriftelijk aan de huurder mee te delen dat de huurovereenkomst niet zou worden verlengd. Daarmee is de huurovereenkomst vanaf dat moment stilzwijgend verlengd voor onbepaalde tijd en is verkoop van de woning geen grond meer om de huur te beëindigen.

De rechter heeft de vordering van de verhuurder toto ontruiming van de woning afgewezen. Het wordt onwaarschijnlijk geacht dat de vordering in een gewone procedure zal worden toegewezen. De tekst in de huurovereenkomst laat daar geen ruimte voor. In deze zaak staat in de huurovereenkomst dat die is gesloten voor de duur van twee jaar of korter. In een vervolgartikel is dat gespecificeerd in één jaar. Vervolgens bevat de overeenkomst ook een artikel waaruit blijkt dat de huurovereenkomst doorloopt voor onbepaalde tijd als de verhuurder de huurder niet of niet tijdig informeert over het eindigen van de huur en in de specificatie genoemde periode verstrijkt.

Daarmee is kraakhelder dat er van tijdig informeren geen sprake is en dat er een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd is. De huurder mag in de woning blijven.

Inmiddels is de Wet vaste huurcontracten in werking is getreden. Het is nu in principe niet meer mogelijk om woonruimte voor bepaalde tijd te verhuren. Het is sindsdien in principe niet meer mogelijk om woonruimte voor bepaalde tijd te verhuren. Er bestaan wel bepaalde uitzonderingen op deze hoofdregel.

Wilt u meer weten van de verkooprechten van huiseigenaren die een of meer woningen verhuren? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Aanwijzen afstammelingen tot erfgenamen levert onduidelijkheid op
29-07-2024

Soms roept een testament ook onduidelijkheden op. Zoals in een zaak voor de rechter, waarin een erflaatster heeft in haar testament haar “afstammelingen” tot erfgenamen heeft benoemd. De vraag die rijst is of onder dat begrip ook kleinkinderen en achterkleinkinderen worden verstaan.

De rechtbank heeft in eerste aanleg geconcludeerd dat in het betreffende testament uitsluitend de kinderen heeft bedoeld. Grammaticaal houdt het begrip de bloedverwanten in neerdalende lijn in. Dat zijn de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. De rechter kon niet uit het testament opmaken dat de erflaatster iets anders heeft bedoeld dan wat zij in het testament heeft vastgelegd.

Het Hof denkt daar in hoger beroep anders over. Die oordeelt dat het woord ‘afstammelingen’ in het testament moet worden opgevat als erfgenamen/afstammelingen die op basis van de wet benoemd zijn. Dat zouden dan in dit geval uitsluitend de kinderen zijn. Die zijn in de volgorde van mogelijk erfgenamen de hoogste in lijn.

Uit de uitspraak van het Hof blijkt dat de erflaatster niet heeft bedoeld dat in de situatie dat haar echtgenoot eerder dan zijzelf zou zijn overleden de kring van erfgenamen wordt uitgebreid tot al haar nakomelingen: kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Het testament van de eerder overleden echtgenoot bleek vrijwel gelijkluidend zijn aan het testament van de erflaatster. Bij die gelegenheid heeft niemand bezwaar gemaakt tegen de uitleg van de notaris waarbij de (achter)kleinkinderen niets erfden.

Wilt u meer weten over het duidelijk benoemen van de erfgenamen in uw testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Notarieel samenlevingscontract geldt alleen als vermogensrechtelijke verhouding is geregeld
22-07-2024

Het is al langer geen uitzondering meer dat een kind een samenlevingscontract met zijn of haar vader of moeder opmaakt vanwege een (toekomstige) zorgbehoefte, maar beiden een zoveel mogelijk zelfstandig leven willen behouden. In de overeenkomst wordt geregeld dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren en gedurende de samenwoonperiode een wederzijdse zorgverplichting hebben. Aanvullend worden meestal afspraken gemaakt over inboedel, en/of-rekening, ontbinding van de overeenkomst en wordt een verblijvingsbeding opgenomen. De vraag is of zij fiscaal als partner worden erkend.

In de wet staat dat ongehuwd samenwonende meerderjarigen met een notarieel samenlevingscontract die op hetzelfde woonadres in de BRP staan ingeschreven, aangemerkt worden als fiscaal partner. Als in het notarieel opgemaakte contract is opgenomen wat de vermogensrechtelijke verhouding tussen beide samenwoners met een gemeenschappelijke huishouding, is sprake van een notarieel samenlevingscontract. Het doet er niet toe hoe dat contract wordt genoemd, daar bestaat geen wettelijk vastgelegde vereiste voor.

Met een samenlevingscontract worden de vermogensrechtelijke verhouding en aanvullende afspraken vastgelegd tussen mensen die een gemeenschappelijke huishouding voeren. In de wet staan geen speciale regels voor de inhoud van een samenlevingscontract. In de praktijk worden daarin naast de vermogensrechtelijke afspraken meestal ook zaken geregeld als de verdeling van de dagelijkse huishoudkosten, de bankrekening(en), de kosten voor verzorging en opvoeding van kinderen, de verdeling van de bezittingen bij verbreking van de relatie en een verblijvingsbeding ingeval van overlijden van een van beiden.

De regel is dat zolang ten minste de vermogensrechtelijke verhouding tussen twee personen die een gezamenlijke huishouding voeren is opgenomen in de overeenkomst, is er sprake van een samenlevingscontract, ongeacht de benaming van de overeenkomst.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden die een samenlevingscontract biedt? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Snelle geschillenbeslechting voorkomt escalatie bij VvE
15-07-2024

De impact van conflicten binnen een Vereniging van Eigenaars (VvE) is groot. Het gaat ten koste van het woonplezier van de bewoners, de verduurzaming en het functioneren van de VvE. Dat blijkt uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis, waarin ruim 40% van de ondervraagden aangeeft te maken te hebben met een conflict.

Een stabiele, gezonde en goed functionerende VvE is van groot belang voor het woongenot van de bewoners. Conflicten kunnen grote gevolgen hebben voor het dagelijks leven van alle bewoners en functioneren van de VvE: het bestuur treedt dan vaak af en de verhoudingen binnen de VvE worden verstoord. Toch moet je dan met elkaar verder want je woont letterlijk met elkaar onder één dak en moet gezamenlijk het onderhoud en andere zaken regelen. Daarom is het belangrijk om een situatie snel te beslechten, om escalatie te voorkomen.

Onbekend met rechten en plichten

VvE-leden zijn vaak onvoldoende op de hoogte van hun rechten en plichten binnen een VvE, wat soms wrijving geeft. Vooral starters weten niet goed hoe ze hun invloed kunnen laten gelden en houden zich afzijdig van al het gedoe binnen de VvE. Doorstromers, en mensen die al langer in een appartementencomplex wonen, weten doorgaans iets meer over het reilen en zeilen binnen de VvE, en voelen zich geroepen om zich op te werpen als bestuurder.

Mogelijke oplossingen

De ondervraagde VvE-leden geven aan een gang naar de rechter als laatste redmiddel te zien. Ze vinden dat het traject lang duurt, ze zijn bang voor verdere escalatie en het voelt ook als zwaar geschut tegen je buren, omdat je daarna weer met elkaar verder moet.

Wat werkt wel? Zorg dat je op de hoogte bent van je rechten en plichten als appartementseigenaar. Ontstaat er toch een conflict, los deze dan zo snel mogelijk op. Schakel eventueel hulp in van een onafhankelijke derde, die met beide partijen op zoek gaat naar mogelijkheden. Het helpt als je VvE werkt met vaardige bestuursleden of een professionele beheerder dit infomeel kunnen oppakken.

Landelijk dekkende voorziening

Vereniging Eigen Huis ziet mogelijkheden met een landelijk dekkende voorziening, om VvE-geschillen snel en laagdrempelig op te lossen, en roept de regering op om deze laagdrempelige methode te faciliteren. ‘Er is een experiment in Noord-Holland, waarbij VvE’s worden geholpen om zelf met een oplossing te komen, en er zijn initiatieven zoals overleg- en regelrechters actief. Dit zou landelijk beschikbaar moeten komen,’ aldus Cindy Kremer, directeur van Vereniging Eigen Huis.

Hospitaverhuur opzeggen na overlijden verhuurder mogelijk
08-07-2024

Nalatenschappen bevatten soms ook het huis waarin de overledene (erflater) woonde. Meestal is dat geen enkel probleem en kan het eenvoudig in de afwikkeling worden meegenomen. Soms zitten er wel haken en ogen aan, bijvoorbeeld als de erflater een deel van het huis heeft verhuurd aan een persoon waarmee hij of zij een relatie had. Kunnen de erfgenamen in dat geval de huur opzeggen?

Over die vraag mocht de rechter in Rotterdam zich twee maanden geleden uitspreken. In de voorliggende zaak hadden de erfgenamen de huur opgezegd. Volgens de huurder was die opzegging ongeldig. De rechter concludeerde dat er sprake was van een geldige huurovereenkomst van hospitaverhuur. Bij hospitaverhuur gelden speciale opzeggingsgronden. Een daarvan is dat de verhuurder aannemelijk moet maken dat zijn belangen bij beëindiging van de huur zwaarder wegen dan de belangen van de huurder. Daarvoor moet onder meer worden voldaan aan de voorwaarde dat de verhuurder in de woning zijn hoofdverblijf heeft. De erfgenamen treden in dit geval in zijn plaats, waarmee ook zij dezelfde opzeggingsgrond kunnen inroepen. Het feit dat de erflater door zijn overlijden niet langer in de woning woont leidt er niet toe dat daarmee ook de bevoegdheid van de erfgenamen om een beroep te doen op opzeggingsgrond niet meer zou gelden. Dat is alleen anders als de erfgenamen de huurovereenkomst willen voortzetten, hetgeen in dit geval niet zo was.

De rechter oordeelde dan ook dat het belang van de erfgenamen bij beëindiging van de huurovereenkomst zwaarder weegt dan het belang van de huurder bij voortzetting daarvan. Zo kunnen met de huuropbrengst de maandelijkse lasten bij lange na niet worden betaald. Ook de gemeente geeft geen vergunning om meerdere kamers in de woning te verhuren. Dat heeft allemaal negatieve invloed op de verkoopwaarde van de woning in verhuurde staat. Van de erfgenamen kan onder deze omstandigheden niet worden verwacht dat zij de huur laten voortbestaan. De huurder had opzegging van de huur kunnen voorkomen door bij leven van de erflater de afspraak te maken dat hem geen beroep zou toekomen op de opzeggingsgrond.

De rechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat de huurder binnen zes maanden moet verlaten.

Wilt u meer weten over het afwikkelen van een nalatenschap met daarin onroerend goed? Bel ons voor het maken van een afspraak

Verlaging overdrachtsbelasting beleggers kost particuliere huizenkopers geld
01-07-2024

Wie niet zelf in een woning gaat wonen, betaalt nu 10,4 procent overdrachtsbelasting bij de verkrijging ervan. Dat is volgens de Eerste Kamer te hoog. Beleggers haken af, waardoor benodigde investeringen in woningen achterblijven. Een motie met deze strekking behaalde een meerderheid in de Eerste Kamer.

De huidige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Hugo de Jonge, steunt de motie. Volgens hem is Nederland te ver doorgeschoten in het verhogen van de overdrachtsbelasting. Volgens hem heeft Nederland, als je het internationaal vergelijkt, in Europa ongeveer het hoogste tarief.

Financiering

De Jonge denkt aan een verlaging naar 8 of zelfs 6 procent. De vraag is echter hoe dit kan worden gefinancierd. Volgens De Jonge kan dat niet zonder dat het tarief voor particuliere kopers van woningen gaat stijgen. Zij betalen nu nog 2 procent overdrachtsbelasting als zij niet in aanmerking komen voor de startersvrijstelling.

Bron KNB

Spanning op de woningmarkt bij ontbindende voorwaarden financiering
24-06-2024

We horen het dagelijks in het nieuws, krapte op de woningmarkt door te weinig nieuwbouw, te weinig betaalbare bestaande woningen et cetera. Om toch maar een koopwoning toegewezen te krijgen laten kopers zich nog al eens verleiden tot het uitbrengen van een hoge bieding, vaak zelfs boven de vraagprijs van de verkoper. De achterliggende gedachte is dan vaak dat er sprake is van een wettelijke bedenktijd van 3 dagen waarbinnen de koop zonder kleerscheuren ongedaan gemaakt kan worden. Daar na komt de periode waarbinnen de koper een beroep kan doen op ontbindende voorwaarde van financiering. Hierbij is in de voorlopige koopakte afgesproken dat de koper onverplicht van de koop af kan zien als blijkt dat financiering niet haalbaar is. De periode die hiervoor geldt ligt doorgaans tussen de 1 tot 3 maanden.

Dat de notaris de spil is waar omheen een vastgoedtransactie draait bleek weer eens uit de volgende (tuchtklacht)procedure aangespannen door een teleurgestelde verkoper.

De notaris heeft een dossier aangemaakt voor een koopovereenkomst waarin ontbindende voorwaarden voor financiering waren opgenomen. Daarnaast was opgenomen dat kopers een bankgarantie diende te stellen of een waarborgsom te storten indien de financiering rond was.

Tijdig beroep

Naar het oordeel van de notaris hadden de kopers in dit dossier tijdig een beroep gedaan op de ontbindende voorwaarden financiering door het overleggen van afwijzing financieringsaanvraag/aanvragen met onderbouwing daarvan. De verkoper nam hier geen genoegen mee en spande een tuchtklacht aan tegen de notaris met als insteek dat de notaris de koop niet zomaar als ontbonden had mogen beschouwen. De notaris stelde onder andere het volgende: "Het is mogelijk dat de wederpartij van mening is dat niet is voldaan aan de materiële voorwaarden, zoals het “onvoldoende” inspannen of “onvoldoende” onderbouwen. Helaas kunnen wij als notarissen hier geen standpunt over innemen, omdat wij dan op de stoel van de Rechter gaan zitten. Bij geschillen over de materiele/inhoudelijke kant van de zaak kunnen en zullen deze criteria getoetst moeten worden door een Rechter.”

In de door de verkoper aangespannen tuchtrechtprocedure tegen de notaris verwijt de verkoper de notaris dat hij hier niet heeft gehandeld zoals van een zorgvuldig handelend notaris mag worden verwacht. De verkoper betoogde dat de notaris partijdig heeft gehandeld door aan de verkoper te melden dat de koper heeft voldaan aan de criteria van het financieringsvoorbehoud. Verder is de verkoper van mening dat de notaris zich niet formeel had mogen uitspreken over het beroep van de kopers op de ontbindende voorwaarde. Volgens de verkoper mag van een zorgvuldig handelend notaris worden verwacht dat hij uiterst nauwkeurig de tekst van de koopakte en de wet volgt.

De kamer voor het notariaat (de tuchtrechter) verklaarde de klacht van de verkoper als ongegrond en gaf de notaris gelijk. De verkoper liet het er niet bij zitten en spande hoger beroep aan tegen de uitspraak van de tuchtrechter. Het gerechtshof waar het hoger beroep diende verklaarde net als de lagere tuchtrechter de klacht van de verkoper als ongegrond.

Geen partijdigheid

Volgens het gerechtshof was er in deze zaak geen sprake van partijdigheid van de notaris. Anders dan verkoper in hoger beroep stelde, beschikte de notaris niet over ‘twee willekeurige A4tjes’ als afwijzing van de financieringsaanvraag van de koper, maar ook over de bijbehorende bijlagen. Gezien de inhoud van de afwijzing financiering met bijlagen heeft de notaris in redelijkheid mogen besluiten dat koper tijdig een gedocumenteerd beroep op de ontbindende voorwaarde heeft conform de bepalingen zoals vastgelegd in de voorlopige koopovereenkomst.

Het antwoord op de vraag of de koper terecht een beroep heeft gedaan op de ontbindende voorwaarde, is inderdaad voorbehouden aan de civiele rechter. De notaris kan en mag niet op de stoel van de rechter gaan zitten zoals de notaris ook aan de verkoper kenbaar had gemaakt. Ook voor het overige is het gerechtshof niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de notaris. Volgens het gerechtshof had de communicatie door de notaris op een aantal punten wel beter gekund, maar de communicatie was niet zodanig dat er sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de notaris.

Uit vorenstaand verhaal blijkt maar weer hoe belangrijk heldere communicatie is tussen alle bij een koopovereenkomst betrokken partijen. De notaris is de spin in het web dat vastgoedtransactie heet en is soms ook brenger van slecht nieuws waarbij de betreffende partij zich bij neer moet leggen.

Wilt u meer weten over ontbindende voorwaarden bij het kopen van een huis? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Beperkingen en mogelijkheden bij bescherming erfdeel kind
17-06-2024

Kinderen die minderjarig zijn kunnen erven van iemand anders, bijvoorbeeld de ouder of de grootouders. Maar hoe gaat dat dan verder met dat erfdeel zolang het kind nog geen 18 jaar is? Kinderen tot 18 jaar zijn immers handelingsonbekwaam en kunnen niet zelf over hun vermogen beslissen, dus ook niet over vermogen dat zij erven. In principe wordt het erfdeel dan beheert door de wettelijke vertegenwoordiger van de kinderen, dit zijn meestal de ouder(s) of de voogd(en). De ouder of voogd beslist en is verantwoordelijk voor een goed beheer.

Vanaf 18 jaar mogen de kinderen zelf beslissen over de erfenis. Zij kunnen dan vragen om de erfenis direct te krijgen.

Het komt nog al eens voor dat de erflater een kind vaak nog te jong vindt om vanaf diens 18e zelf over het erfdeel te beslissen. De erflater wil meestal voorkomen dat erfgenamen op jonge leeftijd over grote sommen geld beschikken, zonder dat zij daar verantwoord mee om kunnen gaan. Ook kan het zo zijn dat de erflater liever niet heeft dat de wettelijk vertegenwoordiger van het kind over het erfdeel kan beslissen, bijvoorbeeld omdat bij een ruzie of echtscheiding de ex-partner niet meer wordt vertrouwd met het erfdeel van het kind, of omdat u de ex-partner op financieel gebied minder geschikt acht.

Onder bewind stellen

In dat geval kan de erflater een testament maken en daarin bepalen dat de erfenis die het kind krijgt onder bewind komt te staan. Het bewind kan dus ook langer duren dan de 18 jarige leeftijd. Dit testamentaire bewind houdt in dat een volwassene door de erflater als bewindvoerder wordt aangewezen. Bij het benoemen van de bewindvoerder bedenkt de erflater zelf wie wordt benoemd en waarom. Eventueel kan ook een reservebewindvoerder worden aangewezen.

De bewindvoerder beheert het erfdeel voor het kind. Het kind kan dan dus nog alleen met medewerking van de bewindvoerder over het vermogen beslissen. Dit geldt ook voor de ex-partner, die wel de ouder en wettelijk vertegenwoordiger van het kind is. Ook deze kan alleen met medewerking van de bewindvoerder over het vermogen beslissen.

Beperkingen en mogelijkheden

In het testament kunnen ten aanzien van het bewind verschillende bepalingen, beperkingen en mogelijkheden worden opgenomen. Per kind kan dit dan ook nog variëren, want elk kind is anders in diens behoeften.

U kunt aangeven tot welke leeftijd het bewind van toepassing is, bijvoorbeeld tot het 21e, 23e of 30e jaar. Vanaf die latere leeftijd zal het kind pas zelf de verantwoordelijkheid over de erfenis krijgen. Dit kan zijn omdat het kind eerst zijn opleiding moet afmaken, verder volwassen wordt en eerst dan verstandiger met het erfdeel kan omgaan.

Ook kan in het testament worden aangegeven voor welk doel het erfdeel wel of niet mag worden gebruikt door de bewindvoerder. De bewindvoerder moet ervoor zorgen dat het vermogen van de minderjarige wordt gebruikt voor het welzijn van het kind. Het erfdeel kan dus wel al door de bewindvoerder voor het kind worden gebruikt als het er zelf nog niet over kan beschikken. Bijvoorbeeld voor studie of de aankoop van het eerste huis, maar niet voor levensonderhoud of een dure auto. Uitleg of een toelichting daarop voor het kind en de bewindvoerder waarom dat zo is geregeld kan ook worden opgenomen. Het is tenslotte een bescherming voor het kind, tegen zichzelf of tegen andere personen.

In het testament wordt ook bepaald of de bewindvoerder een bedrag voor zijn diensten in rekening mag brengen. Dat kan afhankelijk zijn van de vraag wie de bewindvoerder is. Als het iemand is die een goede band met het kind heeft, een familielid bijvoorbeeld is het misschien niet zo heel logisch dat deze daarvoor een beloning ontvangt. Als een derde, zoals een professionele bewindvoeringsafdeling of een financieel adviseur, deze taak heeft juist weer wel. Het uurtarief moet dan overigens wel in verhouding staan met het onder bewind gestelde vermogen. Het erfdeel mag overigens niet worden besteed aan persoonlijke uitgaven van de bewindvoerder, welk mag deze zijn onkosten in rekening brengen.

Ook moet worden bepaald in het testament hoeveel toezicht er op het handelen van de bewindvoerder wordt gehouden en wie dat toezicht heeft. De bewindvoerder moet periodiek (jaarlijks) rekening en verantwoording afleggen over het door hem gevoerde beheer en mag geen handelingen verrichten die in strijd zijn met het belang van het kind. Ook bij het einde van het bewind moet er rekening en verantwoording worden afgelegd. Als blijkt dat de bewindvoerder niet zorgvuldig het vermogen heeft beheerd, is hij tegenover de rechthebbenden aansprakelijk voor eventuele schade, tenzij sprake is van overmacht.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden voor een bewindregeling in uw testament, neemt u dan contact met ons op. Wij zullen u hierover graag adviseren.

Gevolgen overlijden bestuurder voor aanbiedingsplicht aandelen
10-06-2024

In bijna alle statuten van een besloten vennootschap staat een regeling over het al dan niet verplicht aanbieden van aandelen aan de andere aandeelhouder(s). De aanbiedingsplicht beschermt het besloten karakter van de besloten vennootschap. Het kan niet zo zijn dat je plotseling met andere aandeelhouders wordt opgezadeld. Als de statuten geen afwijkende regeling kennen, geldt de verplichting tot aanbieding zoals geregeld in de wet.

Meestal ziet die aanbiedingsplicht op het aanbieden van aandelen in geval een van de aandeelhouders van plan is een of meer van de aandelen die hij heeft te verkopen. In de statuten van de besloten vennootschap worden vaak aanvullende regels gesteld, namelijk dat er ook moet worden aangeboden als de aandelen op welke wijze ook in andere handen overgaan dan de oorspronkelijke aandeelhouders.

In een recent arrest was een joint venture aangegaan (een samenwerkingsverband) tussen twee besloten vennootschappen. In de statuten van de joint venture stond een change of control clausule (verandering van zeggenschap). De clausule hield in dat de aandelen in de joint venture dienen te worden aangeboden aan de andere aandeelhouder als de zeggenschap van de onderneming van een aandeelhouder rechtspersoon direct of indirect overgaat op een of meer anderen.

Volledige zeggenschap

De aandelen in de besloten vennootschap die de aandelen in de joint venture hield werden gehouden door een stichting administratiekantoor (60%), door de oorspronkelijke eigenaar (20%) en door zijn echtgenote (20%). Een bijzonderheid in deze casus was dat de oorspronkelijke eigenaar doordat hij bestuurder van de stichting administratiekantoor was de volledige zeggenschaap had.

Toen de oorspronkelijke eigenaar kwam te overlijden ging de zeggenschap over en moesten de aandelen worden aangeboden aan de andere aandeelhouder. Althans dat was de conclusie van de rechter.

De vraag nu is natuurlijk of dat ook de bedoeling van de oorspronkelijke eigenaar was. Volgens de rechter wel. Het is derhalve verstandig regelmatig dit soort bepalingen door te laten nemen en te begrijpen wat er is afgesproken.

Eigen woning in box 3
03-06-2024

Wie twee geschakelde woningen heeft waarvan er een zelf bewoond wordt en de andere leeg staat kan een aanslag van de Belastingdienst verwachten waarbij de WOZ waarde van de leegstaande woning door de belastingdienst wordt aangemerkt als vermogen in box 3. Onlangs diende een rechtszaak waarin daartegen bezwaar werd gemaakt. Aan de orde was de vraag of de leegstaande woning was aan te merken als aanhorigheid behorende bij de hoofdwoning. Aanhorigheid is een juridisch begrip voor een zaak die onlosmakelijk verbonden is met een hoofdzaak en daar dus feitelijk deel van uitmaakt.

De rechter stelde de Belastingdienst in het gelijk, waarop een hoger beroep bij het Hof uitkomst moest brengen. Ook die oordeelde gelijk aan de rechtbank. Volgens het gerechtshof heeft het feit dat de woningen als twee-onder-een-kap/duowoningen zijn gebouwd met een enkel steens muur als scheiding en een afsluitbare tussendeur, niet tot gevolg dat er in fiscale zin sprake is van één woning. Het gerechtshof concludeerde dat beide woningen een eigen voordeur hebben en dat de woning – voordat deze leeg kwam te staan – als afzonderlijke woning in gebruik was. De aanwezigheid van een gezamenlijke riool- en wateraansluiting en opstalverzekering maakt volgens het gerechtshof ook niet dat de woningen bij elkaar horen en als een grote woning kan worden beschouwd. De belastingdienst heeft naar het oordeel van het gerechtshof de leegstaande woning terecht tot het box 3-vermogen gerekend en daarvoor een aanslag opgelegd.

Hoge Raad

Er volgde cassatie tegen het vonnis van het Gerechtshof bij de Hoge Raad. Ook daar ving de bezwaarmaker bot. De Hoge Raad oordeelde namelijk dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen en maakt gebruik van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren.

Er is vaker geprocedeerd waarbij de insteek was wanneer een onroerende zaak mag worden aangemerkt als fiscale eigen woning dan wel als aanhorigheid daar bij. Uit diverse procedures kan het volgende worden geconcludeerd dat er sprake is van een aanhorigheid bij een eigen woning:

  • de zaak hoort bij de woning,
  • de zaak is in gebruik bij de woning,
  • de zaak is dienstbaar aan de woning.

Daarbij zijn de omstandigheden van het geval bepalend voor het oordeel of een gebouw en/of terrein als aanhorigheid kan worden aangemerkt. Nabijheid, functie, het feitelijk gebruik en inrichting spelen hierbij een rol. Uit wet en jurisprudentie blijkt dat voor het begrip aanhorigheid een feitelijk gebruik niet wordt vereist. Het gebruikt kunnen worden is al voldoende. De aanhorigheid mag echter niet ter beschikking gesteld zijn of zijn geweest aan een ander, omdat dan geen sprake meer is van dienstbaar zijn aan de woning.

Wilt u meer weten over aanhorigheden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vijf jaar voortzetting bedrijf voorwaarde bij toepassing bedrijfsopvolgingsregeling
27-05-2024

De bedrijfsopvolgingsregeling is een regeling die erin voorziet om een onderneming fiscaal vriendelijk naar de volgende generatie door te schuiven. De laatste tijd ligt de regeling regelmatig onder vuur. Dat komt onder meer omdat ondernemers een grote fiscale vrijstelling kunnen genieten die voor niet-ondernemers niet openstaat.

Onlangs moest de rechter er aan te pas komen. Een belang in een houdstermaatschappij werd door ouders aan de drie kinderen geschonken met een beroep op de bedrijfsopvolgingsregeling. Met gebruik van de vrijstelling was belastingvrij een deel van de onderneming aan de kinderen geschonken. Als vervolgens een van de kinderen binnen vijf jaar zijn aandeel in de onderneming aan de andere aandeelhouder vervreemdt (verkoopt), oordeelt de rechtbank dat het beroep op de vrijstelling is komen te vervallen.

Voorwaarden

Een van de voorwaarden van een terecht beroep op de bedrijfsopvolgingsregeling is dat de onderneming gedurende een periode van meer dan vijf jaar moet worden voortgezet. Dat het betreffende kind onder dwang van de andere aandeelhouder zijn aandelenbelang moest verkopen maakt niet uit. Er was niet voorzien in een vrijstelling voor die situatie. De niet geheven schenkbelasting is daarom alsnog verschuldigd.

Bij gebruikmaking van de bedrijfsopvolgingsregeling moet worden voldaan aan de daarvoor geldende vereisten. Niet voldoen betekent alsnog betalen.

Wilt u meer weten over de bedrijfsopvolgingsregeling? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Tijdens echtscheidingsprocedure testament maken of aanpassen
27-05-2024

Stel u ligt in scheiding en komt tijdens de echtscheidingsprocedure te overlijden. Het echtscheidingsverzoek is wellicht al ingediend, maar de echtscheidingsbeschikking is nog niet ingeschreven in het register van de burgerlijke stand bij uw gemeente. Als u vóór de inschrijving in het huwelijksgoederenregister komt te overlijden dan wordt uw huwelijk nog door overlijden ontbonden en niet door de voorgenomen echtscheiding. Uw aanstaande ex-partner zal dan ook volgens de wettelijke regels nog van u erven, samen met eventuele kinderen.

Onterving aanstaande ex-partner

Dit kan voorkomen worden door het maken van een testament. In uw testament zou u uw aanstaande ex-partner kunnen uitsluiten als erfgenaam. Daarmee heeft uw aanstaande ex-partner geen recht op uw erfenis. Uw aanstaande ex-partner houdt dan echter wel een woonrecht voor een periode zes maanden en een recht op vruchtgebruik. Deze rechten kunnen niet in een testament worden ontnomen en dienen ter bescherming van de aanstaande ex-partner. De aanstaande ex-partner kan indien een verzoekschrift tot echtscheiding nog geen jaar geleden voor het overlijden ingediend, daarmee nog aanspraak maken op het vruchtgebruik van de woning. Loopt de scheidingsprocedure al langer dan één jaar voorafgaand aan het overlijden, dan kan de aanstaande ex-partner daar geen aanspraak meer op maken.

Uitsluiting ouderlijk vruchtgenot

Ook als uw aanstaande ex-partner door u is onterfd dan zou deze nog recht hebben op het vruchtgenot van het vermogen, zoals rente en dividenden, van hetgeen door uw gezamenlijke minderjarige kinderen uit uw nalatenschap wordt verkregen. Indien u dat niet wilt kunt u een bepaling in uw testament opnemen waarbij dit vruchtgenot wordt uitgesloten.

Instellen testamentair bewind

Bij achterlating van gezamenlijke minderjarige kinderen heeft uw aanstaande ex-partner als langstlevende ouder in beginsel het ouderlijk gezag over hen en daarmee ook het bewind over het vermogen van uw minderjarig kind. Onder dat bewind valt ook hetgeen een minderjarig kind uit uw nalatenschap verkrijgt. In uw testament kunt u zelf een ander als bewindvoerder benoemen en ook de duur van het bewind bepalen. Zo zou u kunnen vastleggen dat dat bewind van de door u benoemde bewindvoerder niet eindigt bij het meerderjarig worden van uw kind maar bijvoorbeeld op diens 21-jarige leeftijd.

Voogdbenoeming

Indien u na of gelijk met uw aanstaande ex-partner zou overlijden is er niet meer een ouder die het ouderlijk gezag uitoefent. In dat geval bepaalt de rechter wie het gezag moet krijgen, ofwel wie de voogd wordt. Indien u in uw testament zelf heeft bepaald wie de voogdij krijgt zal de rechter daarin niet meer hoeven te voorzien.

Indien u ten tijde van uw overlijden alleen het ouderlijk gezag uitoefende over een minderjarig kind en zelf een voogd heeft aangewezen dan heeft een nog in leven zijnde ex-partner, als ouder van uw minderjarig kind, een sterk recht om alsnog het ouderlijk gezag op te eisen.

Tweetrapsmaking

Hetgeen door een kind uit uw nalatenschap wordt verkregen zou bij opvolgend overlijden van dit kind wellicht vanuit diens nalatenschap alsnog aan uw (aanstaande) ex-partner toekomen. Om dat te voorkomen kunt u in uw testament zelf bepalen wie het door u aan uw kind nagelaten vermogen (of het restant daarvan) moet verkrijgen indien uw kind overlijdt (dit wordt ook wel een tweetrapsmaking genoemd).

Wilt u dat wij u helpen bij het opstellen van een bij u passend echtscheidingstestament? Bel ons voor het maken van een afspraak waarin de mogelijkheden en de beperkingen nader kunnen worden besproken.

Handelsregister moet meer privacybescherming bieden
21-05-2024

Weten met wie je zaken doet. Dat is het doel van het Handelregister van de Kamer van Koophandel. Met dit openbare register kan iedereen de gegevens van zakenpartners controleren. Dat biedt rechtszekerheid in het economische verkeer. Tegelijkertijd moeten de in het Handelsregister opgenomen persoonsgegevens voldoende worden beschermd. Het evenwicht tussen die twee belangen blijkt nu te wankelen en moet worden bijgesteld. Het kabinet heet hiertoe de eerste stappen gezet.

De afgelopen jaren kregen ingeschreven ondernemers steeds meer last van ongewenst gebruik van hun zakelijke gegevens. Gegevens die bij wet verplicht openbaar zijn worden bijvoorbeeld gebruikt voor marketingdoeleinden, terwijl daar geen toestemming voor is gegeven. Adresgegevens van individuen worden op internet gepubliceerd (doxing) en vooral steeds meer zelfstandige ondernemers hebben online en fysiek last van dreigende situaties. Om deze problemen tegen te gaan en te zorgen dat het Handelsregister mee blijft gaan met de tijd, wordt een aantal zaken verbeterd:

  • Betere bescherming van persoonsgegevens.
  • Een rem op ongewenste directe marketing.
  • Een nieuwe vorm van het financieren van het Handelsregister.
  • Ondernemers die ingeschreven staan kunnen voor een jaarlijkse bijdrage volop van de handelsregisterfuncties zoals uittreksels gebruik maken. Het verdienmodel van ongewenst datagebruik door derden valt hierdoor weg.

Proces

Een belangrijk onderdeel is de wijziging in de financiering van het Handelsregister. Ondernemers die ingeschreven staan gaan hier een vaste bijdrage per jaar voor betalen. Deze regelgeving wordt momenteel ter consultatie openbaar gemaakt zodat iedereen daarop zijn zienswijze kan geven.

Het verbod op het gebruik van handelsregistergegevens voor direct marketingdoeleinden wordt opgenomen in een tweede wetsvoorstel dat staat gepland voor komend jaar. Deze aanpassing gaat helpen tegen de hinderlijke praktijk van ongevraagde acquisitietelefoontjes bij veel ondernemers.

Naast deze maatregelen zal de controle van de gegevens door de Kamer van Koophandel (KVK) worden aangescherpt. Een voorbeeld is dat KVK bij inschrijving in het Handelsregister monitort op onaannemelijke bedrijfslocaties zoals een bedrijf dat gevestigd zou zijn op een gevangenisterrein.

De planning is voor eind 2025 zoveel mogelijk maatregelen doorgevoerd te hebben.

Voorgewende dwaling bij schenkingen met BOR-toepassing slaagt niet
21-05-2024

Ouders met een onderneming zoeken net als de meeste ouders naar mogelijkheden om hun kinderen al bij leven schenkingen te doen, zodat later erfbelasting over dat deel kan worden voorkomen. Zo kunnen ouders bijvoorbeeld certificaten van aandelen aan hun kinderen schenken. Niemand kan echter in de toekomst kijken, wat betekent dat het ook wel eens niet goed kan uitpakken.

Een dergelijke zaak speelde onlangs voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Ouders hadden elk van hun kinderen certificaten van aandelen in hun bv geschonken onder toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Dat was extra voordelig omdat de belastingvrijstelling in deze regeling vele malen hoger is dan de vrijstelling bij gewone schenkingen. Na het overlijden van een van de ouders – binnen vijf jaar na de schenking – blijkt dat de onderneming failliet zal gaan. De achtergebleven ouder en de kinderen sluiten een overeenkomst van dwaling. Daarin stellen zij zich niet bewust te zijn geweest van de mogelijkheid dat de onderneming binnen vijf jaar na overlijden van de overleden ouder failliet zou kunnen gaan. Zij stelden dat de onderneming niet kan worden voortgezet door oorzaken die buiten hun macht liggen. De certificaten worden terug geleverd aan de angstlevende ouder. Kort daarna volgt het faillissement van de onderneming.

De fiscus is er snel bij en legt een forse navorderingsaanslag op. Partijen vragen de rechter om die te vernietigen. De Hoge Raad heeft namelijk enkele jaren geleden in een dergelijke zaak geoordeeld dat vernietiging van een schenking wegens wederzijdse dwaling tot vermindering leidt van de schenkbelasting, tenzij partijen het beroep op vernietiging hebben voorgewend.

Daarvan bleek echter in deze zaak geen sprake, zo oordeelde de Rechtbank Zeeland-West-Brabant en concludeerde dat er geen sprake was van wederzijdse dwaling. Het argument daarvoor was dat pas twee jaar na de schenking rekening werd gehouden met de mogelijkheid van een faillissement. Dat de ouders en de kinderen zich pas na de schenking realiseerden dat een faillissement binnen vijf jaar zou leiden tot het terugnemen van de BOR, wil niet zeggen dat een beroep op dwaling mogelijk is. Daarmee acht de rechter het beroep op vernietiging van de schenking wegens wederzijdse dwaling te zijn voorgewend. De schenking is niet ongedaan gemaakt als gevolg van dwaling. De fiscus wordt in het gelijk gesteld.

Wilt u meer weten over de bedrijfsopvolgingsregeling in relatie tot schenkingen? Bel ons voor een afspraak.

Bewind, curatele en mentorschap
13-05-2024

Bent u wilsonbekwaam en is er eerder geen levenstestament of notariële volmacht opgesteld, dan krijgt u te maken met de wettelijke bescherming. De kantonrechter benoemt iemand die uw financiële en/of medische belangen gaat behartigen.

Wie dat wordt, is afhankelijk van wat de rechter nodig vindt. Daar heeft u zelf geen invloed meer op. Als u getrouwd bent en uw partner is wilsbekwaam, dan zal de rechter toch een bewindvoerder benoemen. Dat kan uw echtgenoot zijn, maar dat hoeft niet altijd.

Er zijn drie verschillende mogelijkheden: bewind, curatele of mentorschap.

Bewind

Bent u door uw lichamelijke en/of geestelijke toestand tijdelijk of blijvend niet meer in staat uw financiën te regelen? Dan benoemt de kantonrechter een bewindvoerder.

Bij een bewind wordt uw vermogen beschermd. U verliest de bevoegdheid om zelf te bepalen wat u met uw vermogen doet of laat. Beslissingen daarover worden gemaakt door de bewindvoerder. Hij doet dit zoveel mogelijk samen met u. Maar de bewindvoerder kan niet alles. Zo heeft hij voor het verkopen of schenken van goederen en het doen van grote uitgaven (boven de 2.000 euro) uw toestemming nodig. Als u zelf die toestemming niet meer kunt geven, is een machtiging van de kantonrechter nodig. Dit geldt ook als de bewindvoerder uw partner is. De bewindvoerder moet jaarlijks de financiële stukken aan de rechter laten zien.

Curatele

Bent u niet meer in staat uw eigen financiële en andere persoonlijke belangen te behartigen? Dan kan de rechter een curator benoemen. Curatele is een zwaarder middel dan bewind. Hierdoor worden uw persoonlijke belangen én uw vermogen beschermd. Bent u onder curatele gesteld, dan bent u ‘handelingsonbekwaam’. Dat betekent dat u zonder toestemming van de curator geen rechtshandelingen mag verrichten.

Mentorschap

Mensen die hun persoonlijke belangen niet meer kunnen behartigen, zijn bijvoorbeeld dementerenden, verstandelijk gehandicapten, psychiatrische patiënten of mensen die in coma liggen. Als de arts geen naaste familie (wettelijke vertegenwoordiger) kan vinden, wordt er een mentor benoemd. Het gaat met name om beslissingen die moeten worden genomen over verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding. De mentor neemt dan, zoveel mogelijk samen met u, de beslissing. Bijvoorbeeld als u moet kiezen tussen wel of niet zelfstandig blijven wonen of als het gaat om een medische behandeling.

Wilt u meer weten over bewind, curatele of mentorschap? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Bron KNB

Vereniging oprichten
13-05-2024

Verenigingen brengen mensen met dezelfde hobby, levensbeschouwing of politieke overtuiging bij elkaar. Een vereniging heeft leden, die tijdens de algemene ledenvergadering mee mogen beslissen over belangrijke zaken binnen de vereniging.

Doel

Een vereniging wordt meestal opgericht door mensen met een gezamenlijk doel: samen sporten, muziek maken of een hobby uitoefenen. Een andere vorm is de winkeliersvereniging, waarin winkeliers samenwerken om bijvoorbeeld een aantrekkelijker winkelgebied te realiseren. En dan is er nog de Vereniging van Eigenaren (VvE). Eigenaren van een appartement zijn hier verplicht lid van en betalen via de vereniging samen voor het onderhoud van het pand.

Waarom bij de notaris?

Het oprichten van een vereniging met een notariële akte zorgt voor een scheiding tussen het eigen vermogen van de leden en het vermogen van de vereniging. Geldstromen lopen zo niet meer door elkaar. Een vereniging is een rechtspersoon. Dat betekent onder meer dat een vereniging bezittingen en schulden kan hebben en ook contracten kan afsluiten. De ‘spelregels’ van de organisatie worden officieel vastgelegd in statuten. Deze regels moeten zorgen voor een goede interne organisatie van de vereniging.

Bron KNB

Woning wel of niet in huwelijksgemeenschap
06-05-2024

Financiering van de aankoop van een woning en de levering daarvan zijn twee totaal verschillende handelingen. Voor wie dat onderscheid niet goed beoordeeld kunnen de gevolgen groot zijn. Bijvoorbeeld de aankoop financieren met de erfenis van een van de partners en het huis via de leveringsakte bij de notaris laten leveren aan beide partners. Het huis valt dan in de huwelijksgemeenschap.

Een dergelijke zaak speelde onlangs voor de rechter. De man heeft van zijn ouders een vermogen geërfd onder uitsluitingsclausule. Dat bedrag zou bij bijvoorbeeld echtscheiding buiten de gemeenschap van goederen blijven en dus niet worden verdeeld. Met dat vermogen hebben hij en zijn vrouw een woning gekocht, in de leveringsakte is de woning aan beiden geleverd.

De wet bepaalt dat bijvoorbeeld een aangekocht huis buiten de gemeenschap blijft als de tegenprestatie voor meer dan de helft ten laste komt van een van de partners. Deze bepaling heeft betrekking op levering van – in dit geval – het huis aan één van de echtgenoten. In deze zaak is het huis echter aan beide echtgenoten geleverd, zo blijkt uit de akte van levering. Ook in het Kadaster staat vermeld dat beide partijen een aandeel in deze onroerende zaak hebben, ieder voor de helft. Dat betekent dat de woning moet worden verdeeld.

Vanwege de financiering met privévermogen van de man heeft hij een vergoedingsrecht op de huwelijksgemeenschap. De rechter stelde in deze zaak de hoogte van het vergoedingsrecht vast op de volledige actuele marktwaarde van de woning. Dat betekende dat de man geen vergoeding wegens overbedeling aan zijn ex-vrouw is verschuldigd.

Wilt u meer weten over de relatie tussen financiering van de aankoop van een woning en de levering daarvan? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Maatschappelijke zorgvuldigheid vereist voor declaratie executeur-afwikkelingsbewindvoerder
06-05-2024

De beloning van executeurs in een nalatenschap kan per testament nogal verschillen. Soms wordt een executeur benoemd die de taak ‘om niet’ moet gaan uitvoeren. Overigens kan deze de benoeming weigeren te aanvaarden. In andere gevallen mag de executeur een beloning voor zijn werkzaamheden declareren. Dat kan een vastgesteld bedrag zijn, maar ook andere vormen zijn mogelijk. Bijvoorbeeld het declareren van werkzaamheden conform iemands gebruikelijke uurtarief en het declareren van gemaakte onkosten.

De vraag is wat als loon en onkosten redelijk is in vergelijking met de omvang en samenstelling van de nalatenschap. Zo speelde onlangs een zaal voor het Hof Den Haag, waarin uiteindelijk werd geoordeeld dat de executeur buitensporig had gedeclareerd en kosten in rekening had gebracht die totaal niet in verhouding stonden tot de vrij eenvoudige nalatenschap. In vergelijking met de beloning van de executeur volgens de wettelijke regeling van 1% van het vermogen bij overlijden, rekende de executeur in dit geval het zestienvoudige daarvan, meer dan een derde van de totale omvang van de nalatenschap.

Ondanks de bepaling in het testament dat de executeur een beloning volgens zijn gebruikelijke tarief mag berekenen, mag van hem worden verwacht dat hij redelijk handelt als executeur en afwikkelingsbewindvoerder. Bij het berekenen van zijn beloning en onkosten moet hij rekening houden met de omvang van de nalatenschap. Bovendien had hij de erfgenamen tijdig moeten informeren over de te verwachten kosten.

Het Hof oordeelde dat het in strijd is met de maatschappelijke zorgvuldigheid dat de executeur de erfgenamen pas achteraf confronteert met een zeer aanzienlijke vordering voor zijn werkzaamheden en de door hem ingeschakelde derden. Het Hof bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank waarin de vergoeding aanzienlijk lager werd vastgesteld.

Wilt u meer weten over de verantwoordelijkheden en beloning van het uitvoeren van de taak van executeur? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Beperking verhuur appartementen aan regels gebonden
29-04-2024

Woningnood tegenover beleggers die woningen opkomen en gaan verhuren is voor veel lokale overheden aanleiding om de woningmarkt te verbeteren en een zelfbewoningsplicht te hanteren. Daarmee hebben starters op de woningmarkt een eerlijker kans om voor een huis in aanmerking te komen.

Zelfbewoningsplicht houdt in dat een koper van een huis of appartement voor een periode van meestal drie tot vijf jaar verplicht is om zelf in d woning te gaan wonen. Ook de volgende kopers krijgen met die plicht te maken. Daarmee beperkt een overheid het eigendomsrecht van een eigenaar. Kan dat zomaar? Dat kan in elk geval als de gemeente eigenaar is van de grond. Echter, dan moet een gemeente wel aantonen dat het besluit voldoet aan de eisen van behoorlijke bestuur en de noodzaak van de ingreep deugdelijk moeten onderbouwen.

Gemeenten hebben veel minder mogelijkheden bij woningen waarvan zij niet de grond in eigendom hebben. Bestemmingsplannen bieden hier uitkomst. De zelfbewoningsplicht kan worden opgenomen in een publiekrechtelijk exploitatieplan of in een privaatrechtelijke overeenkomst.

Mogelijkheden voor VVE

De wet regelt dat eigenaren van appartementsrechten het privégedeelte aan derden mogen verhuren. Diezelfde wet maakt het mogelijk dat in het splitsingsreglement beperkingen worden opgenomen. Soms gaat het dan om de regel dat verhuur aan derden alleen is toegestaan na toestemming van de VvE of het bestuur. Soms gaat het om een algeheel verbod op verhuur.

Als voor verhuur toestemming van de VvE of het bestuur nodig is, mag die niet zonder goede reden worden geweigerd. Als de VVE of het bestuur geen redelijke gronden voor die weigering aanvoeren, kan de eigenaar aan de kantonrechter een vervangende machtiging vragen, waarmee hij of zij het appartement alsnog mag verhuren. De kantonrechter toetst in dat geval of het verzoek op redelijke gronden is geweigerd. Het enkele feit dat een eigenaar zijn appartement aan een derde wil verhuren, is geen geldige weigeringsgrond. VvE of het bestuur moet relevante feiten en omstandigheden meewegen en afzetten tegen de belangen van alle partijen. Aspecten die hierbij een rol spelen zijn onder meer overeenstemming met de contractuele bestemming, gevolgen voor de aangrenzende bewoners en bewoonbaarheid van het complex, duur van het voorgenomen gebruik door de derde en door de eigenaar te geven zekerheden kunnen bij tekortkomingen door de huurder.

Wilt u meer weten over mogelijkheden tot (ver)huur van in eigendom zijnde appartementen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Meer ruimte voor civiele rechter gevraagd om onwaardigheid vast te stellen
29-04-2024

Pas de wet aan, zodat de civiele rechter in bepaalde situaties onwaardigheid kan vaststellen. Dat adviseert Marije de Vries, die aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveerde op onwaardigheid.

De Vries studeerde af op een erfrechtelijk onderwerp. 'Maar ik wilde verder met onderzoek. In mijn master kwamen zowel privaat- als strafrecht voorbij, onwaardigheid komt daarin samen. Het spreekt ook wel tot de verbeelding. Het gaat vaak om hele ernstige feiten. Moord en doodslag.'

Redenen voor onwaardigheid

Voor haar onderzoek keek De Vries naar artikel 4:3 Burgerlijk Wetboek. Daarin staan 5 gronden wanneer iemand onwaardig is om een nalatenschap te krijgen. 'Dat zijn het opzettelijk ombrengen van de erflater, opzettelijk een misdrijf plegen tegen de erflater waar een maximum van minstens 4 jaar gevangenisstraf op staat, het lasterlijk beschuldigen van de erflater, het dwingen of beletten van de erflater om een uiterste wilsbeschikking te maken en het verduisteren, vernietigen of vervalsen van de uiterste wil.'

Bloedige hand

'De eerste categorie zie je regelmatig terug in de media. De bloedige hand erft niet. De tweede categorie komt ook nog wel voor, maar de andere categorieën vele malen minder. Testamenten worden bij de notaris opgesteld en die waarborgt dat het testament weergeeft wat de erflater wil. Kleine dingen kun je regelen in een codicil. Dat kan soms door familie in de kachel worden gegooid, wat tot onwaardigheid leidt. Al is dat wel moeilijk om te bewijzen.'

Belgisch recht

De Vries keek voor haar onderzoek ook hoe onwaardigheid in België is geregeld. 'Op onderdelen is het Belgisch recht anders. Daar is gekozen voor een aparte regeling in het wettelijke erfrecht en in het testamentaire erfrecht. Als de dader is overleden, en er dus geen strafprocedure kan volgen, heeft de civiele rechter in bepaalde situaties een rol. Zou het in Nederland niet voor de hand liggen om die ook een rol te geven?' Zij verwijst daarbij ook naar een uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). 'De Roemeense wet vereiste een veroordeling voor onwaardigheid. Die kon niet volgen, omdat de dader zelfmoord had gepleegd. Maar in deze zaak had de dader zijn daad bekend, de familie en autoriteiten twijfelden er ook niet aan. Het EHRM stelde dat je in die specifieke situatie niet te strikt moet vasthouden aan de eis dat er een strafrechtelijke veroordeling moet zijn.'

Redelijkheid en billijkheid

In Nederland moet de rechter nu nog in bepaalde gevallen terugvallen op redelijkheid en billijkheid om te voorkomen dat iemand erft. De Vries pleit er voor om de civiele rechter een rol te geven bij het vaststellen van onwaardigheid in bepaalde situaties, zodat het teruggrijpen naar de redelijkheid en billijkheid niet meer nodig is.

Beuningse martelmoord

Een bekende zaak in Nederland is de Beuningse martelmoord. 'Daarbij is de dader strafrechtelijk niet veroordeeld, omdat hij handelde in een psychose. Dus mocht hij van de rechtbank gewoon erven.' Kamervragen volgden en de minister overwoog de wet aan te passen. 'Maar het is de vraag of hij dat nog gaat oppakken nu het gerechtshof in hoger beroep heeft geoordeeld dat hij toch niet mag erven. Mijn conclusie is in ieder geval dat het goed is om de wet aan te passen. Ook voor deze gevallen.'

Bron KNB

\

Notarissen kritischer laten voorlichten bij grondhandel
22-04-2024

Bij sommige grondtransacties moeten alle alarmbellen afgaan. Een deel van de oplossing kan zijn dat notarissen kritischer voorlichten, adviseren en controleren. Tweede Kamerleden Inge van Dijk en Eline Vedder (beiden CDA) willen van de ministers van Financiën en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties weten of zij dat ook zo zien.

De CDA'ers komen met een aantal mogelijke oplossingen om speculatieve grondhandel tegen te gaan. Naast een belangrijkere rol voor de notaris denken zij ook aan strenger toezicht door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Autoriteit Consument en Markt (ACM).

Rol notaris

Aanleiding voor de Kamervragen is een Radar-uitzending van begin april begin deze maand. Het tv-programma liet zien hoe geraffineerd dubieuze grondhandelaren te werk gaan om mensen om de tuin te leiden. In de uitzending werd ook benadrukt dat het verstandig zou zijn om de notaris eerder in het koopproces te betrekken.

Bron: KNB

Erfenis aanvaarden of niet
22-04-2024

Als u erfgenaam bent, dan kunt u kiezen of en hoe u de erfenis aanvaardt. Iedere erfgenaam neemt een eigen beslissing over aanvaarden of verwerpen. Als u de erfenis aanvaardt, bent u ook aansprakelijk voor eventuele schulden van de overledene. Ook heeft de aanvaarding mogelijk gevolgen voor uw uitkering of toeslagen.

Bij het al dan niet aanvaarden van een erfenis kunt u kiezen uit drie mogelijkheden:

  1. Zuiver aanvaarden: U aanvaardt de nalatenschap en bent (samen met de andere erfgenamen die zuiver hebben aanvaard) aansprakelijk voor eventuele schulden. Meer over zuiver aanvaarden
  2. Beneficiair aanvaarden: U aanvaardt de nalatenschap, maar hoeft eventuele schulden niet uit eigen zak te betalen. Meer over beneficiair aanvaarden
  3. Verwerpen: U krijgt niets uit de nalatenschap en bent ook niet aansprakelijk voor eventuele schulden. Meer over verwerpen

Wanneer kiezen?

De meeste erfgenamen nemen de beslissing binnen drie maanden na het overlijden. Dan weten ze ongeveer of er schulden zijn en of de bezittingen en het vermogen opwegen tegen de schulden. Eventuele schuldeisers kunnen hun geld pas na drie maanden opeisen.

Per ongeluk aanvaarden

Als u nog niet zeker weet of u zuiver wilt aanvaarden, pas dan op dat u zich niet als erfgenaam gedraagt. Bijvoorbeeld door waardevolle spullen van de overledene mee naar huis te nemen of geld op te nemen van de gezamenlijke rekening. Op het moment dat u door uw gedrag een erfenis (per ongeluk) aanvaardt, aanvaardt u de erfenis mét eventuele schulden.

Uitkering, toeslagen of pensioen

Als u een bijstandsuitkering heeft of in de schuldsanering zit, dan moet u uw erfenis melden. Bij zorgtoeslag, een studiebeurs of huurtoeslag kan de erfenis van invloed zijn op uw toeslag of beurs. Een erfenis heeft geen gevolgen voor een pensioen en AOW-uitkering.

Erfgenaam jonger dan 18

Om hen te beschermen tegen eventuele schulden kunnen minderjarigen kiezen tussen beneficiair aanvaarden en verwerpen van een erfenis.

Wilt u meer weten over het al dan niet aanvaarden van een erfenis? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Wens tot decertificering aandelen niet altijd gehonoreerd
15-04-2024

Het komt vaak voor dat de aandelen in een BV zijn ondergebracht in een Stichting Administratiekantoor (STAK). Daarmee staan de aandeelhouders op een wat grotere afstand van de onderneming, zodat het bestuur van de onderneming slagvaardig kan handelen. Na verloop van tijd kan het wenselijk zijn – vanuit aandeelhouders of vanuit het stichtingsbestuur – om de aandelen te decertificeren. Onder welke voorwaarden dat kan, hangt af van de tekst in de administratievoorwaarden van de stichting.

Een voorbeeld van de wenselijkheid van decertificering is het overlijden van een certificaathouder met als gevolg dat alle certificaten in één hand terecht komen. Die persoon kan belang hebben bij decertificering.

Onlangs diende een dergelijke zaak voor het Hof Den Bosch. In de administratievoorwaarden was opgenomen dat alleen het bestuur van de stichting tot decertificatie van de aandelen kan overgaan. Ook was opgenomen dat certificaathouders geen decertificering van de aandelen kunnen verlangen, tenzij alle certificaten van aandelen worden gehouden door één persoon.

Zowel uit de statuten van de betreffende stichting als de administratievoorwaarden blijkt dat een besluit over decertificering alleen door het bestuur van de stichting kan worden genomen en dat het ook alleen kan met algemene stemmen “kan” besluiten. Er is daarmee – blijkens het woord “kan” sprake van een zogenaamde discretionaire bevoegdheid. Dat is de bevoegdheid van het bestuur om zelf te bepalen of en hoe het bestuur de bevoegdheid zal gebruiken.

Geen onbegrensde bevoegdheid

Dat houdt in dit geval in dat degene die alle certificaten in bezit heeft, niet zonder meer decertificering kan verlangen. Aan de andere kant wil het ook niet zeggen dat het bestuur van de stichting een onbegrensde bevoegdheid heeft om een verzoek tot decertificering af te wijzen. Het in handen komen van de aandelen bij één persoon kan een belangrijke reden voor decertificering zijn. Maar het kan ook de bedoeling van de certificering geweest zijn om de zeggenschap van de aandeelhouders ook definitief uit te sluiten als slechts één aandeelhouder alle aandelen houdt of als het in verband met de continuïteit van de onderneming niet verantwoord is de zeggenschap in handen te leggen van de enige certificaathouder. Dat zijn gronden om een verzoek tot decertificering af te wijzen.

Wilt u meer weten over certificering en decertificering van aandelen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Levenstestament regelt uw persoonlijke, financiële en medische belangen
15-04-2024

In een testament legt u vast wat er met uw nalatenschap moet gebeuren en hoe dat moet worden afgewikkeld. In een levenstestament legt u juist vast wat er moet gebeuren als u nog wel leeft, maar niet meer in staat bent om zelf beslissingen te nemen. Daarmee voorkomt u dat de kantonrechter gaat bepalen wie bevoegd is om namens u te handelen. Dat zou dan iemand kunnen zijn waaraan u dat niet zou toevertrouwen.

Aan de basis van het principe van levenstestamenten staat nauw overleg tussen notarissen, rechters, artsen en banken. Hun inbreng is verwerkt in de documenten die notarissen als basis voor het maatwerk voor u hanteren. In het levenstestament legt u uw wensen op persoonlijk, financieel en medisch gebied vast voor de situatie dat u ooit niet meer in staat zou zijn om deze wensen zelf uit te drukken. Dank daarbij aan wensen over uw vermogen, eventuele schenkingen en eventuele medische wensen.

Meestal bevat een levenstestament een volmacht voor uw financiële belangen en een volmacht voor uw persoonlijke en medische belangen. In het levenstestament bepaalt u wie namens u kan handelen wanneer u daar zelf niet meer toe in staat bent. Vaak is dat een partner of een of meer kinderen, maar u kunt daar ook derden voor aanwijzen. U regelt daarin ook de bevoegdheden van de gemachtigde, bijvoorbeeld het beheren van bankrekeningen, het regelen van belastingzaken, onder welke voorwaarden uw woning verkocht mag worden of schenkingen en giften mogen worden gedaan.

Uw levenstestament wordt – net als uw testament - geregistreerd in het Centraal Levenstestamentenregister. Daartoe bevoegde personen mogen het levenstestament inzien en ervoor zorgen dat uitvoering wordt gegeven aan uw wensen.

Medische volmacht

Het levenstestament biedt de mogelijkheid er medische wilsverklaringen aan te hechten. Daarin kunt u vastleggen over onder meer het al dan niet doorbehandelen in bepaalde situaties, het al dan niet toepassen van euthanasie,

Het is wel belangrijk dat u het medische uittreksel van het levenstestament aan uw huisarts geeft. Dat is het gedeelte van het levenstestament waarin de medische volmacht en de medische verklaring(en))zijn vastgelegd. De huisarts kan deze toevoegen aan uw medisch dossier. Het verdient aanbeveling om elk jaar bij de huisarts langs te gaan om de medische volmacht te bespreken en opnieuw te bekrachtigen. Met een verouderde volmacht kan de huisarts niet zonder meer besluiten om bepaalde handelingen al dan niet uit te voeren. Dat risico is niet helemaal weg als u wel recent nog de volmacht bij de huisarts heeft bekrachtigd, die blijft zijn of haar eigen verantwoordelijkheid houden.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden van een levenstestament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Soms wel en soms geen vergoedingsrecht voor vermogensverschuiving binnen huwelijk
08-04-2024

Binnen huwelijken wordt door een van de partners wel eens vermogen verschoven naar de andere partner. Normaal gesproken ontstaat er dan een vergoedingsrecht, behalve als er goede reden is voor de vermogensverschuiving. Wat kan een goede reden zijn?

In het huwelijksvermogensrecht is in 2018 de wettelijke gemeenschap van goederen herzien. Tot die wijziging trouwden mensen in een algehele gemeenschap van goederen. Na de wijziging trouwen mensen – als zij geen huwelijkse voorwaarden maken – in beperkte gemeenschap. Dat betekent dat de verschillen in vermogens van beide echtgenoten blijven bestaan. Dan kan bijvoorbeeld de vraag ontstaan of er een vergoedingsrecht ontstaat als de ene echtgenoot voor de ander een verbouwing financiert, de hypotheek voor een deel aflost of een auto koopt. Ontstaat er dan een recht op vergoeding of niet?

Vergoedingsrecht

De algemene regel is bij verschuiving van vermogen van de ene naar de andere echtgenoot een vergoedingsrecht ontstaat. Alleen als daar een goede r4eden voor is, kan worden afgeweken van deze regel. Zo’n goede reden kan bijvoorbeeld zijn dat beide echtgenoten er onderling andere afspraken over hebben gemaakt. Een andere goede reden kan zijn dat het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid als er nog een vergoeding moet worden betaald. Dat laatste kan zijn als een verbouwing al heel lang gelden plaatsvond of een aangekochte auto helemaal is afgeschreven.

Overigens speelt bewijsrecht een belangrijke, meestal doorslaggevende rol in procedures over vergoedingen. Degene die de vergoeding wil hebben moet bewijzen dat er een vermogensverschuiving is, bijvoorbeeld in de vorm van door hem of haar betaalde rekeningen. Als dat bewezen kan worden moet degene die de vergoeding zou moeten betalen – om die betaling te voorkomen – moeten bewijzen dat er een rechtvaardiging was voor die vermogensverschuiving, bijvoorbeeld een schenking.

Wilt u meer weten over vermogensverschuiving binnen het huwelijk of andere samenlevingsvorm? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Geen boete na afzien van koop speculatiegrond
08-04-2024

Een koper van speculatieve landbouwgrond die zich misleid voelt door de verkoper hoeft geen boete te betalen voor het niet nakomen van de koop. Dit heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland bepaald. Het is de tweede keer in korte tijd dat een rechter in zo'n zaak in het voordeel van de koper oordeelt.

De koper heeft voor bijna 65.000 euro speculatieve landbouwgrond gekocht. Nadat de notaris hem nadrukkelijk heeft gewezen op het zeer speculatieve karakter hiervan, wil hij van de koop af en betaalt de koopprijs niet. De verkoper heeft de koop daarop buitengerechtelijk ontbonden en maakt aanspraak op de contractuele boete van 20 procent van de koopprijs, ongeveer 13.000 euro. De koper wil de boete niet betalen en beroept zich op vernietiging van de koopovereenkomst op grond van oneerlijke handelspraktijken. De kantonrechter is het hiermee eens.

Misleidende handelspraktijk

Volgens de kantonrechter is sprake van een uiterst speculatieve en risicovolle belegging, waarover de verkoper geen open kaart heeft gespeeld. De verkoper heeft zich daarmee bediend van een misleidende handelspraktijk zoals bedoeld in artikel 6:193c BW. Ook heeft de verkoper essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te nemen, in de fase voorafgaand aan de ondertekening van de koopovereenkomst weggelaten. Daarmee is volgens de kantonrechter sprake van een misleidende omissie als bedoeld in artikel 6:193d BW.

Vernietiging koopovereenkomst

Nu de conclusie is dat de verkoper zich heeft bediend van misleidende en daarmee oneerlijke handelspraktijken, aanvaardt de kantonrechter het beroep van de koper op vernietiging van de koopovereenkomst. Dit betekent dat de verkoper daarvan geen nakoming kan vorderen en de koper ook geen contractuele boete verschuldigd is.

Eerdere uitspraak

In een eerdere vergelijkbare zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland geoordeeld dat een koper van speculatieve landbouwgrond die zich misleid en onder druk gezet voelde door de verkoper de koop niet hoeft na te komen.

Bron: KNB

Hypotheekrente familiehypotheken niet beperkt
02-04-2024

De hypotheekrente voor familiehypotheken gaat niet beperkt worden. Vanuit de Tweede Kamer was bij sommige partijen weerstand tegen het vermeende voordeel van de familiehypotheek ten opzichte van de afgeschafte jubelton. Het kabinet ziet geen bevoordeling ten opzichte van belastingplichtigen die een lening afsluiten bij een financiële instelling. Dat voordeel ziet het kabinet ook niet als de leners een schenking gebruiken voor rente of aflossing in vergelijking met schenkingen die aan andere doelen wordt besteed.

Een familiehypotheek kan een uitkomst zijn als de bank niet meer dan 100 procent van de waarde van de woning wil financieren. Ouders kunnen het bedrag dat bijvoorbeeld nodig is voor eventuele bijkomende kosten of een verbouwing lenen.

De bank telt de schuld die het kind heeft bij de ouders wel mee bij de berekening van het bedrag dat het kind mag lenen. Het is mogelijk dat de bank daarom alsnog een streep zet door de lening bij de bank omdat het inkomen niet genoeg is om beide leningen te financieren.

Overeenkomst

Net als bij een hypotheek bij een bank moet de familiehypotheek worden vastgelegd in een overeenkomst. Daar moeten beide partijen zich aan houden. In de overeenkomst staat onder meer de rente en de aflossing die het kind moet betalen.

Om gebruik te kunnen maken van de hypotheekrenteaftrek mag de rente niet veel lager of hoger zijn dan wat een bank zou vragen voor dezelfde lening. De lening moet dus te vergelijken met een lening bij een bank. Als aan alle voorwaarden wordt voldaan, mag de hypotheekrente worden afgetrokken in de aangifte van de inkomstenbelasting.

Schenken

De ouders hoeven over de ontvangen rente geen belasting te betalen. Ook kunnen zij het bedrag dat het kind jaarlijks aan rente en aflossen betaalt schenken. Het is aan te raden daarbij rekening te houden met het jaarlijkse bedrag dat ouders belastingvrij mogen schenken aan hun kinderen, in 2024 is dat € 6.633.

Wilt u meer weten over de familiehypotheek? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vraagtekens bij bepaling winst en vermogen maatschappelijke bv
02-04-2024

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft nog geen duidelijkheid over de eisen, beperkingen en waarborgen die moeten gelden bij het regelen van de winst en het vermogen van de maatschappelijke bv. Het voorontwerp is voorgelegd aan een aantal deskundigen.

De minister wil weten of de ontworpen bepalingen voldoende effectief en praktisch werkbaar zijn. Als zij dat ontkennend beantwoorden, wil de minister weten waarom, en welke betere bepalingen zouden moten worden opgenomen. Na antwoord van de deskundigen neemt de minister een besluit over de voortgang van dit traject.

Het wetgevend traject voor een maatschappelijke bv is een langlopend traject. De consultatie over het wetsvoorstel is in 2021 gehouden, het proces zal nog wel even lopen.

Het kabinet wil de regelgeving en het speelveld voor bedrijven met sociale of maatschappelijke doelen verbeteren met een maatschappelijke bv. Er komt een nieuwe juridische vormgeving van sociaal ondernemerschap. Sociale ondernemingen kunnen de status van maatschappelijke bv (BVm) krijgen.

Sociale ondernemingen zijn onder meer actief bij maatschappelijke vraagstukken als bijvoorbeeld energie en klimaat, zorg, onderwijs en veiligheid. Met de BVm zijn zij daarmee herkenbaar als

een bedrijf dat maatschappelijke impact vooropstelt boven het uitkeren van winst aan aandeelhouders. De winst blijft voor een aanzienlijk deel beschikbaar voor het realiseren en uitbouwen van maatschappelijke impact.

Huwelijkse voorwaarden vlak voor overlijden geen belastingontduiking
25-03-2024

Ook tijdens huwelijk kunt u huwelijkse voorwaarden afspreken. Daarin kunt u vermogen van de ene partner op de andere overbrengen. Het maakt niet uit of een van daarin voor een groter, kleiner of gelijk deel wordt gerechtigd, in alle gevallen is er sprake van niet-belaste schenking. De vraag is of dat zo is als huwelijkse voorwaarden worden aangegaan vlak voor een overlijden waarin de langstlevende partner sterk wordt bevoordeeld ter voorkoming van belasting.

In uitzonderlijke gevallen kan het aangaan van huwelijkse voorwaarden als wetsontduiking worden aangemerkt. In die gevallen valt de verschuiving van vermogen onder de regels van het erfrecht. Wanneer is dat het geval?

Erfbelasting wordt geheven over de waarde van alles wat wordt op grond van erfrecht ten deel valt aan de erfgenamen of andere begunstigden. In dezelfde wet waarin het erfrecht wordt geregeld, wordt ook de schenkbelasting geregeld. Een van die regels is dat schenkbelasting wordt geheven over de waarde van alles wat wordt verkregen door schenking. Schenkingen die vallen binnen de termijn van 180 dagen vóór het overlijden van de schenker hebben plaatsgevonden, worden belast alsof zij krachtens erfrecht zijn verkregen.

De belastinginspecteur is geneigd om gevallen waarin bij huwelijkse voorwaarden binnen 180 dagen voor het overlijden altijd uit te gaan van een 50/50 verdeling en niet van de afgesproken ongelijke verdeling in de huwelijkse voorwaarden.

Hoge Raad

De Hoge Raad heeft onlangs nog eens benadrukt dat het aangaan van huwelijkse voorwaarden geen schenking inhoudt, ook niet als de echtgenoten volgens de huwelijkse voorwaarden voor ongelijke delen recht hebben op de goederen van de huwelijksgemeenschap.

Uitzonderingen daarop zijn volgens de Hoge Raad als:

1.het ontgaan van erfbelasting het doorslaggevende motief is geweest, en bovendien

2.de vermogensverschuiving tussen de echtgenoten en het vervolgens overlijden van één van hen niet zou worden beschouwd als onderdeel van de nalatenschap, omdat bij het aangaan van de huwelijkse voorwaarden duidelijk was dat de echtgenoot met het kleinste aandeel in het vermogen eerder zal overlijden dan de andere echtgenoot. In die gevallen kan worden aangenomen dat de vermogensverschuiving door de huwelijkse voorwaarden enkel en alleen bedoeld was om erfbelasting te vermijden.

Zolang niet onomstotelijk sprake is van deze uitzonderingssituaties, is er ook geen sprake van een schenking.

Wilt u meer weten over schenkingen of huwelijkse voorwaarden tijdens huwelijk? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Voorkom complicaties bij familielening eigen woning
25-03-2024

Met de huidige hoge huizenprijzen is het voor veel mensen, met name starters op de woningmarkt lastig om de financiering rond te krijgen. Veel reguliere banken verstrekken niet meer hypotheeklening dan circa zes keer een bruto jaarsalaris. Een simpel rekensommetje leert ons dan dat het zeker voor een alleenverdiener lastig wordt om in de huidige markt een woning te kunnen kopen. Wat we in de praktijk steeds meer zien gebeuren is dat er geld voor de aankoop van een eigen woning wordt geleend bij ouders of andere familieleden, de zogenaamde familielening. Vaak zien we ook een combinatie van een lening bij een reguliere bank, aangevuld met een familielening.

Net als bij een reguliere eigen woningfinanciering is het bij de familielening van belang om de gemaakte afspraken goed vast te leggen. Wil de koper de afgesproken rente fiscaal aftrekken dan moet er sprake zijn van zakelijke voorwaarden. Dit betekent dat er een min of meer marktconforme rente moet worden afgesproken en de hele lening moet in maximaal 30 jaar worden afgelost. Daarnaast is het van belang dat de gemaakte afspraken – net als bij een commerciële bank – worden vastgelegd in een hypotheekakte.

Situatie bij overlijden

Aangezien de lening veelal wordt verstrekt voor een lange periode van bijvoorbeeld 30 jaar kan het voorkomen dat gedurende de looptijd bijvoorbeeld een van de betrokken partijen komt te overlijden.

Bij een gezin met meerdere kinderen waarvan een kind een familiehypotheek bij de ouders heeft gesloten en de ouders komen te overlijden is het van belang dat de andere kinderen niet hun deel van de vordering opeisen. Als in de hypotheekakte een looptijd van 30 jaar is afgesproken dan loopt de lening – ondanks het overlijden van de oorspronkelijke schuldeisers – gewoon door. Een deel van verplichting valt dan weg aangezien het kind gedeeltelijk eigen schuldeiser is geworden. De rest van de rente en aflossing wordt dan (maandelijks) betaald aan de andere kinderen.

Als de afspraken niet goed zijn vastgelegd (via de notaris) en de verhoudingen binnen het gezin niet optimaal zijn, kan het overlijden van de ouders tot problemen lijden bij het kind met de familielening. De andere kinderen zullen namelijk hun deel van de vordering kunnen opeisen, waarbij ze overigens volledig in hun recht staan. Het valt dan maar te bezien of een commerciële bank de lening wil overnemen. In het slechtste geval zal de woning verkocht moeten worden om de andere kinderen te kunnen uitbetalen.

Geen rente

Bij een familielening kan ook worden afgesproken dat het kind helemaal geen rente hoeft te betalen. In dat geval is er in de ogen van de fiscus sprake van een schenking van een bedrag gelijk aan de normale/zakelijke rente. Gaat het bijvoorbeeld om een lening van € 250.000,- dan zou de rente bij een bank normaal gesproken € 10.000,- per jaar bedragen. Het vrijgestelde bedrag tussen ouder en kind is voor dit jaar ruim € 6.600,- er is dus sprake van een schenking van € 3.400,-. Hierover moet het kind dan 10% schenkbelasting betalen ofwel € 340,- dat is dus te overzien.

Als er meerdere kinderen zijn waarvan er één een goedkope lening bij de ouders heeft dan kunnen de ouders in hun testament vastleggen dat het genoten voordeel later met het erfdeel van het kind verrekend moet worden.

Speelt u met de gedachte een familielening te verstrekken of aan te gaan? Laat u dan vooraf goed informeren over de juridische en fiscale gevolgen hiervan. De notaris kan u wegwijs maken in alle ins en outs die bij de familielening komen kijken.

Nietigheid dreigt voor overnemingsbeding bij onjuiste vormgeving
18-03-2024

Een wat bijzondere zaak geeft weer eens aanleiding om te overdenken hoe de overgang van een onderneming met overnemingsbeding het beste kan worden vormgegeven. In deze zaak ging dat niet helemaal goed.

In de agrarische praktijk wil het nog wel eens voorkomen dat een onderneming of onderdelen daarvan tegen een lagere waarde worden overgedragen dan de waarde in het economisch verkeer. Dat is met name een gevolg van de geringe opbrengsten in die agrarische praktijk. Vaak wordt dan een regeling getroffen waarbij de voortzetting van het bedrijf belangrijker wordt geacht dan de rechten van de kinderen op een erfdeel of hun legitieme portie - dat gedeelte van de erfenis waar je als kind tenminste recht op hebt.

Nietig beding

In deze zaak werd onroerend goed met een waarde in het economisch verkeer van € 1.400.000 overgedragen aan het kind dat de onderneming had voortgezet voor een bedrag van € 90.000. Omdat het overnemingsbeding niet op de juiste wijze was vormgegeven, was het overnemingsbeding nietig. De reden daarvoor was dat het beding in deze specifieke zaak vormgegeven had moeten worden in een notariële akte. Gevolg was dat het overnemingsbeding niet werkte en de waarde in het economisch verkeer van de onroerende goederen onderdeel uitmaakte van de nalatenschap.

De voortzetter had derhalve een bittere pil te slikken en diende om hetzelfde resultaat te bereiken een veel grotere som geld te betalen. Let daarom goed op als er sprake is van een overnemingsbeding en voorkom dit soort onnodige schade!

Wilt u meer weten over bedrijfsovername of -overdracht? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Een onduidelijk testament
18-03-2024

Soms komt het voor dat iemand is overleden die een testament heeft gemaakt en dat het testament op bepaalde onderdelen onduidelijk is of dat er iets gebeurd is, nadat het testament is getekend, waarmee geen rekening is gehouden bij het maken van het testament. Bij het maken van een testament is dan van onjuiste feiten uitgegaan. Het testament kan dan natuurlijk niet meer worden veranderd door degene die is overleden.

Om de nalatenschap te kunnen afwikkelen moet het testament dan worden uitgelegd of worden aangevuld. Het lijkt erop dat uitleg van testamenten steeds vaker voorkomt als er naar de rechtspraak wordt gekeken, ook als de bewoordingen van het testament op het eerste gezicht wel duidelijk zijn. Niet alleen met grammaticale onduidelijkheid, maar ook met onduidelijkheid die ontstaat gelet op bijvoorbeeld de relaties met anderen die de testateur had of de omstandigheden waaronder een testament is gemaakt wordt rekening gehouden.

De wet bepaalt dat bij de uitleg van het testament dient te worden gelet op de verhoudingen die het testament kennelijk wil regelen en de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt. De bedoeling van de overledene is daarbij van belang. Daden of verklaringen van de testateur die niet in het testament zijn opgenomen mogen alleen dan voor de uitlegging van het testament worden gebruikt, als het testament zonder die daden of verklaringen geen duidelijke zin heeft. Niet alleen daden en verklaringen van vóór het opstellen van het testament, maar ook van nadien zijn van belang.

Voorbeeld

Als duidelijk is dat de testateur zich heeft vergist bij de benoeming van een bepaalde persoon of een bepaald goed, wordt het testament naar de bedoeling van testateur uitgevoerd, indien deze bedoeling ondubbelzinnig met behulp van het testament of met andere gegevens kan worden vastgesteld. Er mag dus rekening worden gehouden met een daad of verklaring van de testateur op een omstandigheid die pas ná het maken van het testament is ingetreden. Overigens wordt een enkel niets doen van de testateur zoals het niet herroepen van een testament niet als een daad of verklaring beschouwd.

Als blijkt dat de uitvoering van het testament onmogelijk is, vervalt de niet uit te voeren beschikking en mag daar geen andere beschikking voor in de plaats worden gesteld. De wet maakt hier echter zelf ook soms een uitzondering op. Bijvoorbeeld voor de situatie dat door de testateur een goed uit de huwelijksgoederengemeenschap is gelegateerd, terwijl dat goed bij de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap aan de andere echtgenoot is toebedeeld. De erfgenamen zullen dan in plaats van dat gelegateerde goed de waarde van het gelegateerde goed moeten uitkeren.

Een beschikking in een testament voor degene met wie de testateur op het tijdstip van het maken van het testament gehuwd was of reeds trouwbeloften gewisseld had, vervalt door een daarna ingetreden echtscheiding, tenzij uit het testament het tegendeel is af te leiden. Dit kan in sommige gevallen ook analoog worden toegepast met betrekking tot de familie van de ex-echtgenote of in het geval bij verbreking van samenleving.

Rechtspraak

In een uitspraak van oktober 2013 oordeelde de Hoge Raad dat een andere persoon erfgenaam was, dan degene die in het testament was benoemd. De testateur had haar broer tot enig erfgenaam genoemd, voordat zij trouwde. Daarna trouwde zij. Toen zij overleed stelde haar broer op grond van de tekst van het testament dat hij erfgenaam was, maar daar was haar echtgenoot het niet mee eens. Hij stelde dat hij krachtens uitleg van het testament enig erfgenaam was. Volgens de echtgenoot had erflaatster alleen bedoeld om met het testament haar ouders te onterven en was het niet de bedoeling om haar broer te bevoordelen. Aan de hand van getuigenbewijs lukt het de echtgenoot te bewijzen dat erflaatster alleen haar broer had benoemd tot erfgenaam, omdat er voor die situatie geen alternatief was. Door het latere huwelijk was er wel een alternatief ontstaan. De Hoge Raad gaat hierin mee: het was de bedoeling van erflaatster om bij een alternatief als een huwelijk, de erfstelling ten gunste van haar broer te doen vervallen. De echtgenoot werd daardoor uiteindelijk erfgenaam in plaats van de broer die als zodanig in het testament was benoemd.

In een recentere uitspraak van de Hoge Raad van november 2023 werden bij de uitleg niet alleen verwachtingen van de erflater tijdens het opmaken van zijn uiterste wil betrokken, maar ook feiten en omstandigheden van daarna. Het feit dat een erflater in zijn uiterste wil geen rekening heeft gehouden met een bepaalde toekomstige situatie, kan betekenen dat de uiterste wil zo moet worden uitgelegd dat de beschikking niet geldt als die situatie zich voordoet.

In deze zaak had een testateur in 2006 een testament laten opmaken waarin hij zijn toenmalige vrouw benoemde tot erfgename en executeur, onder de voorwaarde dat hun huwelijk nog zou bestaan op zijn sterfdag. En voor het geval de erfstelling van zijn toenmalige echtgenote geen doorgang zou vinden had zijn broer tot erfgenaam benoemd. Na het maken van het testament is testateur gescheiden en hertrouwd met de vrouw die nu weduwe geworden is, en uit hun huwelijk zijn kinderen geboren. De testateur had tijdens zijn huwelijk een concept van een nieuw testament laten maken, maar dat is nooit definitief gemaakt. Het testament uit 2006 was daarom geldend.

De weduwe vond dat de broer geen rechten kon ontlenen aan het testament uit 2006. Volgens haar is het testament alleen bedoeld voor het geval dat haar man ongehuwd en kinderloos zou overlijden. Vervolgens overweegt de Hoge Raad: “doen zich na het opmaken van de uiterste wil feiten en omstandigheden voor waardoor de feitelijke verhoudingen niet langer aansluiten bij hetgeen de erflater kennelijk wenste te regelen, dan kan de uiterste wil zo worden uitgelegd dat de desbetreffende beschikking alleen gold voor de situatie die bestond voordat de bedoelde feiten en omstandigheden zich hadden voorgedaan. Voor een dergelijke uitleg is niet vereist dat de erflater bij het opmaken van de uiterste wil op de bedoelde feiten en omstandigheden is vooruitgelopen.” Omdat testateur in zijn testament geen rekening heeft gehouden met een dergelijke wijziging, moet vervolgens afgevraagd worden of hij ook deze huwelijks- en gezinssituatie kennelijk wilde regelen. De Hoge Raad verwijst de zaak verder terug naar het Hof.

De notaris zal, mede gezien het vorenstaande, altijd zo veel mogelijk toekomstige situaties samen met u bekijken, bespreken en willen opnemen in uw testament, om te voorkomen dat bij uw overlijden onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van het testament. Wilt u uw testament laten veranderen of een testament maken? Neemt u dan contact met ons op.

Pas op met (starters)vrijstelling en tarief overdrachtsbelasting
11-03-2024

De wetgeving met betrekking tot overdrachtsbelasting bij vastgoedtransactie is er de laatste jaren niet eenvoudiger op geworden. Er is momenteel sprake van drie verschillende tarieven waarbij de notaris moet bepalen welk tarief van toepassing is. Over de aankoop van een eigen woning is in beginsel 2% overdrachtsbelasting verschuldigd. Koopt u een woning om deze vervolgens te gaan verhuren dan is het tarief 10,4%. Koopt iemand onder de leeftijd van 35 jaar een woning met een lagere waarde dan € 510.000,- dan is het tarief 0%, waarvan voor een aan te kopen woning gebruik gemaakt mag worden gemaakt.

Dat er in de praktijk wel eens iets mis gaat blijkt uit de volgende kwestie waarover de rechtbank zich recent heeft gebogen. Een koper heeft een aandeel in een bestaande woning gekocht. Deze woning zal worden gesloopt en vervangen door een nieuw appartementengebouw waarin onze koper een woonappartement zal verkrijgen / zal voorbehouden. Bij de aankoop is door de koper 2% overdrachtsbelasting afgedragen. De inspecteur der belastingen heeft echter een naheffingsaanslag opgelegd omdat het bestaande gebouw niet als hoofdverblijf wordt/is gebruikt. De Rechtbank heeft in de beroepsprocedure geoordeeld dat de koper geen recht heeft op toepassing van het verlaagde overdrachtsbelastingtarief van 2%. Vast staat wel dat de koper bij de overdracht een woning heeft verkregen.

Hoofdverblijf

Sinds 1 januari 2021 is het verlaagde tarief echter alleen van toepassing als de koper de woning na de verkrijging als eigen hoofdverblijf gaat gebruiken. Vast staat ook dat op het moment van de aankoop voor de koper al duidelijk was dat de verkregen woning (het bestaande gebouw) zou worden gesloopt en dat er nieuwe appartementen zouden worden gesticht. De koper is dus nooit in de oorspronkelijk gekochte woning gaan wonen en had dus 10,4% overdrachtsbelasting moeten betalen. Volgens de Rechtbank is de wet helder en niet voor meerdere uitleg vatbaar. In de parlementaire geschiedenis is opgemerkt dat het lage tarief niet kan worden toegepast bij verkrijgingen van woningen waarin, kort gezegd, de belastingplichtige niet zelf gaat wonen. Daarbij wordt geen uitzondering gemaakt voor een geval als hiervoor beschreven. De grammaticale uitleg van de wet leidt volgens de Rechtbank ook niet tot een ander resultaat.

De Rechtbank concludeerde dat aankoop van een bestaande, voor eigen bewoning bestemde, woning nu eenmaal een andere situatie geeft dan de aankoop van een bestaande, voor sloop bestemde woning, ook al wordt deze vervangen door een nieuwe, voor eigen bewoning bestemde woning. Het staat de overheid/belastingdienst vrij om beide situaties voor de heffing van overdrachtsbelasting anders te behandelen. Dat het de bedoeling van de op 1 januari 2021 ingevoerde wetswijziging is geweest om de positie van particuliere woningkopers te verbeteren ten opzichte van beleggers, verandert hier niets aan. Ook de verwijzing naar de inkomstenbelasting, waarin volgens de koper zowel het oorspronkelijke gebouw als het nieuw te bouwen appartement als een hoofdverblijf in de zin van de eigenwoningregeling wordt aangemerkt, verandert niets in het standpunt van de Rechtbank. Dit aangezien de wet inkomstenbelasting eigen regels heeft voor woningen in aanbouw. Voor de overdrachtsbelasting gelden die regels domweg niet.

Kortom, de koper heeft dikke pech en moet naast de naheffing mogelijk ook nog een boete en de proceskosten betalen. Heeft u dergelijke plannen? Neem dan vooraf contact op met de notaris die de overdracht zal doen en vertel hem/haar exact wat de plannen met het pand zijn. Zo voorkomt u narigheid en kosten achteraf.

Een legaat voor kleinkinderen
11-03-2024

Het kleinkind-legaat is een testamentaire bepaling waarbij een grootouder een deel van zijn of haar nalatenschap specifiek toewijst aan een of meer van de kleinkinderen. Dit legaat kan in verschillende vormen voorkomen, maar meestal wordt een vast bedrag of een bedrag ter grootte van een percentage van de nalatenschap nagelaten. Wanneer de erflater overlijdt, treedt het testament in werking en wordt het kleinkind-legaat uitgevoerd. Het kleinkind-legaat wordt direct toegewezen aan de kleinkinderen, waardoor zij als eerste recht hebben op dit specifieke deel van de nalatenschap. Als de erflater kinderen achterlaat als zijn enige erfgenamen komt dit legaat in mindering op de erfdelen van de kinderen. Zij ontvangen dus een kleiner erfdeel dan wanneer de kleinkinderen geen legaat hadden ontvangen.

Aandachtspunten

Is het wel de bedoeling dat een kleinkind direct over het bedrag kan beschikken? Een kleinkind van 18 jaar of ouder ontvangt het bedrag immers zelf en diens ouders hebben daar verder dan niets meer over te zeggen. Bij een kleinkind jonger dan 18 jaar wordt het geld door de ouders beheerd. De ouders mogen het nagelaten geld echter alleen gebruiken om noodzakelijke uitgaven voor het kleinkind te doen.

In het testament kan ook een bewindvoerder zijn aangewezen, bijvoorbeeld de ouders zelf of iemand anders die dan het beheer heeft over het nagelaten geld. Dat bewind kan overigens langer doorlopen dan tot 18 jaar, bijvoorbeeld tot 23 jaar, dan kijkt de bewindvoerder net iets langer mee over de schouder van het kind. De bewindvoerder beslist tot die leeftijd wat er met het geld gebeurt en niet het kleinkind, of de ouder als die geen bewindvoerder is. Er is dus toestemming nodig van de bewindvoerder.

In het testament kan ook bepaald worden dat het geld op een BEM-rekening moet worden gestort. Een BEM-rekening (belegging erfenisgelden minderjarigen) is een bankrekening waarover een ouder alleen met toestemming van een kantonrechter kan beschikken.

Een andere vraag is of het legaat voor het kleinkind in mindering komt op de totale nalatenschap of op het erfdeel van de betreffende ouder van het kleinkind. Een voorbeeld: stel dat de grootouder twee kinderen heeft. Het oudste kind heeft twee kinderen en het jongste kind heeft drie kinderen. Als ieder kleinkind even veel ontvangt en dit zou in mindering komen op de totale nalatenschap dan is dit nadeliger voor oudste kind. Dit is op te lossen door te bepalen dat beide kinderen ieder de helft van de nalatenschap erven en dat het gelegateerde bedrag voor de kleinkinderen worden afgetrokken van het erfdeel van de desbetreffende ouder. Het oudste kind ontvangt dan meer dan het jongste kind, die heeft immers drie kinderen.

En hoe gaat dat dan als beide grootouders in hun testament een dergelijk legaat hebben opgenomen? Een probleem kan dan zijn dat de langstlevende grootouder dit bedrag dan al direct moet uitbetalen aan de kleinkinderen. Om dit te voorkomen kan in het testament worden bepaald dat pas uitgekeerd moet worden als de langstlevende grootouder ook is overleden. Het kleinkind krijgt dan een niet-opeisbare vordering op de grootouder. Deze vordering geldt overigens voor de inkomstenbelasting wel als vermogen van het kleinkind, waarover belasting moet worden betaald.

Belasting besparen

Het kleinkind-legaat is niet alleen een mooi middel om direct iets aan hen na te laten, maar ook een mooie middel voor het verminderen van de erfbelasting. Het bedrag dat grootouders aan kleinkinderen belastingvrij kunnen nalaten is gelijk aan het belastingvrije bedrag dat ouders aan kinderen kunnen nalaten en bedraagt € 25.187 (voor het jaar 2024). Dit bedrag wordt elk jaar geïndexeerd. In het hiervoor gegeven voorbeeld waarbij er vijf kleinkinderen zijn bedraagt de totale belastingvrije vererving dus vijf keer de vrijstelling. Dat scheelt dan weer 10 of 20 procent erfbelasting welke belasting anders bij de kinderen was geheven.

Wilt u meer weten over het kleinkind-legaat? Bel ons voor het maken van een afspraak

Drijvende woning soms onroerende-, soms roerende zaak
04-03-2024

Wanneer wordt een drijvende woning als een onroerende zaak bestempeld, en wanneer als een roerende zaak. Die vraag komt nogal eens aan de orde bij de oriëntatie van woningzoekers naar een drijvende woning. De vraag is ook van belang voor huurders van een dergelijke woning. Bij een onroerende zaak geldt huurbescherming, bij een roerende zaak niet. Uit een recente zaak voor het hof Arnhem-Leeuwarden blijkt dat de grens ligt bij de vraag wanneer de woning gaat drijven.

Bij de beoordeling van de situatie gaat het er om of de woning naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam op dezelfde plaats te blijven. Juridisch is er dan sprake van dat het gebouw kan worden beschouwd als duurzaam met de grond verenigd.

De casus waarop de uitspraak van het hof is gebaseerd dat de betreffende woning op een fundament staat van in de grond aangebrachte betonpalen die een constructief doel dienen. Het huis is ook via kabels aangesloten op gas, water, riolering en elektra. Dat laatste is overigens niet een allesbepalende regel voor het antwoord op de vraag of de woning duurzaam verenigd is met de grond. In het betreffende geval gaat het ook en vooral om de constructie, waaruit de duurzame vereniging met de grond volgt. Dat is namelijk op basis van objectief waarneembare uiterlijke kenmerken vast te stellen. Het feit dat de woning bij uitzonderlijke tijdelijke waterstijgingen kan gaan drijven, verandert daar niets aan.

Als een woning qua constructie bestemd was om te drijven en ook daadwerkelijk drijft, is er sprake van een schip. Een verbinding tussen een schip en de onder dat schip gelegen bodem die toelaat dat het schip met de waterstand mee beweegt, heeft niet als conclusie tot gevolg dat het schip met de bodem is verenigd.

Wilt u meer weten over de juridische status van drijvende woningen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Fusievrijstelling afhankelijk van noodzaak op zakelijke gronden
04-03-2024

Als er registergoed is betrokken bij de fusie tussen twee stichtingen, gaat ook dat registergoed over op de nieuwe entiteit. Als de betrokken besturen een succesvol beroep willen doen op de fusievrijstelling, moeten zij aantonen dat het beroep hoofdzakelijk is gedaan op grond van zakelijke overwegingen.

Geen absoluut criterium

De belastinginspectie zal niet zonder meer meegaan in het beroep op fusievrijstelling. Uit een uitspraak van het gerechtshof blijkt dat het criterium hoofdzakelijk op grond van zakelijke overwegingen geen absoluut criterium is maar een weging is van alle overwegingen. Een van de argumenten van de fiscus om geen vrijstelling te verlenen is bijvoorbeeld dat de fusie niet noodzakelijk was en dat de stichting ook voor een minder fiscaal gunstige regeling had kunnen kiezen. De fiscus vraagt zich daarbij dan af of in deze niet op onzakelijke gronden is gekozen voor vrijstelling? Het gerechtshof vindt echter dat het kiezen voor een fiscaal gunstige regeling niet perse onzakelijk is.

Feitelijke discussie

Er is ook plaats voor een feitelijke discussie, namelijk of rentevoordelen en andere voorkomende kostenvoordelen ook zijn meegewogen. De inspectie is daar heel kritisch op, maar als er een goede onderbouwing is, hebben de fuserende partijen ook hier het gerechtshof aan hun zijde.

De conclusie is dan ook dat wanneer de kostenbesparingen de genoten vrijstelling aan overdrachtsbelasting in ruime mate overschrijden, de fusie hoofdzakelijk is geschiedt op zakelijke gronden. Ons advies aan partijen is om vooroverleg met de fiscus te plegen zodat een rechtsgang niet nodig is.

Wilt u meer weten over fusie en fusievrijstelling? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Nationaal Koopstartfonds biedt woonstarters korting
26-02-2024

Het Nationaal Koopstartfonds biedt binnenkort voor kunnen starters op de koopwoningmarkt maximaal € 50.000 voor het kopen van een nieuwbouwhuis van maximaal € 390.000 kost. Met deze regeling wordt het voor starters een beetje eenvoudiger om een huis te kopen. De bijdrage wordt gedaan in de vorm van een lening. Het geleende bedrag hoeft pas te worden terugbetaald als de starter het huis later weer doorverkoopt.

Het kabinet streeft er naar het fonds nog dit jaar operationeel te maken. Een datum is nog niet bekend. Het kabinet heeft zeventig miljoen euro beschikbaar gesteld voor het Nationaal Koopstartfonds. Het is de bedoeling dat ook gemeenten en projectontwikkelaars ook bijdragen.

Nieuwbouwhuis

Om voor de lening in aanmerking te komen moeten starters aan enkele voorwaarden voldoen. Het betreffende huis mag niet meer kosten dan € 390.000 en zij mogen maximaal twee keer modaal verdienen. Hiermee hoopt het kabinet de positie van koopstarters op de woningmarkt te verbeteren. Vorig jaar had slechts 20% van de starters de verwachting binnen een jaar een huis te kunnen kopen.

Koopstartregeling

Het Nationaal Koopstartfonds is gebaseerd op al bestaande Koopstart-regelingen die gemeenten en projectontwikkelaars kunnen toepassen. In 2021 ontstond het plan voor een Nationaal Koopstartfonds gebaseerd op al bestaande regelingen. Toen beoogde het kabinet daarmee jaarlijks 10.000 nieuwe woningen te kunnen bouwen voor starters, waarbij gemeenten, ontwikkelaars en het rijk samen zorgdragen voor de financiering.

Wilt u als koopstarter meer weten over het kopen van een huis? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Nut van de verklaring van erfrecht na een overlijden
26-02-2024

Na overlijden van een van beide ouders vraagt de bank vrijwel altijd om een verklaring van erfrecht. Daarmee kan de achterblijvende echtgenoot of kinderen toegang krijgen tot de bankrekeningen op naam van de overleden ouder.

Voor alle betrokkene is wel duidelijk dat de langstlevende ouder en de kinderen normaal gesproken voor gelijke delen erfgenaam zijn. Voor de bank ligt dat anders. In een testament kan namelijk anders zijn bepaald. Zo kunnen er bijvoorbeeld (nog) andere erfgenamen zijn benoemd. Of het kan zijn dat u of uw kinderen afstand hebben gedaan van de erfenis. De bank heeft een zorgplicht en wil om die reden eerst een verklaring van erfrecht ontvangen waaruit blijkt wie erfgenamen zijn en of zij de erfenis ook hebben aanvaard. Als er geen testament is, zal de notaris controleren wie de wettelijke erfgenamen zijn en hen inlichten over hun positie.

Huis op naam zetten

Het voordeel van de verklaring van erfrecht is verder dat u deze kunt gebruiken om het ouderlijk huis op naam van de langstlevende te zetten. Zo kan het huis later eenvoudig worden verkocht. Als u dat later wilt doen zonder dat er een verklaring van erfrecht is opgesteld, moet die alsnog worden opgesteld, met alle extra kosten en extra tijd voor het verkoopproces van dien. Het kan zelfs leiden tot een boete van 10% van de koopsom.

In de verklaring wordt ook de executeur of boedelgevolmachtigde opgenomen. Die moet vervolgens de nalatenschap afwikkelen en bijvoorbeeld de bankrekening beheren. Ook dat is van belang voor de bank.

Lukt het niet om de verklaring van erfrecht binnen een normale termijn te krijgen – bijvoorbeeld vanwege tegenwerkende andere erfgenamen – en bent u de in het testament genoemde executeur, dan kunt u de notaris om een verklaring van executele vragen. Daarmee kunt u ook toegang krijgen tot het beheer over de bankrekeningen.

Wilt u meer weten over de verklaring van erfrecht of executele? Bel ons voor het maken van een afspraak

Algemene vergaderingen mogen weer volledig digitaal
19-02-2024

Privaatrechtelijke rechtspersonen, zoals besloten vennootschappen, naamloze vennootschappen, verenigingen, coöperaties en verenigingen van eigenaren, mogen opnieuw geheel digitaal vergaderen. Tijdens de coronapandemie was dit tijdelijk toegestaan. De ministerraad heeft op voorstel van minister Weerwind voor Rechtsbescherming ingestemd met indiening van een wetsvoorstel hierover bij de Tweede Kamer.

Volledig digitaal vergaderen maakt laagdrempelig vergaderen en besluiten nemen mogelijk en vermindert de regeldruk voor het bedrijfsleven. Rechtspersonen besluiten zelf of zij volledig digitaal willen vergaderen.

Veel rechtspersonen zijn verplicht om minimaal 1 keer per jaar met hun leden of aandeelhouders te vergaderen. Tot nu waren deze vergaderingen wettelijk verplicht fysiek of deels fysiek en deels digitaal. Tijdens de coronapandemie werd ook volledig digitaal vergaderen tijdelijk toegestaan. In de praktijk is dit door veel rechtspersonen als succesvol ervaren. Daarom wordt volledig digitaal vergaderen opnieuw en permanent toegestaan.

Voor volledig digitaal vergaderen moet voldoende draagvlak bestaan onder leden of aandeelhouders. Leden en aandeelhouders moeten goed geïnformeerd worden over de toegang tot een digitale vergadering. Ook moet een volledig digitale vergadering plaatsvinden via een middel waarmee deelnemers kunnen worden geïdentificeerd en kunnen stemmen. Hiervoor zijn gebruikelijke videobel-applicaties geschikt. Daarnaast vereenvoudigt het wetsvoorstel een elektronische oproep voor een algemene vergadering, zoals een e-mail.

Het wetsvoorstel wordt op korte termijn ingediend bij het parlement. Het streven is dat de wet per 1 januari 2025 in werking zal treden. (bron Rijksoverheid)

Wijzigingen giftenaftrek, schenkingsvrijstelling en vermogenstoets
19-02-2024

Per 1 januari zijn voor diverse wetswijzigingen van kracht geworden. De staatssecretaris van Financiën heeft verschillende uitvoeringsregelingen aan deze wetswijzigingen aangepast. Die hebben gevolgen voor onder meer de periodieke giftenaftrek, de schenkingsvrijstelling eigen woning en de vermogenstoets bij minderjarigen.

Periodieke giftenaftrek

De notariële schenkingsakte moet voldoen aan allerlei voorwaarden. Zo moeten daarin periodieke giften zijn vastgelegd. Zowel in de notariële als de onderhandse moeten vastgestelde gegevens worden opgenomen. Voor notariële akten is nieuw dat daarin voortaan ook onder meer het transactienummer moet worden opgenomen dat de ontvangende instelling aan de schenking heeft toegekend.

Afschaffing schenkingsvrijstelling eigen woning

Sinds 1 januari 2024 is de schenkingsvrijstelling eigen woning definitief afgeschaft. In verband hiermee is ook artikel 5 Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting vervallen. Hierin werden aan de schenking nadere voorwaarden gesteld. Op grond van het overgangsrecht blijft echter voor schenkingen die in het verleden hebben plaatsgevonden de voorwaarde gelden dat de schenking tijdig aan de eigen woning is besteed. Dit betekent bijvoorbeeld dat als in het jaar 2022 voor de eerste keer een beroep is gedaan op de vrijstelling de begiftigde de schenking uiterlijk 31 december 2024 aan zijn eigen woning moet hebben uitgegeven. Deze datum wordt niet anders als in 2023 aanvullend een beroep is gedaan op de vrijstelling. Is evenwel in het jaar 2023 voor de eerste keer een beroep gedaan op de vrijstelling dan moet de begiftigde de schenking uiterlijk 31 december 2025 hebben besteed aan zijn woning.

Aanpassing vermogenstoets

Tot voor kort werd op verzoek het vermogen van een minderjarig kind niet meegeteld bij de vermogenstoets. Dat gold in gevallen waarin de ouder, diens partner-medebewoner en het kind zelf niet hierover kunnen beschikken. Sinds 1 januari van dit jaar is het woord ‘minderjarig’ geschrapt, omdat het maken van onderscheid tussen minderjarige en meerderjarige kinderen in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Deze aanpassing vloeit voort uit een zaak waarin een meerderjarig kind niet over geërfd vermogen kon beschikken omdat ter uitvoering van een testamentair bewind het geld op een geblokkeerde rekening voor minderjarigen stond.

Geldproblemen voor bewindvoerders en mentoren
12-02-2024

Voor bewindvoerders en mentoren blijven de vergoedingen die de overheid toestaat al jarenlang achter bij de gestegen kosten. Terwijl bewindvoerders en mentoren anderen helpen bij hun financiën, moeten zij nu zelf actie ondernemen.

De branchevereniging van bewindvoerders en mentoren roept de leden op te stoppen met het afhandelen van ingewikkelde zaken en geen nieuwe zaken meer aan te nemen. Een noodzakelijke stap, aldus de vereniging.

Bewindvoerders- en mentorkantoren zijn wettelijk gehouden aan het in rekening brengen van een beperkt aantal uren per cliënt. Voor een gebruikelijk dossier is de vergoeding gebaseerd op 17 uur, terwijl men er in de meeste gevallen meer dan 25 uur aan besteden. Bovendien is de uurvergoeding voor die 17 uur ook nog eens te laag. Sinds 1 januari mogen bewindvoerders en mentoren 6% meer berekenen terwijl de kosten volgens de branchevereniging zijn gestegen met 15-20%. Om toch rond te kunnen komen sturen velen nu op volume – meer cliënten aannemen dan ze eigenlijk aankunnen – wat ten koste gaat van de kwaliteit van dienstverlening.

Wilt u meer weten over bewindvoering en mentorschap? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Woningwaardegrens voor startersvrijstelling overdrachtsbelasting verhoogd
12-02-2024

Vanaf 1 januari 2024 is de grens voor woningwaarde om in aanmerking te komen voor toepassing van de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor starters op de woningmarkt € 510.000. De indexering van de hoogte van deze vrijstelling is geregeld in een ministeriële regeling. Het bedrag van de woningwaardegrens voor de startersvrijstelling wordt jaarlijks aangepast aan de veranderingen van de gemiddelde WOZ-waarde.

Het grensbedrag wordt telkens een jaar van tevoren bekend gemaakt in de bijstellingsregeling. Daarmee wordt beoogd dat burgers ruim van tevoren op de hoogte kunnen zijn van de komende woningwaardegrens.

De woningwaardegrens is de afgelopen jaren verhoogd van € 400.000 (2022), via € 440.000 (2023) naar € 510.000 (2024). Schijnbaar goed nieuws voor de starter, maar de keerzijde is de stijging is gebaseerd op de gemiddelde stijging van de eigenwoningwaarden in het voorafgaande jaar. Daarmee is de positie van de starter op de woningmarkt niet echt verbeterd. Bij daling van de huizenprijzen kan de vrijstelling dus ook lager gaan uitvallen.

Digitaal een besloten vennootschap oprichten
05-02-2024

Sinds 1 januari 2024 is het mogelijk om een besloten vennootschap (bv) volledig digitaal op te richten. Het is dus niet meer noodzakelijk dat u hiervoor in persoon naar de notaris gaat.

Hoe verloopt het digitaal oprichten van een bv, ook wel dobv genoemd, en wat is de rol van de notaris daarbij. Eerst een samenvatting van de belangrijkste punten en daarna volgen vragen en antwoorden over het oprichtingsproces.

In het kort

  • Digitale oprichting van een bv vereist een digitale notariële oprichtingsakte.
  • Het oprichtingsproces omvat verschillende stappen, zoals contact opnemen met de notaris, bespreken van wensen, opstellen van de akte, digitale identificatie, digitaal bespreken van de akte en tot slot digitale ondertekening van de akte.
  • Voor digitale identificatie heeft u een digitaal identificatiemiddel met het Europese betrouwbaarheidsniveau 'hoog' nodig.
  • Voor een extra verificatie van uw identiteit heeft u verder een app nodig die in staat is uw gegevens van een fysiek identiteitsbewijs uit te lezen en digitaal te verstrekken aan de notaris.
  • Voor digitale ondertekening heeft u een gekwalificeerde digitale handtekening nodig.
  • De akte kan in het Nederlands of Engels worden opgesteld.
  • De kosten voor het digitaal oprichten van een bv variëren en zijn afhankelijk van onder meer de notaris die u kiest en uw precieze wensen.
  • Om het oprichtingsproces zo eenvoudig mogelijk te houden, is bij digitale oprichting van een bv geen andere inbreng dan in geld mogelijk. Wilt u bij de oprichting de inbreng in natura voldoen, dan moet u voor oprichting naar de notaris voor een op te stellen papieren akte.
  • De benoeming van bestuurders gebeurt voor de eerste keer bij de akte van oprichting. U kunt niet benoemd worden tot bestuurder als u een bestuursverbod heeft.

Wat heb ik nodig?

Voor het digitaal oprichten van een bv heeft u het volgende nodig:

  • De uitnodiging per e-mail van uw notaris met een link naar de online locatie waar u samen met de notaris de akte digitaal gaat passeren.
  • Een elektronisch identificatiemiddel met het Europese betrouwbaarheidsniveau 'hoog' en voor het zetten van een gekwalificeerde handtekening: hiervoor gebruikt u de app ItsMe op uw mobiele telefoon (app voor Android | app voor IOS). ItsMe is momenteel het enige middel in Nederland dat voldoet aan het vereiste betrouwbaarheidsniveau (eIDAS hoog) en u in staat stelt een gekwalificeerde elektronische handtekening te zetten met 1 app.
  • Uw paspoort, rijbewijs of identiteitsbewijs.
  • Uw mobiele telefoon met camera.
  • Mobiele app ReadID Ready voor de extra verificatie van uw identiteit
  • Goed werkende apparatuur waarmee u goed zichtbaar en verstaanbaar bent voor het videogesprek met de notaris.

Wilt u meer weten over het digitaal oprichten van een bv? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Hoe toetst de notaris of iemand wilsbekwaam is?
05-02-2024

De notaris zal bij het bepalen van wils(on)bekwaamheid in het gesprek met iemand nagaan of deze de gestelde vragen begrijpt. Bijvoorbeeld door hem of haar in eigen woorden te laten vertellen wat hij of zij wil regelen en waarom. Soms vindt er een tweede gesprek plaats. Dat kan bij de betreffende persoon thuis, als dat prettiger is.

Het is soms moeilijk voor de notaris om vast te stellen of iemand wilsonbekwaam is. Ook kan het per situatie verschillen. Zo kan iemand door rouw, ziekte of medicijngebruik tijdelijk wilsonbekwaam zijn. De notaris is geen arts. Daarom zal hij bij twijfel advies vragen van een gespecialiseerd en onafhankelijk arts, bijvoorbeeld een VIA-arts. Daar is toestemming van de betreffende persoon voor nodig.

In de brochure Het onderzoek van de notaris bij uw levenstestament leest u nog wat uitgebreider hoe de notaris te werk gaat bij het opstellen van een levenstestament.

Wilt u meer weten over het bepalen van wilsbekwaamheid voor het opmaken en passeren van een notariële akte? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Voorkom narigheid, maak een testament
29-01-2024

Het belang van een testament is al lang aangetoond. Het aantal ruzies om erfenissen tussen erfgenamen waarde verdeling wel op een testament is gebaseerd en die waarin dat niet het geval is, is groot. Het ontbreken van een testament levert meer kans op ruzie op, maar heeft bovendien tot gevolg dat niet maximaal geprofiteerd kan worden van belastingvoordelen.

Veel mensen hebben nog steeds geen testament heeft. Naast het regelen van de uitvaart krijgen nabestaanden ook al direct te maken met de verdeling van de erfenis. Zonder testament kan dit tot grote problemen en zelfs familieruzies leiden. Rechtbanken hebben het daar druk mee. Onnodig, want met een testament weten de nabestaanden zeker dat de wil van de overledene wordt nagekomen. In het testament kan worden vastgelegd wie welke spullen krijgt en hoe de erfenis verder financieel moet worden afgewikkeld.

Het is wel belangrijk om een eenmaal gemaakt testament ook regelmatig te actualiseren. Raadzaam is om elke vijf, zes jaar uw testament bij ons te laten checken, dat hoeft lang niet altijd te leiden tot een nieuw testament, maar u weet dan wel dat uw testament nog wel of niet meer up tot date is.

U kunt ook mogelijk ruzie om uw nalatenschap voorkomen door tijdens uw leven al geld en goederen (= vermogen) te schenken. U kunt daarmee ook nog eens belasting besparen. Op dit moment draagt slechts één van de tien ouderen structureel vermogen over naar kinderen. U mag jaarlijks ruim € 6.600 belastingvrij aan elk van uw kinderen schenken. Dat kan na uw overlijden ook nog eens behoorlijk wat erfbelasting besparen.

Wilt u meer weten over testamenten en schenkingen en wat de mogelijkheden voor u persoonlijk zijn? Neem contact met ons op en wij helpen u bij het maken van een afgewogen keuze.

Nieuwe rechtsvorm voor maatschappelijk betrokken ondernemingen
22-01-2024

Er komen steeds meer ondernemingen die vanuit maatschappelijke betrokkenheid opereren. Bedrijfsvoering wordt of is dan aangepast aan aandachtpunten als bijvoorbeeld verduurzaming of sociale betrokkenheid. Voor die ondernemingen is een nieuwe rechtsvorm in voorbereiding, de maatschappelijke BV, ofwel de BVm. Deze kan worden toegepast door ondernemingen die in hun bedrijfsvoering een maatschappelijk doel nastreven.

De nieuwe wet gaat vastleggen aan welke eisen een onderneming moet voldoen om voor de nieuwe rechtsvorm in aanmerking te komen. Het gaat dan om vereisten die te maken hebben met sociale, ecologische of culturele aspecten in de samenleving. Voor relaties van een dergelijke onderneming en voor het publiek is dan duidelijk dat de onderneming zich bezighoudt met maatschappelijke doelen. Wanneer een onderneming de rechtsvorm gebruikt en er niet naar handelt, kunnen gedupeerden een beroep doen om bedrog of misleiding. De rechter kan de BVm ontbinden als de onderneming fors afwijkt van het statutaire doel.

De BVm mag gewoon winst maken, aandeelhouders hebben winstrechten. Daarmee is de BVm iets heel anders dan een stichting. Een stichting mag namelijk geen winst beogen. In de BVm mag winst niet het enige leidende doel zijn. De BVm moet aan meer eisen voldoen. In de statuten van de BVm moet duidelijk blijken dat de BVm een maatschappelijk doel beoogt. Daarbij moet worden vastgelegd welk doel dat is en hoe de onderneming daaraan invulling gaat geven. De BVm wordt verplicht om jaarlijks te rapporteren over de verwezenlijking van het maatschappelijke doel.

Wilt u meer weten over de de maatschappelijke BV? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Denk aan wettelijke regels bij schenking op papier
22-01-2024

In de laatste maanden van het jaar wordt nogal eens bij de notaris de vraag gesteld hoe vermogen van ouders naar kinderen kan worden overgeheveld om bijvoorbeeld de heffing van erfbelasting te besparen bij overlijden.

In de eerste plaats kan worden geschonken in contanten van de spaarrekening. Dat is de gemakkelijkste vorm van schenken en kan onderling worden geregeld tussen ouders en kinderen.

Maar zit het vermogen vast, bijvoorbeeld in een huis, en heeft u niet de beschikking over veel contanten, of wilt u uw financiële buffer behouden op uw spaarrekening, dan kunt u toch nog wel profiteren van de belastingvoordelen van schenken.

U kunt dan namelijk op papier een bedrag schenken. Pas na uw overlijden krijgt uw kind dit bedrag ook echt in handen. Uw vermogen verminderd op papier en uw kind krijgt het bedrag niet in handen. Het bedrag dat op papier is geschonken leent u direct weer terug van uw kind. U moet wel jaarlijks rente gaan betalen aan uw kind over het bedrag dat u op papier geschonken heeft. Deze rente bedraagt 6%. Als u meerdere jaren een dergelijke schenking doet zal u dus steeds meer rente aan uw kind moeten betalen.

In de aangifte inkomstenbelasting moet u in box III opgeven dat u een schuld heeft aan uw kind. Uw kind geeft bij zijn aangifte inkomstenbelasting in box III op dat hij een vordering heeft op u. Uw kind gaat dus wel extra inkomstenbelasting betalen als hij in box III boven de vrijstelling uitkomt. Het geld dat u op papier schenkt, valt dus niet meer onder uw vermogen. Daardoor hoeven uw erfgenamen na uw overlijden minder erfbelasting te betalen.

Notariële akte

Voor een dergelijke schenking gelden wel wettelijke regels. Een schenking op papier moet u namelijk regelen via de notaris in een notariële akte! Om notariskosten te besparen wordt soms een contante schenking gedaan en onderhands het geld terug geleend. Recent heeft de rechter een uitspraak gedaan over deze terugleenconstructie.

Een kind kreeg van zijn ouders als schenking een geldbedrag overgeboekt. Een paar dagen later boekte het kind geldbedragen als lening terug naar zijn ouders. De lening is ook beschreven in een getekende onderhandse akte. Afgesproken was dat de lening voor onbepaalde tijd niet opeisbaar was en dat de lening uiterlijk bij het overlijden van de langstlevende ouder moest zijn afgelost. Na het overlijden van de eerste ouder moest een aangifte voor de erfbelasting worden gedaan. Vervolgens is een geschil ontstaan met de belastingdienst over de vraag of de helft van de schuld aftrekbaar was bij de berekening van de erfbelasting.

De inspecteur van de Belastingdienst stelde dat de schuld niet aftrekbaar was omdat de overeenkomst niet in een notariële akte was vastgelegd.

De rechter gaf de inspecteur op dit punt gelijk. Volgens de rechter was het aannemelijk dat de ouders en het kind niet de intentie hadden om de lening al tijdens het leven van de ouders terug te storten. Daarbij is er door de rechter op gelet dat er sprake was van een kort tijdsverloop tussen de betalingen over en weer, het ondertekenen van de leenovereenkomst en het aangaan van de lening voor onbepaalde tijd.

De rechter ziet deze constructie als een schenking die pas na de dood van de schenker wordt uitgevoerd. En daarvoor moet een notariële akten worden gemaakt.

De lening was dus niet aftrekbaar en er moest meer erfbelasting worden betaald.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden om te schenken, neemt u dan contact met ons op. Wij zullen u hierover graag adviseren.

BV oprichten uitkomst voor veel ondernemers
12-07-2021

Eenmanszaken worden steeds vaker omgezet in een besloten vennootschap (BV). Dat blijkt de laatste maanden telkens opnieuw uit gegevens van de Kamer van Koophandel. De coronacrisis is daar mede debet aan. Die levert voor veel ondernemers de nodige onzekerheid op. Met een BV willen ondernemers hun privévermogen veilig stellen.

In de rechtsvorm eenmanszaak is de ondernemer hoofdelijk aansprakelijk met zijn of haar vermogen. Dat kan worden voorkomen in een BV. Er zijn echter meer aandachtspunten bij het oprichten van een BV, zoals het storten van een startkapitaal. Dat mag elk gewenst bedrag zijn, maar niet nul. Daarnaast moet de ondernemer een deugdelijke administratie voeren en jaarlijks de jaarrekening deponeren bij de Kamer van Koophandel.

Oprichting

Een BV kan alleen bij de notaris worden opgericht. Wij stellen de oprichtingsakte op, waarin ook de statuten worden opgenomen. Daarin staan de regels en bepalingen van het bedrijf opgenomen, zoals bedrijfsnaam, vestigingsplaats, doel, regels over aandelen, besluitvorming en ontbinding.

Zijn wij daarmee gestart kunt u namens de BV in oprichting al rechtshandelingen verrichten, die u na het ondertekenen van de oprichtingsakte moet bekrachtigen. Zolang de bekrachtiging nog niet is gebeurd blijft u hoofdelijk aansprakelijk voor de gepleegde rechtshandelingen.

Maatschappelijke BV niet opnemen in afzonderlijke BVm-wet
24-05-2021

(Bron KNB) De Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht (GCV) staat achter de keuze van het kabinet om geen nieuwe rechtsvorm in het leven te roepen voor de maatschappelijke bv (BVm). De commissie is niet voor het opnemen van de regeling van de BVm in een afzonderlijke 'BVm-wet'. Verwerking van de regeling als een aparte afdeling van Boek 2 BW ligt meer voor de hand.

Dit schrijft de GCV in haar advies over de aanzet voor een wettelijke regeling voor de bv met een maatschappelijk doel. Doel van de regeling is erkenning en betere herkenning van maatschappelijke ondernemingen. Een BVm is volgens het voorstel een bv die beschikt over bepaalde kenmerken die met de BVm-wet worden gewaarborgd

Overheidsinterventie

De aanzet laat volgens de commissie niet direct de meerwaarde van een nieuwe wettelijke regeling zien. Herkenning en erkenning van maatschappelijk ondernemerschap zijn volgens de GCV geldige overwegingen. Maar zij hoeven nog geen overheidsinterventie door middel van wetgeving te legitimeren als daarvoor bruikbare alternatieven voorhanden zijn, zoals de Code Sociale Ondernemingen. De commissie merkt op dat een nauwkeurige en operationele omschrijving van de maatschappelijke onderneming of maatschappelijk ondernemerschap ontbreekt. Verder vraagt de GCV zich af of de 'm-status' alleen toegankelijk moet zijn voor de bv. De commissie wijst op de belangrijke maatschappelijke economische rol die ook de stichting en de coöperatie (kunnen) vervullen.

Nieuwe relatie na einde samenleven vereist zorgvuldige regeling
13-03-2017
Hoe belangrijk het is om bij echtscheiding in het echtscheidingsconvenant goede en vooral duidelijke afspraken te maken, tonen twee recente uitspraken van de rechter aan. Telkens weer blijken ex-partners later de afspraken verschillend uit te leggen. Of het nu gaat om verandering van omstandigheden bij een van beiden, dan wel om het al dan niet samenwonen met een nieuwe partner.

In de eerste zaak, die diende voor het Hof Den Haag, gaat het erom of de omstandigheden van de alimentatie betalende man zijn gewijzigd op de manier zoals in het convenant omschreven. Daarin hebben man en vrouw afgesproken dat bij wijziging van omstandigheden bij een van beiden de alimentatie in onderin overleg zal worden herzien. Samenleving met een nieuwe partner door de man werd van die afspraak uitgesloten. Hertrouwen door de man zou daarmee geen invloed hebben op de alimentatie.

Dat wordt anders als in de nieuwe situatie op enig moment zijn inkomen drastisch daalt. De rechter betrekt dan het principe van redelijkheid en billijkheid in zijn beoordeling. In dit geval kwam de rechter tot het oordeel dat de alimentatie naar beneden bijgesteld moet worden.

De tweede zaak diende voor het Hof Den Bosch en betreft een situatie waarin de vrouw weliswaar niet is ingetrokken in het huis van haar nieuwe partner, maar wel in een pand op diens erf verblijft. Haar ex-man wil om die reden van de te betalen alimentatie af. De vraag is of er in deze nieuwe situatie wel sprake is van samenwoning. Daarvoor is het nodig dat er sprake is van een duurzame affectieve relatie, wederzijdse verzorging, samenwoning en onderlinge verzorging.

In dit geval is er sprake van een bijzondere woonconstructie. De vrouw woont in een garage op het erf waar ook de man woont. De man woont in bij zijn zoon. Man en vrouw gebruiken hetzelfde huisnummer, dezelfde brievenbus en toegangspoort. De vrouw maakt gebruik van gas, licht en water van het huis, zonder daar een vergoeding voor te betalen.

Voor het Hof is het dan duidelijk, er is sprake van samenwoning. Dat geldt in dit geval ook voor het voeren van een gemeenschappelijke huishouding en voor wederzijdse verzorging (eten, koken, verzorging huisdieren, hulp bij ziekte enzovoort). Bovendien zijn echtgenoten en samenwoners tegenwoordig niet meer verplicht tot samenwoning. Het is heel goed mogelijk dat mensen met een duurzame, affectieve relatie samenleven “als waren zij gehuwd” en niet dag en nacht samen zijn en niet alle financiële middelen met elkaar delen.

Al met al wordt in deze situatie de te betalen alimentatie op nihil bepaald.

Wilt u meer weten over het vastleggen van afspraken in een samenlevingscontract of in huwelijkse voorwaarden (vooraf) of in een echtscheidingsconvenant? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Bij koop appartement nu ook minimale afstorting in onderhoudsfonds van belang
13-03-2017
Er komt een wettelijke minimumnorm voor het afstorten van reserves in het onderhoudsfonds van verenigingen van eigenaren. Daarmee is het des te meer van belang geworden om alle haken en ogen bij aankoop van een appartement vooraf goed te onderkennen en onderzoek te doen naar mogelijke hindernissen.

Wie een appartement koopt, wordt automatisch lid van de vereniging van Vereniging van Eigenaren (VvE) van het betreffende complex. U wordt daarmee medeverantwoordelijk voor de gezamenlijke ruimtes in het gebouw. De VvE houdt zich bezig met onderhoud, beheer en gezamenlijke geldzaken. Elk lid heeft een stem in de vergadering en is zijn of haar deel in de gezamenlijke kosten verschuldigd.

In een vergadering stemmen de leden over deze besluiten. En elk lid draagt bij aan gezamenlijke kosten, zoals die voor onderhoud, energie en verzekeringen. Het kan ook zijn dat u een appartement koopt en een woningcorporatie een aandeel in de VvE heeft. Let dan op of de corporatie een meerderheid van stemmen heeft, u kunt dan alseigenaren eigenlijk geen vuist maken.

Er zijn enkele belangrijke aandachtspunten voordat u een appartement koopt. Een van de belangrijkste daarvan is het controleren van de staat van onderhoud. Als koper heeft u een onderzoeksplicht wat betreft de gebreken die u zou moeten kunnen zien. De verkoper heeft mededelingsplicht. Als u vragen heeft over zaken die u zelf niet kunt zien, moet hij of zij daar antwoord op geven.

Controleer ook hoeveel geld er in het onderhoudsfonds of reservefonds zit en of het aandeel van de verkoper van het appartement is volgestort. Als het goed is heeft de VvE een meerjaren onderhoudsplan, als het complex na 2005 is gebouwd is dat zelfs verplicht. Houdt de VvE zich niet actief bezig met onderhoud, dan heeft de gemeente de mogelijkheid om in te grijpen. Die heeft de bevoegdheid om met een aanschrijving onderhoud te verplichten. De VvE die daar niets mee doet, riskeert dat de gemeente het laat uitvoeren en de rekening bij de VvE neerlegt.

Elke appartementseigenaar betaalt servicekosten aan de VvE. Als de verkoper zijn of haar verplichtingen op dit onderdeel niet is nagekomen, moet dit worden verrekend met de koopprijs.

Wilt u meer weten over de haken en ogen bij het kopen van een appartement? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Onderhoudskosten gebruik huis overleden partner naar vermogen voor gebruiker
13-02-2017

In heel wat testamenten van weduwen en weduwnaars, die daarna samenwonen met een nieuwe partner, is opgenomen dat de partner na overlijden recht van gebruik en bewoning van het huis – eigendom van de weduwe of weduwnaar – krijgt. De gebruiker kan daarbij op basis van het testament worden verplicht om de gewone als de buitengewone lasten en herstellingen te laten uitvoeren en betalen. De vraag is of dit een onbegrensde verplichting is.

Deze clausule is gebaseerd op de wet. In een aantal gevallen wordt echter bovenop de verplichting om gewone herstellingen te doen uitvoeren, ook buitengewone herstellingen aan de verplichting toegevoegd. In de praktijk moet telkens opnieuw worden bezien wat onder gewone dan wel buitengewone lasten en herstellingen valt. In principe wordt aangesloten bij bepalingen daarover in het huurrecht. Als er ook sprake is van buitengewone herstellingen, dan is de verplichting ruimer dan die in het huurrecht.

Uiteindelijk gaat het om het onderscheid van herstellingen in termen van vernieuwing of verbetering, met uitzondering van kleinere aanpassingen die gekwalificeerd worden als normaal onderhoud. Van de gebruiker kan in elk geval niet worden verwacht dat deze de toestand van de woning verbetert tot boven het niveau bij het overlijden van zijn of haar partner. In die gevallen moeten de erfgenamen financieel bijspringen.
Wat mag dan redelijkerwijs van de gebruiker worden verwacht aan financiële inspanning op dit terrein? Het Hof Den Bosch heeft eind 2016 geoordeeld dat een financiële inspanning kan worden verlangd die in verhouding staat wat gebruikelijk is bij het inkomen dat de gebruiker geniet.

Wilt u meer weten over het regelen of uitvoeren van een clausule over woongenot in een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Regels NV en BV ook voor verenigingen, stichting en coöperaties
09-01-2017

Het Wetsvoorstel Bestuur en Toezicht Rechtspersonen blijft de gemoederen bezig houden. Volgens de minister wordt het Nederlandse ondernemingsrecht merkbaar beter hanteerbaar en daarmee ook aantrekkelijker. De achterliggende gedachte is dat er meer eenheid zou moeten ontstaan bij de behandeling van verschillende rechtspersonen, de regels die nu al gelden voor naamloze en besloten vennootschappen gaan deels ook van toepassing worden verklaard op verenigingen, coöperaties en stichtingen.

De minister heeft wel toegezegd dat in geval van faillissement er wel verschil in behandeling zal zijn. De bestuurder van een kleine charitatieve instelling zal niet worden geconfronteerd met dezelfde regels als de regels die gelden bij het faillissement van een besloten vennootschap.

Er komt een wettelijke grondslag voor toezichthoudende organen voor alle rechtspersoenen. Nu al was het niet ongebruikelijk om toezichthoudende organen in de statuten van verenigingen en stichtingen op te nemen.

De tegenstrijdig belang regeling die al gold voor naamloze en besloten vennootschappen gaat gelden voor alle rechtspersonen. De bestuurder met een tegenstrijdig belang mag dan niet meer meebeslissen als er een tegenstrijdig belang is.

Wat aan de ene kant een voordeel lijkt kan aan de andere kant een nadeel blijken te zijn. Waar nu volgens de Raad van State een bonte verscheidenheid van al dan niet professioneel geleide organisaties bestaat, die allemaal binnen het huidige rechtstelsel functioneren, lijkt het er op dat die verenigingen, stichtingen en coöperaties te maken krijgen met aangescherpte eisen en regels, waar wellicht helemaal niet behoefte aan of noodzaak toe was.

Bent u bestuurder of betrokken bij een bestaand vereniging, stichting of coöperatie? Laat u dan terdege voorlichten over de gevolgen, die wellicht verstrekkender zijn dan op het eerste gezicht zou lijken.

Aansprakelijkheid bestuurder blijft actueel
12-12-2016

De wet werpt een blokkade op tegen bestuurders die hun aansprakelijkheid willen ontlopen door een andere rechtspersoon als bestuurder te benoemen. Die blokkade houdt in dat de aansprakelijkheid die op de bestuurder-rechtspersoon rust ook komt te rusten op de bestuurder van deze bestuurder-rechtspersoon.

Het Hof Den Haag heeft dit najaar geconstateerd dat de wet zelf geen bestuurdersaansprakelijkheid vestigt. De blokkade is pas aan de orde als is voldaan aan de voorwaarde dat de bestuurder van een rechtspersoon als bestuurder aansprakelijk is. Een bestuurder is in ieder geval aansprakelijk als de eerste bestuurder aansprakelijk is op grond van bijvoorbeeld taakvervulling als bestuurder of aansprakelijkheid in een faillissement. Er is nog discussie of een onrechtmatige daad ook kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid.

Het Hof stelt nu dat ook een onrechtmatige daad kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid. In het betreffende geval bekeek het Hof vervolgens of er dan bestuurdersaansprakelijkheid is ontstaan op basis van de zogenaamde Beklamelmaatstaf. Die maatstaf houdt in dat als een bestuurder van een vennootschap tegenover een schuldeiser van die vennootschappen onrechtmatig handelt, hij daardoor tegenover hem persoonlijk aansprakelijk is.
Dat geldt bijvoorbeeld als hij namens de vennootschap verplichtingen is aangegaan terwijl hij wist of redelijkerwijze moest begrijpen dat de vennootschap niet, of niet binnen een redelijke termijn, aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen. Hij moet dan ook weten of redelijkerwijs kunnen begrijpen dat er geen verhaal geboden zou kunnen worden voor de schade die de wederpartij ten gevolge van die wanprestatie zou leiden. Uitzondering daarop is weer als de bestuurder omstandigheden zou kunnen aanvoeren op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat hem voor die benadeling persoonlijk geen voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Het stellen dat er sprake is van een verlieslatende onderneming of twijfels aan de continuïteit van een onderneming is daartoe volgens het Hof in de casus niet voldoende.


Opnieuw blijkt hoe weerbarstig een onderwerp als bestuurdersaansprakelijkheid is. Wilt u er meer over weten? Bel ons voor een afspraak.

Uitgesproken of geschreven wensen zetten wettelijk erfrecht niet opzij
12-12-2016

Als u geen testament heeft opgemaakt, zal bij overlijden het wettelijk erfrecht van toepassing zijn. Met een geldig codicil kunt u nog wel wat roerende goederen toewijzen aan nabestaanden, maar u zet er de wet niet mee opzij. Ook al doet u mondeling uitspraken over uw wensen, of zet u zelf wensen op papier, de wettelijke regeling is dan nog steeds van toepassing.

Dat bleek onlangs weer bij de rechtbank Amsterdam. Een kinderloze vrouw overlijdt zonder dat zij een testament heeft laten opmaken. Het wettelijk erfrecht is van toepassing. Dan komt er iemand – geen familie – op de proppen die stelt dat hij mede-erfgenaam is en daarom aanspraak maakt op een deel van het nagelaten vermogen.

De man verwijst naar een handgeschreven verklaring van de vrouw waarin staat dat zij haar kapitaal aan de man en diens echtgenote wil achterlaten. Hij heeft samen met zijn vrouw enkele decennia voor de kinderloze vrouw gezorgd. Toen zij nog leefde, heeft zij het echtpaar al haar hele inboedel geschonken.


De rechtbank heeft begrip voor de eis van de man. Gelet op de handgeschreven verklaring van de vrouw en haar uitspraken tegenover derden is daar ook alle reden toe. Echter, het komt niet in de plaats van een testament. De wet stelt dat een “uiterste wilsbeschikking” alleen bij “uiterste wil” (= testament) kan worden opgemaakt. Dat is gebonden aan vormvereisten. Zelfs maatstaven van redelijkheid en billijkheid doen daar niets aan af.

Wilt u meer weten over het nalaten van uw vermogen of een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Buiten statuten om handelen leidt tot aansprakelijkheid bestuurder
17-10-2016

Statuten zijn niet zomaar een stuk papier of een document op uw harde schijf. Het zijn de rechtsregels voor uw bedrijf, vereniging of stichting. Wie in strijd met de statuten handelt, kan te maken krijgen met bestuurdersaansprakelijkheid. Dat kan u privé veel geld kosten.

Het Hof Amsterdam behandelde vorig jaar een zaak waarin een bestuurder – tevens mede-aandeelhouder – van een BV 20% aandelenbelang verkocht aan een BV waarvan hij ook bestuurder en aandeelhouder was. Hij deed dat zonder toestemming van zijn medebestuurder/-aandeelhouder. Volgens de statuten had hij in dergelijke gevallen toestemming nodig van zijn mede-aandeelhouder.

De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van bestuurdersaansprakelijkheid, omdat het aandelenbelang tegen de nominale waarde was overgedragen. Het Hof dacht er anders over en zag een tegenstrijdig belang omdat de bestuurder zowel bestuurder van verkoper als koper was. Hij had op grond van de statuten goedkeuring moeten vragen aan de andere aandeelhouder.. Om de aansprakelijkheid te kunnen vaststellen, was het nodig te kijken of er een verband bestond tussen het nalatigheid van de verkopende bestuurder (niet volgens de statuten handelen) en het verlies van de mogelijkheid voor de andere aandeelhouder om de aandelenoverdracht te voorkomen of een hogere prijs uit te onderhandelen. Het Hof vond dat een dergelijk verband aanwezig was. De bestuurder werd aansprakelijk gesteld tegenover de andere aandeelhouder.

Conclusie: handelen in strijd met de statuten brengt grote risico's op bestuurdersaansprakelijkheid mee. Wilt u dat voorkomen, bel ons dan voor advies.

Schenking aan partner vrij van schenkbelasting
17-10-2016

Normaal gesproken wordt de verzorging van de langstlevende partner in een testament vastgelegd. Soms zijn er echter redenen om dat niet te doen, en in plaats daarvan die – moreel gevoelde – verzorgingsplicht al eerder tot uitdrukking te brengen met een of meer schenkingen aan de partner. De vraag is of er dan wel of geen schenkbelasting moet worden betaald.

Een omstandigheid die tot dergelijk handelen kan leiden kwam aan de orde in een zaak die diende voor de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Een echtgenote met een herseninfarct, opgenomen in een verzorgingshuis, is niet meer in staat contact te hebben met haar echtgenoot. Na een tijdje gaatde man samenwonen met een nieuwe partner, die haar baan opzegt en de gemeenschappelijke huishouding bestiert. Het UWV beëindigt de uitkering van de partner, waarop de man haar tot twee maal toe een forse schenking doet. Hij voelt een morele verplichting om haar na zijn dood verzorgd achter te laten. Hij doet dat door middel van schenkingen omdat hij vreest dat het regelen van deze zaken in een testament veel problemen met zijn kinderen zal gaan opleveren.

De Belastingdienst kijkt er anders tegenaan. Die vindt dat een schenking tijdens leven niet kan worden aangemerkt als het voldoen aan een natuurlijke verbintenis. De inspecteur onderbouwt dat met de stelling dat een verplichting tot het verzorgd achterlaten alleen bestaat na het beëindigen van de relatie of na het overlijden. De Rechtbank ziet dat anders. Het moment van het verrichten van de prestatie is bepalend, het is niet van belang hoe de partner er later financieel zal voorstaan. De wet mag niet zo worden uitgelegd dat een natuurlijke verbintenis tot voorziening in het levensonderhoud beperkt is tot die gevallen waarbij de relatie is beëindigd.

Wilt u meer weten over het doen van een schenking aan uw partner? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Taalkundige uitleg huurovereenkomst is leidend
10-10-2016

Soms bevatten huurovereenkomsten opties tot koop van de woning door de huurder. Uiteindelijk kunnen de voorwaarden waaronder de optie benut kan worden, mee- of tegenvallen, zowel voor de huurder als voor de verhuurder. Wat te denken van de optie om over vijf jaar na aangaan van het contract de huurwoning te kopen tegen een waarde van tien keer de dan geldende huurwaarde op jaarbasis, en als de verhuurder in die periode de woning wil verkopen, hij die eerst aan de huurder moet aanbieden voor een prijs van eveneens tien keer de dan geldende huurwaarde op jaarbasis.

U raadt het al, de bron voor een geschil is geboren voor situaties waarin de ene partij een groter voordeel kan halen dan de ander heeft voorzien, dan wel een groter nadeel ondervindt dan voorzien bij het aangaan van de overeenkomst. Dan gaan de letters van de overeenkomst ontleed worden. Zo ook in hiervoor vermelde situatie.

De huurder vindt dat uit de tekst moet worden afgeleid dat er na vijf jaar een koopoptie voor hem ontstaat. De verhuurder vindt dat de huurder alleen maar een voorkeursrecht heeft als de verhuurder de woning wil verkopen. Het Hof en de rechtbank vinden dat de tekst een onvoorwaardelijke koopoptie na vijf jaar inhoudt. Dat wordt nog eens ondersteund omdat het om twee alinea's gaat. De eerste gaat over de optie voor de huurder om de woning na vijf jaar te kopen, de tweede over de omstandigheid dat de verhuurder de woning wil verkopen.

Als het standpunt van de verhuurder gevolgd zou worden, zou de eerste alinea overbodig zijn. Vandaar de taalkundige uitleg door het Hof en de rechtbank, met als conclusie dat aan de huurder een onvoorwaardelijke koopoptie is verleend om de woning na vijf jaar te mogen kopen.

Wilt u meer weten over het kopen van een huurwoning? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Airbnb-toeristen moeilijk onder te brengen in woonappartementen
03-10-2016

Met alle media aandacht voor de voor- en nadelen van Airbnb rijst ook de vraag wat u als appartementseigenaar binnen een Vereniging van Eigenaren (VvE) wel en niet mag met kortstondige verhuur van uw woning. Of u dit wel of niet mag doen, hangt af van de redactie van de splitsingsakte en het splitsingsregelement.

De rechtbank Rotterdam mocht zich hierover afgelopen zomer buigen. In die zaak stond in de splitsingsakte dat het betreffende appartement als woning is bestemd. Bij de uitleg daarvan spelen termen als partijbedoeling, redelijkheid en billijkheid en objectieve maatstaven een rol. Ook moet de samenhang met splitsingsreglement hierin worden betrokken. In dit geval bleek dat de eigenaar/gebruiker verplicht was om het privégedeelte te gebruiken zoals dat in de akte en het reglement was omschreven. Afwijking van de verplichting tot zelfbewoning zou alleen mogelijk zijn met toestemming van de VvE.

Wel zou de eigenaar zijn appartement aan een derde in gebruik mogen geven als die derde een verklaring aan de VvE zou geven dat hij het reglement zou naleven. Die voorwaarde is praktisch onuitvoerbaar bij verhuur voor korte periodes aan toeristen. Voor de rechter is dit aanleiding voor de conclusie dat een dergelijke verklaring alleen betrekking heeft op langduriger verhuur.

Bovendien, zo stelt de rechter, als een woning voor steeds korte periodes wordt verhuurd aan derden, is dat bedrijfsmatige exploitatie en niet gebruik als woning. Dat is in strijd met menig splitsingsakte en bijbehorend reglement.

Wilt u weten welke mogelijkheden u als appartementseigenaar hebt om uw woning voor korte of langere periodes te verhuren? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Privé schulden door BV laten betalen kan tot problemen leiden
03-10-2016

Een kat in het nauw maakt rare sprongen. Rechtbanken moeten zich met enige regelmaat buigen over geschillen waarbij een bestuurder een privé schuld door zijn BV heeft laten betalen, voorafgaand aan het faillissement van de BV. In de ogen van een curator staat een dergelijke handeling gelijk aan onrechtvaardige verrijking. De bestuurder in kwestie denkt daar meestal wel anders over.

Deze zomer speelde een zaak met deze kenmerken voor de rechtbank Zeeland–West-Brabant. De jaarstukken van de BV bevatten een vordering van de curator op de BV. De curator was namelijk ook in een faillissement van een vroegere BV van de betreffende bestuurder betrokken. In die zaak had hij een vordering tegen de bestuurder in privé ingesteld. Die vordering leidde tot een vaststellingsovereenkomst waarin de bestuurder zich verplichtte tot betaling van die vordering.

Wat schetst de verbazing van de curator die uit de jaarstukken afleidde dat de nu gefailleerde BV het bedrag van die schuld aan de hem heeft betaald, onder vermelding van het zaaknummer van de procedure die eerder leidde tot de vaststellingsovereenkomst. Met andere woorden, de bestuurder liet het bedrag dat hij in privé aan de curator verschuldigd was, door de BV betalen. In de boekhouding had de bestuurder laten opnemen dat het een vordering van de curator op de BV betrof.

De bestuurder heeft zonder grondslag en ten koste van andere schuldeisers betaald. Hij heeft hiermee ook onrechtmatig tegenover de schuldeisers van de gefailleerde BV gehandeld. De bestuurder heeft zich hierdoor in privé verrijkt. Zijn privéschuld was daarmee immers voldaan. Echter, de BV is door die handeling verarmd. De bestuurder werd veroordeeld de vordering van de curator te betalen.

Wilt u meer weten over wat u als bestuurder van een BV wel en niet mag? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Fout in splitsingsaktes opgeheven door VVE-besluit
26-09-2016

Fouten zijn menselijk, ook bij het maken van splitsingsakten en splitsingstekeningen van gebouwen. Soms heeft dat nauwelijks negatieve gevolgen, maar het kan ook heel vervelend uitpakken. Dat overkwam eigenaren van drie gebouwen die vanuit een hoofsplitsing tot stand waren gekomen.

Na de hoofdsplitsing was er voor elk van de gebouwen een akte van ondersplitsing gemaakt en getekend. In de splitsingstekeningen en in de akte van hoofdsplitsing was vastgelegd dat de buitengevels behoren tot de gemeenschappelijke delen van de verschillende ondersplitsingen. In de aktes van ondersplitsing stond echter onbedoeld dat de kosten voor rekening komen van de hoofdsplitsing.

De verenigingen van eigenaren (VvE) van de hoofdsplitsing en de ondersplitsingen hebben – toen zij achter de fout kwamen – unaniem besloten dat de buitengevels tot de gemeenschappelijke gedeelten van de verschillende ondersplitsingen behoren en niet van de hoofdsplitsing. Als gevolg daarvan werd ook besloten dat de kosten voor rekening van de VvE's van de ondersplitsingen zouden zijn.

Eén van de partijen in de ondersplitsing kreeg jaren later echter spijt van dat besluit. Aanleiding was het besef dat de onderhoudskosten erg houden zouden worden. De betreffende VvE probeerde het eerdere besluit van de VvE's nietig te laten verklaren bij de rechter. Een argument daarvoor zou kunnen zijn, dat bij tegenstrijdigheid tussen splitsingstekeningen en splitsingsaktes de rechter moet bepalen of de splitsingstekeningen doorslaggevend moeten zijn of de splitsingsaktes.

Uit de uitspraak van de rechter blijkt dat deze uitgaat van het feit dat een hoofd- en ondersplitsing een veelgebruikte opzet is voor gebouwen met beperkte gemeenschappelijke voorzieningen. Er kunnen immers in de loop der jaren verschillen ontstaan in onderhoudskosten en inrichtingseisen. Daar hoeven de eigenaren van de andere gebouwen niet voor op te draaien, is de algemene opvatting. Dat geldt nog meer als het ene gebouw nieuwbouw is en het andere vernieuwbouw.

In dit geval constateerde de rechter ook een innerlijke tegenstrijdigheid tussen de splitsingsaktes en de splitsingstekeningen. Die fout en onduidelijkheid is met het eerste unanieme besluit van de VvE's over de buitengevels opgeheven. Er is daarom ook geen sprake van strijd met de statuten.. De rechtbank vond dan ook dat één van de partijen zich niet later eenzijdig aan dit besluit kan onttrekken. Er is daarom ook geen sprake van een nietig besluit.

Wilt u meer weten over de gevolgen van besluitvorming in VvE's of over splitsingen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vordering op erfenis na 20 jaar verjaard
26-09-2016

In veel testamenten die voor 2003 zijn opgemaakt is de zogenaamde Ouderlijke Boedelverdeling (OBV) opgenomen, ook wel een langstlevende testament genoemd. Daarin worden alle goederen toebedeeld aan de langstlevende, onder de verplichting om de schulden te voldoen. De kinderen krijgen een vordering op de langstlevende echtgenoot ter grootte van hun erfdeel. Die vordering is pas opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende of in andere - in het testament opgenomen - gevallen. In het testament kan bijvoorbeeld als opeisingsgrond worden opgenomen het ongehuwd samenwonen van de langstlevende.

Onlangs was er een rechtszaak waarbij de langstlevende een jaar na het overlijden van zijn echtgenote ging samenwonen met zijn nieuwe partner. In het testament van zijn overleden echtgenote, was een dergelijke bepaling over samenwoning opgenomen. Zijn dochter, met wie hij nauwelijks contact had, was niet ingelicht over het samenwonen. Twintig jaar later overlijdt de langstlevende. Zijn dochter eist haar vordering op die zij bij het overlijden van haar moeder heeft verkregen.

De rechter oordeelde in dit geval dat de vordering opeisbaar werd op het moment dat de langstlevende ging samenwonen met zijn nieuwe partner. Nu de verjaringstermijn van twintig jaar is verstreken, is de vordering dus verjaard.

De rechter vond dat het niet-inlichten van de dochter over de samenwoning, wegens het slechte contact, niet was aan te merken als opzettelijke verzwijging en dat dus de verjaringstermijn niet was verlengd. Ook het feit dat de nieuwe partner van de langstlevende de vordering heeft erkend, betekent niet dat er daardoor een verbintenis ontstaat en de vordering alsnog door de nieuwe partner van de langstlevende uitgekeerd zou moeten worden.

Kortom: bij een langstlevende testament (met OBV) is het voor de kinderen die een vordering verkrijgen op de langstlevende van belang dat zij op de hoogte zijn van de gevallen waarin hun vordering opeisbaar is en dat zij zich van deze opeisbaarheid bewust blijven voordat het te laat is.

Sinds 2003 bestaat de OBV niet meer; de Wettelijke Verdeling is hiervoor in de plaats gekomen. Die zorgt ervoor dat de langstlevende de goederen automatisch – op grond van de wet - verkrijgt, zonder medewerking van de kinderen.

Heeft u vragen over uw testament? Bel ons voor een afspraak.

Nieuwe beherend vennoot CV ook aansprakelijk voor oude schuld
19-09-2016

Wie als beherend vennoot toetreedt tot een CV (commanditaire vennootschap), kan geconfronteerd worden met aansprakelijkheid en in het verlengde daarvan met forse financiële gevolgen. Uit een recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam blijkt dat die gevolgen er zelfs kunnen zijn als u maar één dag als beherend vennoot optreedt.

Er was in deze zaak een constructie bedacht waarin een commanditaire vennoot voor één dag beherend vennoot werd van een CV die diezelfde dag werd ontbonden. Het vermogen van de CV ging over naar een BV die zich verplichtte om de schulden voor zijn rekening te nemen. Nadat de BV kort daarop failliet ging, werd de beherend vennoot in privé aansprakelijk gesteld voor de nog in de CV aangegane schuld.

Een beherend vennoot is op grond van de wet hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen die de CV aangaat, ook al is hij of zij maar beherend vennoot voor één dag. Het helpt de vennoot ook niet om een beroep te doen op een artikel waarin staat dat voor een vennoot die hoofdelijke aansprakelijkheid alleen geldt als de vennoot een verwijt kan worden gemaakt over zijn of haar handelingen. Die regel geldt alleen voor commanditaire vennoten en niet voor beherend vennoten. Wie beherend vennoot wordt, is direct geheel persoonlijk aansprakelijk, ook voor schulden die al voor de datum van toetreding bestonden.

Wilt u meer weten over de verschillen tussen beherend en commanditaire vennoot? Bel ons voor het maken van een afspraak.

De beste redenen om een testament op te stellen op een rijtje
19-09-2016

Ook al is het erfrecht in de wet goed geregeld, in de praktijk blijken maar weinig mensen de wettelijke regels voor 100% als uitgangspunt te nemen. Veel mensen hebben aanvullende of van de wet afwijkende wensen. Deze wensen kunnen zij in een testament laten vastleggen, zodat dat wat zij willen, uiteindelijk ook wordt uitgevoerd. Waarom zou u van de wet afwijken en een testament maken? Wij noemen enkele veelvoorkomende redenen:

Geen partner en/of kinderen

De meeste mensen hebben een partner en/of kinderen aan wie zij hun bezittingen nalaten. Voor mensen in een andere privésituatie is een testament een uitkomst. Zij kunnen dan zelf bepalen wat er met hun vermogen en hun spullen moet gebeuren na hun overlijden.

Bescherming vermogensdeel kinderen

In Nederland zijn verreweg de meeste mensen getrouwd in gemeenschap van goederen. In die gevallen zijn alle bezittingen gezamenlijk eigendom.. U kunt daar in een testament invloed op uitoefenen met een uitsluitingsclausule. Daarin kunt u bepalen dat wat van u is terechtkomt bij uw eigen kinderen en niet bij de zogenaamde 'koude kant'. Deze clausule is met name van belang ingeval van echtscheiding bij een van uw kinderen.

Een uitsluitingsclausule in een testament zorgt ervoor dat uw kinderen het verkregen kapitaal niet in de huwelijksgemeenschap zien verdwijnen. De erfgenaam krijgt als het ware een eigen vermogensdeel buiten de huwelijksgemeenschap om. Bij echtscheiding kunt u met deze clausule voorkomen dat de koude kant aanspraak maakt op dit vermogen.

Erfgenamen

In de wet is de vererving van uw nalatenschap geregeld. U kunt van die regels afwijken met een testament. U kunt de ene erfgenaam bijvoorbeeld meer nalaten dan de ander of u kunt juist een wettelijke erfgenaam onterven. Ook kunt u geld of iets anders toekennen aan bijvoorbeeld een niet-erfgenaam of een goed doel.

Voogdij voor minderjarige kinderen

Wat moet er met uw kinderen gebeuren als zij nog minderjarig zijn en beide ouders overlijden? In een testament kunt u verzorgers benoemen voor die situatie. Doet u dat niet, dan beslist de rechter wie de voogdij over uw kinderen krijgt.

Minder erfbelasting

Erfgenamen betalen erfbelasting over wat zijn uit de nalatenschap krijgen. Partners hebben altijd een grote vrijstelling, andere erfgenamen hebben een kleine vrijstelling. Wij kunnen u adviseren over de mogelijkheden waarbij u met bepalingen in uw testament zorgt voor een zo laag mogelijke erfbelasting.

Meer weten over de mogelijkheden van een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Waardering eenmanszaak bij echtscheiding uitsluitend over goederen
12-09-2016

Wanneer bij een echtscheiding ook een eenmanszaak is betrokken, ligt onenigheid over de waarde daarvan op de loer. Voor de rechter wordt menig robbertje op dit punt uitgevochten. Als er sprake zou zijn van het buiten de boeken houden van een deel van de inkomsten, zijn ook de jaarcijfers niet betrouwbaar en zou de waarde van de onderneming niet (juist) kunnen worden vastgesteld. De rechter gaat uit van de feiten.

De ondernemende partner zal in dergelijke gevallen de saldi van zijn bankrekeningen en de jaarrekening van zijn onderneming aan de rechtbank moeten overleggen. Algemeen uitgangspunt is dat de goederen die per datum echtscheidingsverzoek tot de onderneming behoorden, aan de ondernemende partner worden toebedeeld. Die moet wel de waarde van die goederen per datum verdeling delen met zijn of haar partner.

Bij een eenmanszaak is geen ruimte voor waardering van de onderneming 'als geheel'. Een eenmanszaak is immers geen goed in de juridische zin van het woord. Aandelen in een BV zijn daarentegen wel in waarde te berekenen. Bij een eenmanszaak is het gebruikelijk voor de waardering van de aanwezige goederen en schulden aan te sluiten bij wat in de jaarrekening staat.

Wilt u meer weten over de gevolgen van een echtscheiding voor uw onderneming? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Leeg legaat, geen recht op vervangende waarde
12-09-2016

Testamenten bevatten nogal eens legaten aan een bepaald familielid, een goed doel of iets of iemand anders. Soms is dat een legaat in geld, maar het kan ook een legaat in natura zijn, bijvoorbeeld een antieke kast, een kunstwerk of een sieraad. Wat zijn uw rechten als die kast, dat kunstwerk of sieraad er niet meer is?

Het is erg jammer, maar een legaat dat er niet meer is, heeft geen enkele waarde meer. Degene die het testament heeft opgesteld, mag zolang hij of zij nog leeft zelf beslissen of het betreffende goed alvast aan een ander wordt gegeven of bijvoorbeeld wordt verkocht. Is er iets aan u gelegateerd in een testament, maar blijkt dat goed er niet meer te zijn, staat u met lege handen.

Het kan ook zo zijn dat het legaat er nog wel is, maar dat degene aan wie is gelegateerd niet meer in leven is. In dat geval maakt het legaat gewoon weer deel uit van de erfenis en wordt meegenomen in de verdeling onder erfgenamen. Uitzondering daarop is als het een legaat met plaatsvervulling is. In dat geval ontvangen de erfgenamen van degene die het legaat zou ontvangen het betreffende goed.

Wilt u meer weten over legaten in een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Landerijen in verpachte staat voor erfgenaam-pachter
05-09-2016

Wat gebeurt er met agrarische percelen, die bij leven door ouders aan een van meer kinderen zijn verpacht, na de door van beide ouders? Naar de erfgenamen, is de logische conclusie. De vraag is echter tegen welke waarde de percelen aan het betreffende kind kunnen worden geleverd.

De erfgenaam-pachter heeft er belang bij als die waardering in verpachte staat wordt gedaan, terwijl het in het financiële belang van de overige kinderen is om die waardering in vrij opleverbare staat uit te voeren.

De rechter heeft zich over deze vraag uitgesproken en oordeelt dat de percelen tegen de waarde in verpachte staat aan de erfgenaam-pachter moet worden toebedeeld. Ook in deze gevallen moet volgens de rechter rekening worden gehouden met bestaande pachtovereenkomsten. Alleen als de zich benadeeld voelde partij(en) feiten of omstandigheden aan de orde stellen die een afwijking van deze regel zouden kunnen rechtvaardigen, zal de rechter die in zijn afweging meenemen. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan dat resulteren in afwijking van de regel.

Wilt u meer weten over pacht en erven? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Erfgenamen vanaf 1 september beschermd tegen schulden
29-08-2016

De Wet bescherming erfgenamen tegen schulden treedt op 1 september 2016 in werking. Erfgenamen die dan nog geen keuze hebben gemaakt of ze de erfenis zuiver zullen aanvaarden, doen dat in elk geval als zij handelingen verrichten waarmee eventuele schuldeisers worden benadeeld.

Erfgenamen die een erfenis al zuiver hebben aanvaard en dan een onvoorziene schuld aantreffen, kunnen zich beroepen op een nieuwe regel in de wet. Die regel houdt in dat wanneer zij binnen drie maanden na ontdekking van de schuld een verzoek indienen bij de kantonrechter, deze hen kan machtigen om de nalatenschap alsnog beneficiair te aanvaarden.
Zodra de erfenis is vereffend of verdeeld, kan de erfgenaam toch nog ontheffing krijgen om de onvoorziene schuld te betalen. Dat geldt uiteraard alleen als de schuld niet uit de erfenis zelf kan worden betaald.
Erfgenamen hebben wel een een onderzoeksplicht. De verwachting van de overheid is daarom dat er niet snel sprake zal zijn van een onverwachte schuld.

Wilt u meer weten over het afwikkelen van een erfenis in het algemeen of een erfenis met schulden in het bijzonder? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Betere aanpak faillissementen mogelijk
22-08-2016

Nu voortaan een stille curator al in de aanloop naar een faillissement aan het werk kan, is de kans op doorstart van ondernemingen flink groter geworden. Dat heeft positieve gevolgen voor de schuldeisers, voor de onderneming en voor de medewerkers. Deze maatregel past in de voorziene modernisering van het faillissementsrecht en is slechts een van de vele maatregelen in dit plan.

Als een onderneming nu in financiële mogelijkheden verkeert, kan een stille curator al aan de slag om het faillissement en een eventuele doorstart voor te bereiden. De stille curator krijgt van de rechtbank twee weken de gelegenheid om te bekijken of een eventuele doorstart tot de mogelijkheden behoort. In deze periode krijgen ook werknemers een stem. De stille curator moet de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging bij zijn werk betrekken. Bij afwikkeling van het faillissement krijgen werknemers een zetel in de voorlopige commissie van schuldeisers. Op die manier worden de belangen van werknemers beter gewaardborgd, een faillissement heeft immers grote gevolgen voor werknemers.

Ook de aandeelhouders worden in deze onderzoeksperiode betrokken. Dat is vooral belangrijk als er sprake is van een moedermaatschappij die zich garant stelt voor de schulden van de dochter.

Wilt u hier meer over weten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Niet tijdig aangepast testament heeft onbedoeld effect
15-08-2016

Bij veranderingen in de samenstelling van uw gezin is het verstandig uw testament eens onder de loep te nemen. Is de inhoud nog accuraat? Bereikt u nog steeds het doel dat u voor ogen heeft? Het kan voorkomen dat uw testament door een veranderende situatie zorgt voor een andere uitkomst dan u nu zou willen.

Zo was er een man die in zijn testament, zonder achterlating van afstammelingen, zijn vriendin als enige erfgename benoemde. Zij waren samenwoners met een samenlevingscontract, waarin was voorzien in een wederzijds nabestaandenpensioen en een verblijvingsbeding voor de woning. Een jaar na het opmaken van het testament werd een zoon geboren. Het testament werd niet aangepast en jaren later overleed de man. De zoon kreeg een aanslag erfbelasting opgelegd, waarvan de hoogte was gebaseerd op de verkrijging van de gehele nalatenschap, minus de vrijstelling voor kinderen. De zoon vond dat zijn vader niet de bedoeling had zijn moeder uit te sluiten als erfgename.

Zowel de Rechtbank Den Haag als het Hof Den Haag stelde voorop dat bij beantwoording van de vraag wie erfgenaam is, gekeken moet worden naar de bewoordingen van het testament. In dit testament was de vriendin van de erflater aangewezen als erfgename indien er geen afstammelingen waren. Nu in het testament niet was bepaald dat zijn vriendin ook voor een deel gerechtigd was als er wel afstammelingen zouden zijn, was slechts de zoon aan te merken als erfgenaam.

Wilt u weten of uw testament nog 'up-to-date' is? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Kleinkinderen profiteren van testament
08-08-2016

Heeft u geen testament en wilt toch dat uw kleinkinderen – als u er niet meer bent – een bedrag uit uw nalatenschap krijgen? De enige zekerheid dat uw wens zal worden uitgevoerd, heeft u met een testament. Volstaat u met een verklaring of een briefje in een la, dan doet u niet meer dan een beroep op uw kinderen om uw wens uit te voeren. Zij zijn daar niet aan gehouden, met alle fiscale gevolgen van dien.

Als uw kinderen, met een dergelijke verklaring, niet aan uw wens tegemoet willen komen, dan is er niets wat hen daarvan weerhoudt. Zij kunnen daarmee niet gedwongen worden om die uitkeringen toch te doen. Echter, er is nog een – net zo belangrijk – argument om niet te volstaan met een verklaring of briefje.

Zowel ouders als kleinkinderen hebben ieder een vrijstelling voor de erfbelasting van € 20.148. Met een testament waarin u een legaat voor ieder van uw kleinkinderen opneemt, levert dit per saldo een behoorlijke belastingbesparing op. Zo kan er in 2016 bij overlijden maximaal€ 20.148 belastingvrij naar elk kind en kleinkind overgeheveld worden, wat per kleinkind een belastingbesparing inhoudt van ten minste € 2.015.

Zonder testament zouden de schenkingen aan de kleinkinderen, ter uitvoering van uw wens, dubbel worden belast door de fiscus. Immers, eerst betalen uw kinderen over dit bedrag als verkrijging uit uw nalatenschap, en vervolgens zal er door de kleinkinderen schenkbelasting verschuldigd zijn. Bij meer kleinkinderen kan het totaalbedrag dat naar de fiscus gaat, behoorlijk oplopen. U kunt één en ander goed regelen met een testament. De kosten daarvan wegen niet op tegen het belastingvoordeel dat u bereikt.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden van een testament of het afwikkelen van een erfenis? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vanaf 1 september betere bescherming erfgenamen tegen schulden
18-07-2016

Wie na een overlijden handelingen verricht die verband houden met de afwikkeling van de erfenis, gedraagt zich als erfgenaam en heeft daarmee de erfenis zuiver aanvaard. Dat kan grote risico's met zich meebrengen. Als er meer schulden dan bezittingen zijn, moeten de erfgenamen in dat geval het tekort uit eigen zak betalen. Per 1 september gaat dat veranderen.

In de nieuwe wet wordt het aantal gedragingen / handelingen waaruit nu nog zuivere aanvaarding voortvloeit, beperkt. Vanaf 1 september wordt een zuivere aanvaarding alleen veroorzaakt door handelingen die een benadeling van schuldeisers tot gevolg hebben. Denk aan het verkopen van goederen uit de nalatenschap.

De nieuwe wet voorziet ook in een regeling voor erfgenamen die al zuiver hebben aanvaard, maar naderhand tot de ontdekking komen dat er een onverwacht grote schuld in de erfenis zit die niet daaruit kan worden betaald. De erfgenaam kan dan door de kantonrechter worden gemachtigd om de erfenis alsnog beneficiair te aanvaarden. Een verzoek hiertoe moet binnen drie maanden na ontdekking van de schuld worden gedaan. Het zal niet eenvoudig zijn om deze mogelijkheid met succes te benutten. Elke erfgenaam heeft namelijk een onderzoeksplicht, hetgeen betekent dat hij of zij al het mogelijke moet hebben gedaan om er tijdig achter te komen of er sprake is van niet verwachte schulden.

Wilt u meer weten over het aanvaarden van een erfenis, het afwikkelen van een nalatenschap of het opstellen van een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak

Vruchtgebruik langstlevende echtgenoot geeft alle stemrechten in BV
04-07-2016

Aandelen in erfenis kunnen soms tot ingewikkelde vragen en situaties leiden. Een voorbeeld daarvan zijn aandelen van de eerstoverleden ouder in een BV, die door de kinderen worden geërfd, maar waarvan het vruchtgebruik is gelegateerd aan de de nieuwe echtgenoot van de ouder. Wat zijn dan de rechten van de erfgenamen?

Deze vraag speelde nadat de nieuwe echtgenoot van de overleden aandeelhouder zonder overleg met de kinderen had besloten een deelneming van de BV te certificeren en een koopoptie op de certificaten te geven aan één van de erfgenamen, hun broer. De overige erfgenamen kwamen hier tegen in het geweer.

Zowel de ontbonden huwelijksgemeenschap, het testament als de afgifte van het legaat leiden tot de conclusie dat de nieuwe echtgenoot in de algemene vergadering van aandeelhouders alle stem- en winstrechten had. Dat werd gestaafd door de statuten van de BV.

Wel hebben de erfgenamen het recht om tijdens algemene vergaderingen het woord te voeren. Zij hebben ook een agenderingsrecht en recht op een afschrift van de jaarrekening. Tot slot hebben zij ook recht op informatie als waren zij volledig aandeelhouder. In deze zaak bleek dat de erfgenamen op de hoogte waren van het voornemen van de vruchtgebruiker om het bedrijf over te dragen aan hun broer. De vruchtgebruiker was ook bevoegd om dat te doen.

Voor de overige erfgenamen rest niet meer dan dat zij over dit besluit moeten worden geïnformeerd en dat zij hierover iets mogen zeggen in de algemene vergadering van aandeelhouders. Echter, duidelijk is in dit geval dat de vruchtgebruiker dergelijke besluiten kan nemen vanwege de door hem beoogde continuïteit van de onderneming.

Wilt u meer weten over het overdragen van ondernemingen in het algemeen, of waarvan de aandelen deel uitmaken van een erfenis in het bijzonder? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Hoofdelijke aansprakelijkheid blijft ook bestaan na echtscheiding
30-05-2016

Schulden die uw ex-partner als ondernemer in een vennootschap onder firma (vof) heeft gemaakt, blijven u ook na een echtscheiding achtervolgen. De uitspraak van de rechter in een geschil tussen ex-echtgenoten, tevens ex-vennoten in een vennootschap vof, toont dat weer aan.

Niet ongebruikelijk is dat na een echtscheiding tussen partners – die tevens als vennoten samenwerken in een vof – een van beiden de onderneming voortzet. Dat gebeurt meestal in de vorm van een eenmanszaak. Wat nu als de onderneming na het uiteengaan van de vennoten nog een naheffingsaanslag van de fiscus ontvangt over een of meer jaren vóór de echtscheiding?

Het echtscheidingsconvenant kan mogelijk duidelijkheid verschaffen. In dit geval is bepaald dat de ondernemende ex-partner de schulden van de vof als eigen schulden zal betalen en dat fiscale claims tot een bepaalde datum voor elk van de partners voor de helft zullen worden betaald.

Geregeld en helder, zou je denken. Echter, het echtscheidingsconvenant bindt wel de ex-partners, maar niet een derde als bijvoorbeeld de Belastingdienst. Die stelde dan ook de niet-ondernemende ex-partner hoofdelijk aansprakelijk voor de schuld. De schulden waren ontstaan in de periode dat beide ex-partners nog vennoot waren. Hij ontkwam dan ook niet aan het voldoen van de claim.

Wilt u meer weten over aansprakelijkheid voor een onderneming na echtscheiding? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Misbruik volmacht kan tot gevangenisstraf leiden
09-05-2016

U zult maar iemand zo vertrouwen dat u hem of haar volmacht geeft om – als u dat zelf bij leven niet meer kunt – uw belangen te behartigen. Met als resultaat dat die vertrouwde persoon uw vermogen mede voor zichzelf en zijn familie gebruikt. Dat lijkt niet in lijn met uw belangen.

De Rechtbank Noord-Nederland kreeg dit jaar een zaak op de rol waarin een gevolmachtigde gedurende meerdere jaren het volledige beheer over de financiën van de volmachtgever voerde. In die periode heeft de gevolmachtigde goed voor zichzelf en zijn familie gezorgd, althans met bedragen die hij van de bankrekeningen van de volmachtgever naar zijn eigen bankrekening overmaakte. Energie, onderhoud van de auto, vliegtickets en boodschappen werden met dat geld betaald. Giften aan de kinderen van de gevolmachtigde werden ook met geld van de volmachtgever gedaan.

Normaal gesproken is een dergelijke handelwijze strafbaar. Het zou alleen mogen als er sprake is van een in de volmacht omschreven recht om geld van de volmachtgever naar de eigen bankrekening over te maken. In dit geval mocht de gevolmachtigde wel beschikken over het vermogen van de volmachtgever, maar alleen als dat het belang van de volmachtgever dient. Bovendien was er in dit geval sprake van een opschortende voorwaarde. De gevolmachtigde mocht pas gebruik van de volmacht maken na een medische verklaring – door een arts – dat hij lichamelijk en/of geestelijk niet meer in staat zou zijn om de eigen rechten uit te oefenen en belangen te behartigen. De volmacht was daarmee beperkt tot gebruik om uitsluitend de belangen van de volmachtgever te behartigen.

Het doet niet ter zake of de gevolmachtigde de overboekingen beschouwt als tegenprestatie voor het verlenen van zorg aan de volmachtgever. Vooral niet omdat de wet verbiedt dat er naast een volmachtrelatie ook een andere relatie ontstaat, waarmee niet kan worden uitgesloten dat de belangen van beide partijen strijdig met elkaar kunnen zijn. Die strijdigheid was in deze zaak overduidelijk. Het levert de gevolmachtigde een gevangenisstraf op van 22 maanden!

Wil u meer weten over de strekking van volmachten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Benadeling door geplunderde spaarrekening vergoeden
02-05-2016

Het plunderen van een gezamenlijke spaarrekening kort voor of op de dag van het verbreken van een relatie roept op zijn minst vragen op. Iedereen weet wel dat zoiets niet hoort en eigenlijk ook dat het niet mag. Soms moet de rechter dat nog maar eens uitspreken omdat de ex-echtelieden er samen niet uitkomen.

Liefhebbers van een goed verhaal kunnen hun hart ophalen bij een onlangs gehouden zitting van de rechtbank Noord-Holland over een dergelijke zaak. Op de dag dat een vrouw de relatie met haar man verbreekt en intrekt bij haar nieuwe partner, haalt zij de gezamenlijke spaarrekening leeg. Drie manden later wordt het verzoekschrift tot echtscheiding ingediend en pas weer een jaar later is de echtscheiding uitgesproken.

De wettelijke regel is dat een partner die binnen zes maanden voor het starten van een echtscheidingsprocedure het (spaar)geld verspilt, de gemeenschap van goederen benadeeld. Vanuit dat oogpunt is het logisch dat de man de aangerichte schade vergoed wil hebben.

De vrouw vond in deze zaak dat zij tot de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding wel degelijk over het gezamenlijke vermogen mocht beschikken. Van verspilling was volgens haar ook geen sprake omdat zij met het opgenomen geld een gezamenlijke schuld aan haar moeder afbetaald, meubels heeft gekocht en tijdelijk in het levensonderhoud van haar en haar kind heeft voorzien.

De vraag is of de rechtbank met de verklaring van de vrouw een rechtsgrond kon vaststellen die de geldopname en de besteding daarvan zou kunnen rechtvaardigen. Nee dus. De vrouw kon het bestaan en de opeisbaarheid van de lening bij haar moeder niet aantonen. Dat kon zij evenmin met de betaling daarvan aan haar moeder. Ook het verhaal over inrichting en levensonderhoud kon zij niet aantonen.

De rechtbank overwoog daarnaast nog dat de vrouw partneralimentatie en een uitkering voor het betalen van haar levensonderhoud ontving. De vrouw moest de helft van het opgenomen bedrag aan de man vergoeden.

Wilt u meer weten over wanneer geld en bezittingen wel of niet in de gemeenschap van goederen vallen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Uitsluitingsclausule bij gift moet vooraf worden bedongen
25-04-2016

Bij echtscheidingen doet zich ook regelmatig de vraag voor van wie de tijdens het huwelijk ontvangen schenkingen zijn. Met andere woorden, zijn de van uw ouders ontvangen schenkingen ook voor de helft voor uw ex-echtgenoot. Naast het huwelijksregime (huwelijkse voorwaarden of gemeenschap van goederen) is ook van belang of er een uitsluitingsclausule (schoonzoon of –dochter krijgt dan niets) op de schenking rust.

Tot 1 januari 2003 moesten schenkingen en de eventueel bijbehorende uitsluitingsclausules in een notariële akte worden vastgelegd. Dat gold alleen niet voor contante schenkingen en – daaronder vallend – schenkingen via girale overboekingen.

Het Hof Arnhem-Leeuwarden kreeg eerder dit jaar wel een heel curieus geval onder ogen. Een schenking uit 1995 was niet vastgelegd in een notariële akte – dus ook geen uitsluitingsclausule – maar in de daarop volgende aangifte schenkbelasting werd de schenking opgevoerd met als toevoeging dat die onder een uitsluitingsclausule was gedaan. De wet is er helder over, na het doen van een gift kan geen uitsluitingsclausule meer worden bedongen. Een bij de schenkingsaangifte opgestelde uitsluitingsclausule is daarom ongeldig. De schenking valt daarmee in de gemeenschap van goederen en gaat voor de helft naar de ex-echtgenoot.

Wilt u meer weten over de uitsluitingsclausule bij schenkingen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Eerder beginnen om falende bedrijfsoverdracht te voorkomen
25-04-2016

In de eerste helft van april kwamen alarmerende berichten naar buiten over het falen van opvolging in familiebedrijven. Volgens een studie van BDO Accountants & Adviseurs, Rabobank en Erasmus Centre for Family Business gaat dat in zeven van de tien gevallen mis. Dat komt vooral omdat de overdragende generatie na overdracht vaak te veel invloed houdt op de gang van zaken. Ook de dividendwens van de familie werkt niet echt mee aan de slagingskans.

Bijna zeventig procent van alle Nederlandse ondernemingen is een familiebedrijf en is goed voor vrijwel de helft van de werkgelegenheid. Meer dan de helft van het zogenaamde bruto binnenlands product is afkomstig uit familiebedrijven. Het belang voor de economie is daarmee wel duidelijk. Hoe kunt u zich wapenen tegen mislukking?

Bedrijfsopvolging in familiebedrijven is niet alleen een zakelijke kwestie, ook emoties en familiebelangen spelen een belangrijke rol. Op tijd beginnen is het devies van de onderzoekers. Notarissen hameren daar al decennia lang op. Vijf tot tien jaar zijn er nodig als u een voor alle partijen soepele overgang wilt realiseren met voldoende kansen voor de opvolger om met het bedrijf verder te kunnen en te kunnen blijven bestaan. Die tijd is bijvoorbeeld alleen al nodig voor de fiscale aspecten. Door tijdig te beginnen kunt u die lasten uitsmeren en zelfs enigszins beperken.

De onderzoekers concluderen dat een groeiend bedrijf in de eerste generatie met zicht op bedrijfsopvolging noodzakelijke investeringen in bijvoorbeeld IT vaak achterwege laat. De opvolger wordt dan geconfronteerd met veel “achterstallig onderhoud”. Dat kan voorkomen worden met goede en tijdige samenwerking tussen de verschillende generaties, met inschakeling van de op onderdelen noodzakelijke deskundigheid.

Vroeg plannen maken, blijven investeren, fiscaal en juridisch voorsorteren. Wie dat nalaat, loopt het risico om in de groep van zeven (op de tien) falende bedrijfsoverdrachten terecht te komen. Wilt u dat voorkomen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Dga's ook geen werknemer na toetreding nieuwe aandeelhouder
18-04-2016

Directeur-grootaandeelhouders van een BV moeten alert zijn op de mogelijkheid dat zij als werknemers in hun eigen BV worden gezien en daarmee ook verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. De fiscus ligt op de loer. Die kijkt naar de onderlinge eigendomsverhoudingen van aandelen.

Het Hof in Den Bosch moest zich onlangs uitspreken over een dergelijke zaak. De aandelen in een BV werden gehouden door twee aandeelhouders. Op een gegeven moment treedt een derde aandeelhouder toe en verwerft 20% van de aandelen. Beide andere aandeelhouders houden elk 40%.

De fiscus concludeerde – na boekenonderzoek – dat beide 40%-aandeelhouders vanaf het moment van toetreding van de derde aandeelhouder werknemer van hun BV zijn geworden en legt een flinke naheffingsaanslag op.

De rechtbank ging niet met de fiscus mee. Volgens de rechtbank – die zich baseerde op de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder en op jurisprudentie van de Hoge Raad – worden bestuurders die in de algemene vergadering van de vennootschap een gelijk of vrijwel gelijk aantal stemmen kunnen uitbrengen, aangemerkt als directeur-grootaandeelhouders.

Ook bij het Hof ving de fiscus bot. De fiscus slaagde er in dit geval niet in om te bewijzen dat er sprake zou zijn van een dienstbetrekking van beide groot-aandeelhouders.

Wilt u weten wat uw positie is in dergelijke situaties of regelen dat u niet in een dergelijke situatie verzeild raakt? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vervaltermijn in testament soms slechts aansporingstermijn
18-04-2016

Veel testamenten bevatten een wettelijke verdeling van de nalatenschap. Dat betekent dat de regels hierover in de wet worden gevolgd. Echter, ook worden vaak aanvullingen hierop in het testament opgenomen. Een voorbeeld daarvan is dat wordt bepaald dat de vorderingen van de kinderen voor de helft opeisbaar zijn binnen zes maanden na overlijden. Wat gebeurt er dan als dat niet binnen zes maanden gebeurt. Het Hof Den Haag heeft daarin duidelijkheid gecreëerd.

Het Hof boog zich over een zaak waarin het betreffende deel twee weken na het verstrijken van de zes maanden werd opgeëist. De achtergebleven echtgenote vond dat zij daarom ook niet tot uitkering hoefde over te gaan. Het Hof boog zich over de vraag of hier sprake is van een vervaltermijn of van een aansporingstermijn.

Bij de uitleg van een testament is niet alleen de grammaticale uitleg doorslaggevend. Ook de verhoudingen die iemand blijkbaar wilde regelen, wegen mee. Datzelfde geldt voor de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt. Het Hof vindt dat een dergelijke clausule niet kan worden opgevat als een vervaltermijn. Althans als er niet met zoveel woorden is opgenomen dat de mogelijkheid tot opeisen vervalt als niet aan de gestelde termijn is voldaan. Het Hof ziet er veel meer een aansporing in om na het overlijden niet te lang te wachten met het opeisen van de vorderingen.

Van belang is dat in deze zaak nergens staat dat de mogelijkheid van opeising vervalt als de termijn wordt overschreden. Te meer omdat op andere plaatsen in het testament wel fatale termijnen als zodanig zijn vermeld.

Wilt u meer weten over het opnemen van aansporings- en vervaltermijnen in uw testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Bevoordeling via BV van kind is toch een gift aan dat kind
11-04-2016

Het is een prachtige mogelijkheid, het huren van een aan uw ouders toebehorend bedrijfspand voor uw BV tegen een alleszins schappelijke huurprijs. Ouders willen nu eenmaal voorkomen dat hun ondernemende kind in dergelijke situaties met hoge huurkosten wordt opgezadeld. Echter, het kan zich ook tegen u keren!

Uiteindelijk – bij overlijden van een van de ouders – wordt de vraag relevant of er vanwege de lage huur sprake is van een gift aan het ondernemende kind. Als dat zo is, moet dat bedrag worden meegenomen in de berekening van de erfdelen. De vraag is of de stelling houdbaar is dat de gift niet aan het kind persoonlijk maar aan diens BV ten goede is gekomen. De BV heeft immers de huurovereenkomst gesloten.

Het Hof Amsterdam was er begin dit jaar snel uit in een dergelijke situatie. Wie een ander verrijkt ten koste van zijn of haar vermogen, doet in juridische zin een gift. Bepalend is of de ontvanger wordt bevoordeeld en of dat ook de bedoeling was van – in dit geval – de ouders. Dat laatste bleek, de ouders wilden hoge huurkosten voor het kind vermijden en de huurprijs was lager dan in de markt gebruikelijk was. De lage huur had ook een positief effect op de winst van de BV. Die winst kwam het kind ten goede vanuit zijn hoedanigheid van directeur-grootaandeelhouder. Er was dus sprake van een gift die moet worden meegenomen in de berekening van de erfdelen.

Wilt u meer weten over de erfrechtelijke gevolgen van bevoordeling van een kind ten opzichte van uw andere kinderen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Onterfde kinderen soms toch recht op uitkering levensverzekering
11-04-2016

Testamenten van mensen die getrouwd zijn of samenwonen bevatten vaak een clausule dat het vermogen eerst toekomt aan de langstlevende partner. Kinderen krijgen meestal een uitgestelde vordering, die opeisbaar wordt als de langstlevende partner overlijdt. Soms echter worden kinderen ook onterfd. Een tot uitkering komende levensverzekering kan bij een onterving de boel aardig in de war schoppen.

Rechtbank Noord-Holland boog zich onlangs over een dergelijke zaak. In de polis werden als begunstigden vermeld de verzekeringnemer, zijn weduwe, zijn kinderen (ieder voor een gelijk deel) en zijn erfgenamen. De verzekeringsmaatschappij kende de uitkering toe aan de kinderen omdat de overledene en zijn partner niet getrouwd of als partner geregistreerd waren en de levensverzekeringsuitkering buiten de nalatenschap om werd ontvangen. De partner vond dat zij recht had op de uitkering omdat de bedoeling van haar overleden partner anders zou zijn dan uit de polissen bleek.

De rechtbank moet ervan uitgaan dat bij een levensverzekering begunstigden worden aangewezen met een schriftelijke mededeling van de verzekeringnemer aan de verzekeringsmaatschappij. Bij de uitleg daarvan moet de rechter uitgaan van de bedoeling van de verzekeringnemer bij de aanwijzing. Ook moet de rechter letten op eventuele andere verklaringen en gedragingen van de verzekeringnemer. Bij het vaststellen daarvan moet de rechter zich baseren op verklaringen en gedragingen ten tijde van de aanwijzing van de begunstigde(n).

De begunstiging in de polissen is in dit geval na het sluiten van de samenlevingsovereenkomst en een herzien testament niet meer aangepast De rechter kan dan niet anders dan concluderen dat – omdat er geen sprake is van een huwelijk – de begunstiging van de weduwe vervalt en de uitkering ondanks de onterving toekomt aan de kinderen.

Wilt u meer weten over het in overeenstemming brengen van levensverzekeringen met uw wensen voor de situatie na uw overlijden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Samenwoners kunnen rechter inschakelen voor alimentatieregeling
04-04-2016

In veel samenlevingscontracten staat dat bij het einde van de relatie de meest draagkrachtige partner een bijdrage in het levensonderhoud van de andere partner dient te leveren. Er wordt in die gevallen vrijwel altijd aansluiting gezocht bij de alimentatieregeling zoals die in de wet voor getrouwde stellen is geregeld. Desondanks kan dat toch nog tot grote verschillen in inzicht leiden.

Een vrouw vroeg dit jaar de rechtbank in Rotterdam te bepalen dat haar ex-partner na verbreking van de samenwoonrelatie alimentatie aan haar zou moeten betalen. De man verweerde zich door te stellen dat de rechter alleen alimentatie kan vaststellen als de alimentatieplicht uit de wet voortvloeit en niet uit een overeenkomst. De rechter ging in die stelling niet mee.

Omdat de ex-partners er samen niet uitkomen, moet de rechter de uitkering vaststellen. De rechter moet daarbij rekening houden met de eisen van redelijkheid en billijkheid. De rechtbank vond dat er wel degelijk de burgerlijke rechter – die geen alimentatierechter is – zich mag uitspreken over de vaststelling van alimentatie op grond van afspraken tussen samenwoners.

In dit concrete geval werd de eis van de vrouw overigens afgewezen omdat zij onvoldoende inzicht had gegeven in haar vermogen en haar mogelijkheden om zelf geld te verdienen.

Wilt u meer weten over het regelen van de gevolgen voor het geval uw samenwoonrelatie wordt verbroken? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Afwaarderen schuld aan overleden ouder scheelt erfbelasting
28-03-2016

Het komt nogal eens voor dat een nalatenschap een schuld bevat van een kind aan de overleden ouder(s). De kans is groot dat in die gevallen verschil van inzicht ontstaat tussen fiscus en erfgenamen over de waardering van die schuld. De rechter moet er nogal eens aan te pas komen.

Dat bleek weer eens bij het Hof Arnhem-Leeuwarden die begin dit jaar uitspraak moest doen in een dergelijke zaak. Een van de kinderen had een schuld van enkele tonnen aan zijn ouders. De fiscus waardeerde die schuld voor de berekening van de hoogte van de nalatenschap en daarmee voor de heffing van erfbelasting op de hoogte van de vordering. Een van de erfgenamen – een broer van de schuldenaar – kwam daartegen in verweer en vond dat de schuld zou moeten worden afgewaardeerd op nul. De rechter ging daarin mee.

Er blijkt namelijk dat de schuldenaar niet wil aflossen en dat daarvan al sprake was voordat de ouder was overleden. Verder wordt de conclusie getrokken dat er geen zekerheden zijn gesteld voor het geval de nalatige broer niet aan zijn aflossingsverplichtingen voldoet. Ook zijn er voor en na het overlijden diverse invorderingsacties geweest, maar ook die hebben niet geleid tot aflossing. Bovendien is de BV van de schuldenaar failliet gegaan.

De fiscus stelde daar tegenover dat er best een koper gevonden zou kunnen worden voor de vordering. Die stelling werd verder echter niet onderbouwd. Reden voor het Hof om het bezwaar van de broer te honoreren en de schuld naar nul af te waarderen en daarmee ook de aanslag erfbelasting te verlagen.

Wilt u meer weten over de afwikkeling van een erfenis? Bel ons voor het maken van een afspraak.

“We hebben het er al eens vaker over gehad…”
21-03-2016

Bij de afwikkeling van een nalatenschap horen we regelmatig: “We hebben het er al vaker over gehad, maar we hebben nooit de stap genomen om zelf een testament op te laten maken. We wisten eigenlijk wel dat het verstandig zou kunnen zijn om een testament te maken. Je denkt echter tegen beter weten in: Ach het overkomt ons niet… we hebben dus niet een testament gemaakt..en we dachten ook nog dat het duur zou zijn. We hadden achteraf toch eerder moet komen dan waren we nu beter en goedkoper uit geweest. ”.

Gek genoeg is er vaak onvoldoende aandacht voor de gevolgen bij overlijden. Juist omdat – hoe vervelend ook – ook, uw overlijden een zekerheid is, is het verstandig om voor uw nabestaanden een goede regeling te maken. Deze regeling moet in een persoonlijk testament worden vastgelegd.

Voor veel risico's heeft u zich – al dan niet verplicht – verzekerd. Daarmee dekt u de financiële gevolgen voor het geval het verzekerde risico zich voordoet. Dat risico doet zich gelukkig vaak niet voor. Daarvoor betaalt u jaarlijks een premie omdat u zich bewust bent van het belang.
Waarom zouden u en uw nabestaanden belang kunnen hebben bij een goed testament? De kosten van een testament zijn – anders dan bij een verzekering – eenmalig bij het opstellen verschuldigd en vallen echt wel mee. Met een testament kunt u zelfs veel geld besparen!
Zonder testament bepaalt de wet wie uw erfgenamen zijn. Wie van u erven wordt dan mede bepaald door het al dan niet gehuwd of als partner geregistreerd zijn en het feit dat er al of geen afstammelingen zijn.

Wij adviseren u om u in een persoonlijk gesprek door ons te laten adviseren over wie uw erfgenamen zijn en of het voor u ook verstandig is om zelf een testament te maken.
Er zijn veel redenen om een testament te maken:

  • uw kinderen zijn minderjarig en u wilt zelf bepalen wie tot hun 18 jarige leeftijd de voogdij verkrijgt indien er geen ouder meer in leven is;
  • u wilt de erfdelen van uw meerderjarige kinderen beschermen met een bewind en daarvoor een bewindvoerder benoemen, bijvoorbeeld bij jonge meerderjarige kinderen of kinderen met een beperking;
  • u wilt dat er over uw nalatenschap zo min mogelijk erfbelasting moet worden betaald;
  • u wilt dat uw kinderen bij een zorgindicatie hun erfdelen mogen opeisen;
  • u wilt bepaalde personen onterven die zonder testament als erfgenaam in uw nalatenschap opkomen;
  • u wilt dat uw nalatenschap bij overlijden zonder afstammelingen als weduwe of weduwnaar ook voor een deel naar uw schoonfamilie moet gaan;
  • u wilt andere erfgenamen benoemen dan die volgens de wet als erfgenamen zouden opkomen;
  • u wilt zelf bepalen wie uw uitvaart moet regelen en/of wie uw nalatenschap moet beheren en/of afwikkelen.
  • u ligt in scheiding en wilt uw echtgenoot of geregistreerd partner onterven;
  • u wilt dat uw nalatenschap bij uw eigen kinderen blijft bij een eventuele echtscheiding en dus niet aan een ex-echtgenoot toekomt;
  • u bent gescheiden en wilt niet dat uw ex-partner indirect de vruchten (bijvoorbeeld rente) geniet van wat uw kinderen van u erven;
  • u gaat als weduwe of weduwnaar samenwonen, hertrouwen of een geregistreerd partnerschap aan;

Natuurlijk zijn er veel meer redenen. Heeft u vragen of over uw eigen situatie kom dan tijdig in aktie. Voor het bespreken van uw persoonlijk testament nodigen wij u hierbij graag uit voor het maken van een afspraak.

Pensioenopbouw in eigen BV mogelijk verleden tijd
14-03-2016

Op dit moment is er in allerlei media en op discussieplatforms veel aandacht voor pensioen, pensioenopbouw en pensioenrechten. De meeste aandacht gaat daarbij uit naar werknemers die pensioen opbouwen en pensioengerechtigden die (veel) minder pensioen krijgen dan daar waar zij op gerekend hadden. Een vergeten groep is de Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) die pensioen in eigen beheer opbouwt.

De voordelen van opbouw van pensioen in eigen beheer zijn evident. Het op te bouwen pensioen wordt ten laste van het resultaat gebracht. Dat heeft tot gevolg dat u minder vennootschapsbelasting betaalt. Ook betaalt u geen provisie of winstopslag aan een verzekeringsmaatschappij. Bovendien blijft het geld binnen de onderneming.

Nadelen

Vergeet echter de nadelen niet! Bij opbouw in eigen beheer loopt u met uw eigen pensioengeld bedrijfsrisico. Een ander nadeel is dat vaak de rendementen niet worden gehaald, terwijl de fiscus wel wil afrekenen over de behaalde (fictieve) rendementen.

Verder bestaat het risico dat het vermogen van de besloten vennootschap niet toereikend is om op het moment dat uitkeringen moeten worden gedaan, aan de pensioenverplichting te voldoen. Dat kan voortvloeien uit tegenvallende beleggingsresultaten, gestegen levensverwachting en lage rekenrentes.

Uitkeren van dividend kan dan ook een probleem zijn. De belastingdienst vindt namelijk dat bij uitkering van dividend uit de besloten vennootschap rekening gehouden moet worden met de vraag of er wel voldoende dekking is voor de door de besloten vennootschap met de directeur aangegane pensioenverplichtingen. Wordt toch dividend uitgekeerd, dan ziet de belastingdienst dat als afkoop van pensioen, zodat er inkomsten belasting (52%) en revisierente (20%) moet worden betaald (samen maximaal 72%), berekend over de balanswaarde van de pensioenvoorziening.

Ook terugbetaling van kapitaal kan leiden tot dit zelfde probleem.

De staatssecretaris probeert nu met een oplossing te komen voor die situaties waarbij het geld ontbreekt om het pensioen uit te keren, of nog erger, er onvoldoende geld is om de ontstane belastingschuld te vereffenen. Nadat de staatssecretaris eerder met, volgens velen onwerkbare alternatieven kwam, lijkt het er nu op dat hij het pensioen in eigen beheer wil afschaffen. De aftrekpost voor pensioen leidt niet tot een beter pensioen en is alleen maar een mogelijkheid tot belastinguitstel, aldus de staatssecretaris.

Ons advies: kijk nog eens naar uw in eigen beheer opgebouwde pensioen. In een aantal gevallen kan het verstandig zijn om de pensioenregeling aan te passen.